Grosse Freiheit
Recensie

Grosse Freiheit (2021)

Wat heb je aan vrijheid als je niet jezelf mag zijn?

in Recensies
Leestijd: 3 min 5 sec
Regie: Sebastian Meise | Scenario: Sebastian Meise en Thomas Reider | Cast: Franz Rogowski (Hans Hoffmann), Georg Friedrich (Viktor), Anton von Lucke (Leo), Thomas Prenn (Oskar) e.a.| Speelduur: 116 minuten | Jaar: 2021

De Tweede Wereldoorlog is voorbij, vrijheid blijheid zou je denken. De bevrijding is - in de letterlijke zin van het woord - echter niet voor iedereen weggelegd. Paragraaf 175 is dan namelijk nog steeds van kracht, de paragraaf in het Duitse Wetboek van Strafrecht dat geslachtsverkeer tussen twee mannen verbiedt. Concreet betekende dat mannen die vóór de oorlog vanwege 'tegennatuurlijke handelingen' veroordeeld waren, in 1945 gedwongen werden de rest van hun straf uit te zitten. In zijn nieuwste film, die de ironische titel Grosse Freiheit draagt, toont Sebastian Meise op een integere manier hoe een man zijn straf doorstaat.

Hans Hoffmann is er zo één. Het f-woord vliegt naar zijn hoofd en dat niet alleen. Zijn celgenoot Victor schelt en slaat Hans de cel uit als hij met zijn spullen onder zijn arm binnenkomt. Victor moet er niks van hebben. Als Hans het maar niet in zijn hoofd haalt aan hem te zitten. Je zou het niet verwachten, maar na deze beledigende eerste kennismaking bloeit een bijzondere band tussen Hans en Victor op. De twee ontfermen zich door de jaren heen over elkaar, als broers. Ze bekennen onterecht schuld, steunen elkaar en troosten elkaar. Een geval van grote bek, klein hartje.

Hans wordt gespeeld door Franz Rogowski, die in Grosse Freiheit opnieuw laat zien wat een geweldig ingetogen acteur hij is. In de bijna twee uur dat de film duurt zegt Hans vrij weinig, maar het karakteristieke gezicht van Rogowski beeldt genoeg uit om te weten wat Hans denkt en voelt. Rogowski is één van die acteurs die op zijn best is als hij zwijgt. Een plezier om naar te kijken.

Minder plezierig zijn de gebeurtenissen die zich in de film voordoen. Grosse Freiheit springt enkele keren terug in de tijd, waaruit blijkt dat Hans meermaals is opgepakt voor het verrichten van homoseksuele handelingen. Keer op keer komt Hans Victor weer tegen, die hem lachend begroet met "je kan het niet laten hè". En inderdaad, Hans kan het niet laten. Zelfs binnen de muren van de gevangenis weet hij steeds weer in contact te komen met zijn geliefden. De situatie is verre van romantisch, met de wachters op de loer en de vrieskou, maar deze liefdevolle momenten brengen wel een sprankje hoop in deze troosteloze film.

Dan wordt in 1969 Paragraaf 175 afgeschaft, wat Hans te weten komt via een tijdschriftcover. Wat de film niet vertelt is dat er wel een maar was. Mannelijke prostitutie en homoseksuele handelingen onder de eenentwintig jaar bleven namelijk verboden. Meise uit aan het einde van zijn film nog eens flinke kritiek op de tijd na Paragraaf 175. In een homobar, die de naam van de film draagt, loopt Hans door de kelders terwijl 'L'Amour l'amour l'amour' van Mouloudji klinkt. Een dromerige scène, alsof Hans zijn droom leeft met al die vrijende mannen om zich geen. Eén grote maar: dit vindt ondergronds plaats, op een plek die er net zo uitziet als waar Hans regelmatig in een pikdonkere isoleercel de nacht doorbracht. Konden mannen in alle vrijheid hun homoseksualiteit uiten toen homoseksualiteit niet meer verboden was in Duitsland? Het antwoord dat Meise geeft is duidelijk.

Het verhaal speelt zich bijna voortdurend af in en rondom de gevangenis. Grosse Freiheit, de titel van de film, komt daardoor over als een grap. Wat heb je aan vrijheid als je niet jezelf mag zijn en niet mag houden van wie je wilt houden? Waarom wordt juist het naleven van die definitie van vrijheid afgestraft? En wat moet je met de verkregen vrijheid als je het nooit hebt mogen ervaren?