Power Rangers
Recensie

Power Rangers (2017)

Spektakel genoeg in deze reboot van de ninetiesserie, al durven de makers de knulligheid van het bronmateriaal niet te omarmen.

in Recensies
Leestijd: 4 min 7 sec
Regie: Dean Israelite | Cast: Dacre Montgomery (Jason), Naomi Scott (Kimberly), RJ Cyler (Billy), Ludi Lin (Zack), Becky G (Trini), Elizabeth Banks (Rita Repulsa), Bryan Cranston (Zordon), Bill Hader (Alpha 5) | Speelduur: 124 minuten | Jaar: 2017

Nostalgie. Het lijkt het sleutelwoord te zijn geworden in de hedendaagse Hollywoodindustrie waarin de ene na de andere tv- of filmserie van weleer zijn weg terug naar de bioscopen weet te vinden met een reboot, sequel of herinterpretatie. Grote kans dat wanneer je - net als bovengetekende - het levenslicht zag in de vroege jaren negentig, je warme herinneringen zult koesteren aan de avonturen Mighty Morphin' Power Rangers. Helaas werkt nostalgie als een tweesnijdend zwaard: het tevreden houden van oude fans en het aanboren van een nieuwe doelgroep blijkt vaak een lastige opgave. Hoewel deze moderne update van de destijds populaire tienerserie zijn best doet, schieten de makers helaas tekort in het omzetten van het hoge pulpgehalte van vroeger naar een moderne miljoenenproductie voor een groot publiek.

Toch vindt de reboot een groot deel van zijn inspiratie in een andere tienerfilm. Voor het introduceren van de nieuwe Power Rangers heeft scenarist John Gatins goed gekeken naar de jarentachtigklassieker The Breakfast Club. Zo ontmoeten de middelbare scholieren elkaar tijdens het nablijven in het strafhok, en lijken de personages één op één aan te sluiten met dezelfde archetypen (of domweg stereotypen) uit John Hughes' film: de sporter die niet voldoet aan de verwachtingen van zijn ouders, de onbegrepen populaire cheerleader, de studiebol, het stille buitenbeentje en de rebelse lolbroek.

Je zou verwachten dat die wat stereotiepe karakters wat problematisch zijn, maar een erg groot obstakel is het niet. De originele televisieserie was hier immers ook allerminst subtiel in. Bovendien worden de personages zelfs vrij vermakelijk ingevuld door de cast, met RJ Cyler en Ludi Lin als de grootste scènestelers. Vervelender wordt het wanneer de tieners na hun vondst van de mysterieuze stenen die hen kracht verschaffen in aanraking komen met de rest van de wat minder sterk uitgevoerde bijpersonages. Bill Hader is voornamelijk irritant als stemvertolker van robot Alpha 5, Elizabeth Banks en Bryan Cranston niet geheel overtuigend in de rollen van respectievelijk schurk Rita Repulsa en mentor en voormalig rode Ranger Zordon. Desalniettemin is de casting van laatstgenoemde een leuke vondst, aangezien Cranston ooit ver voor zijn succes als Walter White twee kleine rolletjes vertolkte in de televisieserie.

Zo bevat de film nog een paar andere kleine knipoogjes - het bekende 'Go Go Power Rangers'-deuntje galmt als vanouds door de speakers als de helden uitrukken in hun dierlijke voertuigen - die duidelijk maken dat de makers de oude fans niet vergeten zijn. Tegelijkertijd beseffen zij ook dat de kinderen van toen inmiddels volwassen zijn en er ook een jongere doelgroep aangeboord dient te worden. Helaas gaat dit een tikkeltje stroef, met het lukraak aansnijden van onderwerpen die tieners van vandaag de dag bezighouden, variërend van het verspreiden van naaktfoto's via social media, het worstelen met LGBT-identiteit, of scholieren met een 'rugzakje'. Niet dat deze thema's niet relevant zijn om te verwerken in een tienerfilm, integendeel zelfs, maar de onderwerpen lijken in dit geval te oppervlakkig en weinig doordacht aangebracht om diepgang te suggereren bij de personages, in een film die zich voornamelijk richt op actie en visueel spektakel.

Op dat vlak probeert Saban Entertainment dan ook gretig uit hetzelfde vaatje te tappen als populaire megablockbusters uit de stal van Marvel of Transformers. Toegegeven, onder de regie van de nog vrij onervaren Dean Israelite oogt de actie verzorgd met hier en daar gebruik van inventief camerawerk. Qua popcornvermaak is alles dan ook in orde, maar tussen al het spektakel verliezen de makers de charmes en beperkingen van het wat knullige bronmateriaal al snel uit het oog. Alle epiek van de plichtmatige motivatiespeech en dito eindstrijd is namelijk nog moeilijk serieus te nemen wanneer de slechterik voornamelijk bezig is met het verzamelen van gouden tanden voor haar torenhoge monster, en, nou ja... de naam Rita Repulsa draagt.

Dat wil niet zeggen dat Israelites film te allen tijden een ernstige aangelegenheid is. Helaas is de aanwezige humor echter van een vrij puberaal niveau, met een scholier die per ongeluk een stier heeft proberen te melken als een vroege indicatie van wat de kijker op komisch vlak te wachten staat. Opmerkelijk, aangezien de makers een productie van een dergelijk budget tegelijkertijd wél te serieus achten om het hoge pulpgehalte en de knulligheid van de serie volledig te omarmen. Het had echter wel in hun voordeel kunnen werken, aangezien het voor deze reboot boordevol clichés nog moeilijk is om zich te onderscheiden van de populaire franchises waarmee het zich wil meten. Of de nieuwe Rangers nog een keer op mogen komen opdraven voor een volgende missie zal de tijd dan ook moeten uitwijzen. Ondanks de tekortkomingen van dit startschot is het echter wel te hopen: de korte post-creditsscène suggereert namelijk dat in een mogelijk vervolg nog een kleurtje aan het team zal worden toegevoegd.