Een moord op een prostituee en een moord op een pooier, met op de achtergrond een machtsstrijd tussen een groep oudere vrouwen. Deze gebeurtenissen verstoren ruw het leven in het normaal zo rustige vissersdorp Easter Cove in Maine. Op zijn best is Blow the Man Down een soort Fargo aan de kust. Dat niveau is weliswaar te hoog gegrepen, maar de film heeft genoeg spannende en grappige elementen om positief op te vallen.
Zussen Priscilla en Mary Beth hebben net hun moeder verloren. Mary Beth is vrij overstuur na de begrafenis en besluit naar de lokale bar te gaan. Hier ontmoet ze Gorski met wie ze leuk kan flirten. Ze komt er echter al snel achter dat deze Gorski een zeer gevaarlijke man is. Als Gorski haar achtervolgt, vermoordt ze hem. Priscilla helpt met het verstoppen van het lijk en het uitwissen van de sporen. Na deze moord blijkt dat zich meer duistere dingen afspelen in het ogenschijnlijk vredige dorp.
De film komt wat langzaam op gang, maar als hij eenmaal zijn ritme heeft gevonden spat het plezier van het scherm. De makers creëren een bijzonder leuke atmosfeer in het vissersdorp. Mysterie, neo-noir en humor worden op knappe wijze aan elkaar gekoppeld. Het absolute hoogtepunt is het spel van Margo Martindale als Enid Nora Devlin, de madam van het plaatselijke bordeel Oceanview. Enid is onvoorspelbaar, berekenend en bovenal een doortastende zakenvrouw. Martindale zet een ongelofelijk sterke antagonist neer. Door haar fenomenale spel vergeet je bijna de tekortkomingen van de film.
Blow the Man Down heeft namelijk ook zwakke punten. Vooral de onderbrekingen met de zingende zeemannen zijn enigszins vervelend. Waarom is ervoor gekozen om de zanger recht de camera in te laten kijken en een ongelofelijke cliché knipoog te laten geven? Enerzijds past het wel in de stijl van de film, maar tegelijkertijd is het overtollige ballast die het tempo uit de rest van het verhaal haalt. Toch blijft Blow the Man Down overeind als vermakelijke misdaadkomedie met een frisse kijk op het filmnoir-genre.