Vernieuwen en variëren wordt steeds moeilijker binnen het superheldengenre. In de afgelopen tien jaar heeft productiehuis Marvel zeventien superheldenfilms uitgespuugd, die allemaal schuilgaan onder de vlag van het Marvel Cinematic Universe (een filmuniversum dat de avonturen van onder andere Iron Man, Captain America en de Hulk onderling met elkaar verbindt). Doordat de verhalen van de personages steeds meer in elkaar zijn gaan overlopen, dreigt het gevaar dat de films hun eigen smoel verliezen en inwisselbaar worden. Gelukkig heeft Marvel op tijd ingezien dat ze het over een heel andere boeg moeten gooien.
Thor: Ragnarok mag met recht het waagstuk van Marvel worden genoemd. Wat zich hier ontvouwt is een ongekend komische trip door de kosmos, waarbij een compleet nieuwe koers is uitgestippeld voor de god van de donder. En die koerswijziging is zeer welkom voor het personage, want op dezelfde voet verdergaan als het oersaaie Thor: The Dark World is simpelweg geen optie. Dan zouden we voor de zoveelste keer getuige zijn van het feit dat de naïeve Thor in de streken van zijn onbetrouwbare broer Loki trapt. En dat terwijl hun relatie eigenlijk al was uitgespeeld aan het einde van de eerste Avengers-film. Ditmaal zijn de redetwisten tussen de twee godenbroers gelukkig tot een minimum beperkt. In een kleine, maar prettige scène rekenen de makers af met het verleden door de kwestie te benoemen en Thor zijn gespierde schouders op te laten halen.
Die nonchalante houding is exemplarisch voor de hele stijl van de film. Alle elementen die ook maar enigszins een bedreiging vormen voor de luchtigheid van het verhaal worden geschrapt of op zijn minst gereduceerd tot bijzaken. Zo is het jammerende excuusvrouwtje Jane Foster (sorry, Natalie Portman) ditmaal niet aanwezig om met wetenschappelijke theorieën rond te strooien of een liefdesvuur aan te wakkeren. Op zich is zo'n dame in nood ook helemaal niet verdienstelijk voor een verhaal waarin Ragnarok, het 'einde der tijden', in aantocht is. Het enige wat je nodig hebt is een schurk die van plan is om de hele wereld te verwoesten, in dit geval het koninkrijk Asgard. Maar het is opvallend dat ook de antagonisten tijdens deze knotsgekke rit een plaats op de achterbank krijgen toebedeeld. Zelfs Cate Blanchett, die de godin des doods Hela met een constant sardonische glimlach op haar gezicht speelt, heeft maar weinig schermtijd.
Van ernst is dus nauwelijks sprake. Thor: Ragnarok is niet zozeer een actiefilm met komische noten, als wel een volbloed komedie met wat vleugjes actie. Wellicht is die ommezwaai ook te verklaren door degene die aan het roer van deze productie staat. De Nieuw-Zeelandse regisseur Taika Waititi (die eerder Boy en Hunt for the Wilderpeople maakte) staat erom bekend dat hij zijn typerende gevoel voor humor etaleert middels zijn werk. Voor deze derde Thor-film heeft hij een heel arsenaal aan grappen - van slapstick tot relativerende humor - tot zijn beschikking die de kijker een verdomd plezierige tijd in de bioscoop zullen bezorgen. Soms schiet de flauwheidsmeter even in het rood (de enige ontsnappingsroute op een buitenaardse planeet heet 'The Devil's Anus'), maar gelukkig is dat slechts van korte duur.
Memorabel is vooral de ontmoeting in de gladiatorenarena tussen Thor en de Hulk. De groene kolos heeft aangenaam veel schermtijd en bovendien meer tekst te verstouwen dan hij in alle Marvel-films bij elkaar heeft gehad. Leuk is ook dat we eens een andere kant van hem te zien krijgen, die minder kwaadwillend is en eerder grenst aan een soort kinderlijk enthousiasme. Daar staat tegenover dat de grootste verandering van Thor betrekking heeft op zijn uiterlijk: voortaan moet hij door het leven met kort haar en zonder de hulp van zijn magische hamer Mjölnir.
Grootste pluspunt is dat er weer wat kleur in de wereld van de dondergod is gekomen, zowel letterlijk als figuurlijk. Het grauwe Londen (dat in de tweede film deels dienstdeed als decor) is verruild voor de snoepjeskleurige omgeving van de vuilnisplaneet Sakaar. Verder trekt er een bonte stoet aan personages langs, inclusief de vuurdemon Surtur en de mythologische wolf Fenrir. Het door regisseur Taika Waititi ingesproken CGI-personage Korg verdient eveneens een vermelding. Het commentaar van deze stenen gladiator is gortdroog en heerlijk verfijnd door het Nieuw-Zeelandse accent dat totaal niet bij zijn uiterlijk past.
Hopelijk verschijnen in het kielzog van Thor: Ragnarok meer producties van Marvel die het aandurven om hun zelfbedachte universum en de daarin wonende personages te ridiculiseren. Wellicht dat het succes van de twee Guardians of the Galaxy-films heeft bijgedragen aan de peper die de god met de hamer in zijn donder heeft gekregen. Want zeg nou zelf: wat is cooler dan Thor (die onder begeleiding van Led Zeppelins 'Immigrant Song) in Mortal Kombat-modus overschakelt om een legertje zombies over de kling te jagen?