Cars 3
Recensie

Cars 3 (2017)

Cars met een stevig tintje Rocky, grote verbetering op Cars 2, maar niet even gestroomlijnd als het origineel.

in Recensies
Leestijd: 3 min 3 sec
Regie: Brian Fee | Cast: Owen Wilson (Lightning McQueen), Cristela Alonzo (Cruz Ramirez), Chris Cooper (Smokey), Nathan Fillion (Sterling), Larry the Cable Guy (Mater), Armie Hammer (Jackson Storm), Ray Magliozzi (Dusty), Tony Shalhoub (Luigi), Bonnie Hunt (Sally), Lea DeLaria (Miss Fritter) | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2017

Na het klunzige uitstapje van Mater in de spionnenwereld keert Cars weer terug naar haar roots: Lightning McQueen die zichzelf tot het uiterste drijft en 'soul searching' onder het genot van Americanamuziek. Toch is McQueen niet meer het ambitieuze jonkie dat alles kan, maar de ouwe rot op de circuits van de Piston Cup. Zo worden alle benzineslurpers op de baan langzamerhand vervangen door splinternieuwe hybride-achtige racemonsters als Jackson Storm. McQueen wil echter zelf bepalen wanneer hij een eind maakt aan zijn carrière en probeert Storm te overtroeven, en faalt op spectaculaire wijze in de openingsrace.

Lightning McQueen's leeftijd wordt al gauw de 'running joke', en over het algemeen werpt het zijn vruchten af. Hij krijgt een nieuwe baas, een hypermoderne trainingsfaciliteit en wordt gekoppeld aan een jongere trainer. Zij herinneren hem voortdurend aan zijn ouderdom, wat hier en daar zorgt voor wat lolligheid. De groentjes kunnen enkel leren racen in simulatoren of met gigantische VR-brilletjes op, terwijl McQueen te oud is om deze technologie te behappen. Hij floreert juist op een modderig strand, waar je leert 'echt' racen. Al zijn de grappen niet altijd van hoog niveau, zit er een leuk contrast tussen Lightning's ouderwetse gebruiken en de alsmaar vernieuwende racewereld. Ook ontwikkelen de ervaren McQueen en zijn naïeve trainer een aardige chemie in de onvermijdelijke trainingsscenes.

Ondanks McQueen's legendarische status, kan hij niet tippen aan de nieuwe generatie racers als het aankomt op pure snelheid en conditie. Hij krijgt niet alleen kritiek te verduren, zijn nieuwe baas biedt hem al gauw een oprotpremie aan, waarbij hij voortaan mag teren op zijn imago door bergen aan merchandise te laten verkopen. Al is het voornamelijk een drijfveer voor het plot en een knipoog naar de merchandise rondom de films, wordt er ook gespeeld met thema's als nalatenschap. Zoals het feit dat 95 - zijn racenummer - voor meer kan staan dan hemzelf en een soort iconisch symbool kan vormen. Al werpt de film zat boeiende thema's op in de eerste helft, is het toch niet altijd even memorabel.

Dit is vooral omdat Cars 3 lijkt te twijfelen tussen een optimistisch en een realistisch underdogverhaal, en vrij laat de keuze maakt. Zo is McQueen's crash vrij dramatisch in beeld gebracht, maar wordt het al gauw weggewuifd voor een vrolijke opbouw naar de comeback van Lightning McQueen. Er volgen vele scenes vol autohumor en een demolition derby-scene in het bijzonder is erg amusant. Toch gooit de film het later weer op een dramatische toon, met onverwachte verhaalwendingen, emotionele confrontaties en een levensles voor McQueen. In de korte momenten dat Pixar neigt naar drama, en de brute realiteit schetst van een atleet die zijn beste tijd gehad heeft, is Cars 3 best verfrissend. Maar uiteindelijk gaat men evenveel voor een hartverwarmend einde dat er een beetje tegen indruist.

Om te voorkomen dat Cars 3 een herhalingsoefening werd, is er een driedubbel Rocky-sausje overheen gegoten, met gemixte resultaten. Het gros van de memorabele scenes zit in de tweede helft, waar Pixar risico's neemt met het verhaal en McQueen moeilijke keuzes laat maken, waarvoor hulde. Cars 3 is misschien wel op zijn best wanneer Lightning's ouderwetse blik op de wereld botst met de alsmaar vernieuwende racewereld. Daarmee is het een grote verbetering op Cars 2 en voor fans van de serie zeker een bioscoopbezoekje waard. Ondanks dat het een prima vervolg is met interessante thema's, is het verhaal lang niet zo gestroomlijnd of charmant als het origineel.