In Jaws kon je de haai pas echt zien richting einde van de film. Dat was aanvankelijk niet de bedoeling, maar het bleek heel effectvol om de fantasie van de toeschouwers aan het werk te zetten. De muziek van John Williams deed de rest. Something in the Water volgt de aanpak van de klassieker van Spielberg en dat werkt tot op zekere hoogte. Toch verwacht je het monster of de monsters ooit te zien. Daar was echter geen budget voor. Voor een origineel script evenmin.
Het is duidelijk dat nieuwbakken Britse cineaste Hayley Easton Street, een voormalige art director op superproducties zoals Star Wars: Episode VII - The Force Awakens en Justice League, relatief weinig geld had om een degelijke haaienthriller te draaien. Niet genoeg om dure digitale (zie The Meg) of mechanische (zie Jaws) effecten te bekostigen. Het grootste deel van het budget ging naar de exotische locaties die best wel mooi in beeld zijn gebracht. Maar Easton Street maakt naar het voorbeeld van de eerste helft van Spielbergs meesterwerk van de nood een deugd: hoe minder de toeschouwer ziet, hoe spannender. Althans, toch voor een klein uurtje.
In feite is Something in the Water geen echte haaienthriller. Easton Streets grootste inspiratiebron wordt al vrij snel duidelijk: het beste survivaldrama van de jaren zeventig, oftewel Deliverance van John Boorman met Burt Reynolds, Jon Voight en Ronnie Cox. Dat is in de eerste plaats een karakterstudie waarin alle personages onder impuls van enkele monsters (in dit specifieke geval ontaarde Hillbillies) een grote transformatie doormaken. Easton Street heeft de karakterisering van die personages bijna letterlijk overgenomen. Een kwestie van stelen van de beste.
Vijf vrouwen van rond de dertig uit verschillende lagen van de bevolking, vertolkt door een onbekende cast, komen samen op een toeristisch oord op een van de Caraïbische eilanden om de bruiloft van een van hen te vieren. Ze besluiten een dagje eropuit te trekken zonder de mannen. Arrogante Cam is een stand-in voor leider Burt Reynolds, hysterische Lizzie heeft alles van stadsmens Ronny Cox die zich onmogelijk kan aanpassen aan extreme toestanden en protagonist Meg functioneert als de Jon Voight-achtige underdog die geen andere keuze heeft dan haar verborgen leiderstalenten boven te halen.
Het duurt wel even voor het 'shark fest' kan beginnen, maar aan het strand van een klein eilandje gebeurt wat alle toeschouwers hadden verwacht: de vrouwen raken in moeilijkheden. Vervolgens belanden de dames van de regen in de drup. De hamvraag is: wie wordt de eerste amuse van de haaien? De cineaste stelt dat zo lang mogelijk uit, wat resulteert in een periode die ingevuld wordt met haaienvinnen op de achtergrond en conflictrijke dialogen. Om die laatste voor getraumatiseerde Meg nog persoonlijker te maken, gaf scenariste Cat Clarke haar een liefdesrelatie onder spanning mee.
Maar blijkbaar was ook dat niet genoeg om het publiek lang bezig te houden. Clarke waande zich dan maar even de harddiscountversie van de gebroeders Coen en dacht dat oneliners tijdens een strijd op leven en dood zeker gewaardeerd zouden worden. Maar die grapjes zijn zo karaktervreemd en banaal dat je je in een andere film waant. Intussen blijven de lethargische haaien hun actie uitstellen.
Op het moment dat je bijna smeekt dat er eindelijk iets gaat gebeuren, transformeert Something in the Water dan toch van Deliverance in The Shallows. Maar ja, wat doe je als je geen geld hebt om geloofwaardige haaien te scheppen? Hele snelle shots waarbij je amper iets ziet. Easton Street geeft echt de indruk dat ze een milde huiverfilm - aangepast aan het #MeToo-tijdperk - wilde maken voor een breed publiek dat niet al te veel wil griezelen en zeker geen bloedbaden verwacht.
Dit is zo'n vluchtig genrefilmpje, met allesbehalve originele personages, weinig indrukwekkende acteerprestaties en veel dialogen waarover weinig is nagedacht. Je verwacht hem op een streamingdienst, maar om de een of andere reden is hij in de zalen beland. En toch... een thriller waar je constant verwacht dat een of ander beest onder het wateroppervlakte aan iemands benen gaat knabbelen, levert hoe dan ook een uurtje onbehaaglijkheid op.