Dat het gras altijd groener is bij de buren wisten we al. Kijk maar eens in een fotoalbum van een ander. Stralende gezichten, exotische bestemmingen en alleen maar zon en blijdschap. Bij je eigen fotos denk je daarentegen meestal onwillekeurig even terug aan de destijds even reële ruzies, lelijke flatgebouwen en die zweterige oplichter van dat toeristenbureautje. Toch is die universele jaloezie jegens anderen niet altijd te rijmen met dat evenzo ongefundeerde bijgeloof dat de ergste dingen altijd een ander overkomen. In Een Ander zijn Geluk staat het kijken en oordelen over je naaste medemens centraal.
In een klein dorp wordt een kind doodgereden. Francis, de dader, is al dan niet bewust doorgereden en wordt opgevreten door schuldgevoel, maar hij onderneemt niets. Nog dezelfde avond ziet zijn buurvrouw Christine stomtoevallig het dode kind drijven in de sloot naast de weg. Ze belt de politie, die eenmaal gearriveerd niets ziet en het er verder maar bij laat. Later wordt duidelijk dat het kind de zoon is van die bewuste politieagent en van de werkster van Christine. De twee families van Francis en Christine blijken bol te staan van spanningen en kunnen dit drama er gewoonweg niet bij hebben. Ze doen dan ook niets met wat ze zagen of deden, maar negeren het voorval zoals ze gewend zijn te doen met hun eigen problemen. Mondje houden en doorgaan.
Fien Troch, die met Een Ander Zijn Geluk haar eerste lange speelfilm aflevert, laat ons meekijken naar de gestoorde verhoudingen in het dorp zoals we dat doen in een plaatjesboek: we staren naar de ondoordringbare, lange en statische shots waarin de personages als nietige wezens in grote, vaak kille ruimtes te zien zijn. Ze worden geleefd en hebben het lef en het doorzettingsvermogen niet om er nog iets van te maken. Het is alsof ze hun eigen, verstarde levens aanschouwen, maar niet in staat zijn om ze open te breken. De onmacht en vreselijke tragedies die schuil gaan achter de diverse personages drukken zwaar op de toeschouwer. De opeenstapeling van heftige gebeurtenissen en het niet uitgesproken leed maken de film in combinatie met de lome muziekscore en langdurige shots topzwaar.
Overduidelijk bedoeld als relativerende komische noot heeft de achtentwintigjarige Troch nog Viviane de Muynck en Els Deceukelier toegevoegd als moeder en kwebbelende zus van Christine, en daarnaast de haast onvermijdelijke Jan Decleir in de komische rol van ex-bokser Johnny de Flow. Toch geven deze losstaande scènes iets prettig surreëels aan de film. Ook de kille interieurs waarin de personages zich manifesteren als oordelende, voyeuristische schepsels dragen bij aan de meer abstracte symboliek. Storend werkt dan ook de bijna ondraaglijke accumulatie van ellende die na een uur het opgebouwde effect ondermijnt. Er wordt te lang gerekt en teveel van de kijker verwacht, waardoor je de interesse verliest op de momenten dat Een Ander Zijn Geluk over de grens van het surrealisme springt en melodrama wordt.
De dood van het jonge kind werkt uiteindelijk zowel ontwrichtend als bevrijdend voor veel van de ingehouden, onuitgesproken narigheid die leeft onder de inwoners van het Belgische dorpje. De metaforen van kijken en bekeken worden geven de film een universeel kader waardoor velen zich zullen herkennen in de getoonde tragiek. Behalve de niet geheel bevredigende uitwerking van de verschillende plotlijnen is het vooral het naar melodrama overhellende verhaal waarin Een Ander Zijn Geluk verstrikt dreigt te raken. De uitmuntende acteerprestaties en de knap opgeroepen universele, surreële sfeer rechtvaardigen echter ruimschoots een bezoek aan deze sterke debuutfilm.