Spike Lees nieuwste film is voor zijn doen nogal ééndimensionaal: een onderhoudende heist movie, een genrefilm die mijlenver lijkt af te staan van geëngageerde films als Do The Right Thing en Malcolm X. Inside Man drijft niet op politieke themas, maar op een plot die typerend is voor films over perfecte bankovervallen: een briljante crimineel voert een ingenieuze, op alle eventualiteiten berekende kraak uit en komt tegenover een al even slimme politieman te staan. De kijker komt, samen met de politieman, achter steeds meer verwarrende details en krijgt pas op het allerlaatst de meesterzet in het plan van de briljante crimineel voor zijn kiezen. De plot knoopt op het laatst zo snel mogelijk de vele losse eindjes aan elkaar en eindigt voordat de kijker kans ziet om zich te verwonderen over de vaagheid en onwaarschijnlijkheid van het verhaal. Nog onder de indruk van de grote goocheltruc, verlaat het publiek tevreden de zaal: missie geslaagd.
In Inside Man zitten genoeg plotholes, maar onze aandacht wordt vakkundig afgeleid door een onweerstaanbare sterrencast. Clive Owen, die de film opent met een misleidende monoloog over het hoe en waarom van zijn eenzame opsluiting, gaat als bankovervaller Dalton Russell het grootste deel van de film schuil achter een masker maar weet, zoals altijd, een indruk van intelligentie en koelbloedigheid achter te laten. Nadat Russell met twee handlangers zonder veel moeite een bank in hartje Manhattan bezet en alle aanwezigen gijzelt, wordt de hulp ingeroepen van gijzelingsonderhandelaar Keith Frazier. Frazier ruikt onraad vanaf het moment dat hij bij de bank arriveert. De gijzelnemers weten duidelijk waar ze mee bezig zijn, maar hun eis om een volgetankt vliegtuig en een vrijgeleide is onrealistisch op het naïeve af. Spike Lee-oudgediende Denzel Washington voelt zich duidelijk op zijn gemakt in deze productie; hij speelt Frazier alsof hij zijn rol grotendeels loopt te improviseren, met een nonchalance en excentriciteit waar Marlon Brando zijn pet voor zou hebben afgenomen. Washington voorziet zijn op zichzelf stereotiepe personage van veel meer dan de strikt vereiste dosis charisma; het is slechts één van de bonussen in een film die makkelijk in aanmerking had kunnen komen voor een cast en crew van B-kaliber.
Zo tekende Jodie Foster voor de feitelijk nogal ondankbare rol van Madeleine White, een schimmige figuur die door de bestuursvoorzitter van de bank wordt ingehuurd om de geheimzinnige inhoud van diens persoonlijke kluisje uit handen van de overvallers te houden. Behalve het feit dat ze invloedrijk genoeg is om de burgemeester van New York voor haar karretje te spannen valt er weinig over White te melden, maar zoals Gudo Tienhooven in zijn recensie van Flightplan al opmerkte is de aanwezigheid van Jodie Foster al voldoende om zelfs een dergelijk magere rol geloofwaardig te maken.
Spike Lee zelf besloot naar eigen zeggen Inside Man vooral te maken omdat het een goede gelegenheid was om eens samen te werken met producent Brian Grazer, en om een hommage te brengen aan jaren 70 bankovervalfilms als Dog Day Afternoon. Maar een Spike Lee Joint blijft een Spike Lee Joint. De nerveuze energie van smeltkroes New York, die tot uitbarsting kwam in Do the Right Thing en Edward Nortons beruchte Fuck You-speech in 25th Hour, is in Inside Man direct voelbaar door het aanstekelijke Bollywood/hiphop-nummer dat de begincredits begeleidt. Ook verderop in de film weet Lee binnen het stramien van de genreplot te duiden op de culturele verwarring, de paranoïa en het racisme in het New York van na nine-eleven, bijvoorbeeld wanneer de politie een zojuist vrijgelaten gijzelaar een Sikh bijna neerknalt omdat hij een tulband draagt (en dus op een Arabier lijkt en dus een terrorist zou kunnen zijn). Zo ziet Lee kans om toch lichtjes zijn stempel op de film te drukken, overigens zonder het ritme van het verhaal teveel te onderbreken (met uitzondering van een blik op een curieus playstation-spelletje, wat echter te hilarisch is om als minpunt te gelden). Inside Man is een vlot verlopende film, met inderdaad de nodige plotwendingen en aan het eind de onthulling van Dalton Russells meesterzet, precies zoals het hoort. Fans van Spike Lees politiek explicietere werk die dit tussendoortje wegen, zullen het te licht bevinden, maar voor liefhebbers van het heist-genre is zijn nieuwste film vooral vanwege de overkill aan talent een traktatie.