The Machinist
Recensie

The Machinist (2004)

Toonbeeld van het grote talent van Christian Bale.

in Recensies
Leestijd: 3 min 38 sec
Regie: Brad Anderson | Cast: Christian Bale (Trevor Reznik), Jennifer Jason Leigh (Stevie), Michael Ironside (Miller), John Sharian (Ivan) e.a. | Duur: 102 min.

Een succesvolle carrière in de filmindustrie staat tegenwoordig gelijk aan een strenge eetdiscipline. Baarde in 1980 Robert De Niro nog opzien door zich 25 kilo zwaarder te vreten voor Raging Bull, tegenwoordig is aankomen en voor de volgende film hetzelfde gewicht er doodleuk weer aftrainen de gewoonste zaak van de wereld geworden. Natuurlijk gaat dat lang niet altijd via de gezonde of natuurlijke weg, maar daar hoor je niemand over. Soms kun je het gewoon zien. Kijk alleen maar naar de te bolle toet boven het magere lichaam van Renee Zellwegger die er (na twee keer Bridget Jones) met iedere film merkwaardiger begint uit te zien. Dat acteur Christian Bale er na The Machinist, waar hij ruim 30 kilo voor moest kwijtraken, weer goed bovenop is gekomen bewees hij onlangs in Batman Begins. Over zijn afvaltechniek maakte hij tijdens interviews nooit een geheim: “ik at gewoon niet.”

Toen Bale voor het eerst in beeld verscheen tijdens een persvoorstelling van The Machinist ging er voelbaar een lichte huivering door de zaal. Acteurs die voor een film aan lichaamsmetamorfose doen mogen dan wel een trend vormen vandaag de dag, bij het aanschouwen van de uitgemergelde Bale is het even stevig schrikken: dit kan niet gezond zijn. Die ingevallen, donkere ogen, het ontbreken van wangen en die enge dunne vingers. Als hij dan voor het eerst halfnaakt voor de spiegel staat is de schok helemaal compleet. De acteur moet naar een punt hebben toegewerkt waar hij werkelijk geen vlees meer om zijn botten had zitten, want je kan het resultaat alleen maar omschrijven als een overlevende van de Holocaust. Maar dan veel griezeliger nog: die complete leegheid in zijn blik. Want je kan je lichaam nog zo toetakelen voor een rol, als de mentale toestand van het personage niet voelbaar wordt is het nog voor niets geweest. Trevor Reznik, zoals de machinist heet, heeft duidelijk alle grip op een aards leven verloren. Een oogopslag is daarvoor al voldoende.

Reznik heeft dan ook maar liefst een jaar geen oog dicht gedaan. Een goede reden voor zijn extreme insomnia kan hij niet bedenken. Wel wordt zijn slapeloosheid als oorzaak genoemd wanneer hij in de fabriek per ongeluk een gruwelijk incident veroorzaakt waarbij een collega zijn arm verliest. Zodra hij op zijn koelkast steeds gele memobriefjes aantreft waarop hij door middel van het spel galgje een woord moet invullen en zijn nieuwe collega Ivan (die met zijn forse lichaamsbouw, kale kop en brede grijns de tegenpool lijkt van Reznik) niet lijkt te bestaan, krijgt hij het gevoel dat hem iets vreselijks boven het hoofd hangt. Langzamerhand wordt The Machinist een gevecht van het hoofdpersonage tegen zichzelf. Zijn geest laat steeds meer verwrongen beelden toe en het lijkt erop dat hij ook zijn nog enige sociale contacten (die met een prostituee en een koffiedame van een nachtelijke bar op het vliegveld) gaat verliezen. De vraag is natuurlijk of hij paranoïde wordt, of dat visioenen hem iets willen vertellen. Al snel blijkt dat regisseur Anderson afstevent op een verrassend einde, dat even goedkoop als doeltreffend is. Het is misschien een laffe zet die afbreuk doet aan de nachtmerrie-achtige kwaliteiten van de film, al zou je ook kunnen stellen dat je na ruim honderd minuten aan hallucinatoire beelden wel toe bent aan een helder antwoord.

Dat Anderson en zijn scenarist Scott Kosar geen producent in Hollywood konden vinden die ook maar een cent wilde uitgeven aan dit sombere werk is (helaas) geen verrassing. The Machinist werd uiteindelijk opgenomen in Barcelona, een stad die in de film moet doorgaan voor Los Angeles. Het is bij het ophouden van die schijn - en een verhaal dat voornamelijk drijft op waanbeelden - aan de cameraman en production designer om voor de film de juiste atmosfeer te creëren. Die verdienen dan ook de grootste pluim, naast het opmerkelijke talent van Christian Bale. Dat de film pas zo laat bij ons de bioscopen heeft gehaald (hij stamt alweer uit begin 2004) is misschien alleen maar gunstig. Hopelijk raakt een groot publiek naar aanleiding van Batman Begins geïnteresseerder in de acteerkwaliteiten van Bale, om vervolgens bij het zien van The Machinist te concluderen dat het toch zonde zou zijn als hij de rest van zijn carrière in een vleermuispak moet doorbrengen.