Gebaseerd op een toneelstuk van Noel Coward uit 1924 dat vier jaar later voor het eerst verfilmd werd door Alfred Hitchcock, heeft deze nieuwe filmversie van Easy Virtue een toepasselijke naam. Vooral het eerste woord geeft perfect de kijkervaring weer. Deze lichtvoetige tragikomedie glijdt op een zeer prettige manier voorbij als zachte boter in een scheef gehouden koekenpan. Toch zit er onder het gladde oppervlak een serieuze ondertoon, die steeds meer naar boven komt. De prima cast springt goed met beide dimensies om, waarbij vooral Jessica Biel in positieve zin opvalt.
Voorheen werd zij als actrice niet enorm serieus genomen, hoewel ze in sommige films al wel liet zien dat ze iets meer was dan alleen een mooi gezichtje. Volgens sommigen was ze goed in het veteranendrama Home of the Brave, maar die film haalde onze bioscopen niet (De Amerikaanse overigens ook niet). In Easy Virtue speelt zij Larita Whittaker, een Amerikaanse autocoureur die in 1928 net getrouwd is met de Britse rijkeluiszoon John en nu zijn familie voor het eerst ontmoet. Deze familie bestaat uit de ontzettend Britse, hooghartige moeder die niets moet hebben van de intelligente, onafhankelijke en vrije Larita. Johns twee zussen worden gaandeweg ook steeds vijandelijker jegens de Amerikaanse, terwijl vader Whittaker, een cynische veteraan van de Eerste Wereldoorlog, de enige is die haar aanwezigheid wel kan waarderen.
Noel Coward wilde met zijn stuk de hypocrisie van de hogere klasse aanvallen, en dat is ook in deze filmversie terug te zien (niet voor niets gaf de Noel Coward Society de film haar goedkeuring). Mevrouw Whittaker heeft de mond vol van deugd en wat goed en juist is, maar is ondertussen vanaf de eerste ontmoeting met haar nieuwe schoondochter bezig met het ondermijnen van het kersverse huwelijk, met een vlugge scheiding als doel. Meneer Whittaker ziet de levensstijl van zijn familie met lede ogen aan - door zijn oorlogservaring is hij deze als triviaal gaan ervaren.
De moeder wordt mooi gespeeld door Kristin Scott Thomas, perfect als hypocriete, hautaine en verstarde Engelse, en Colin Firth is uitstekend als charmante cynicus. Daarom is het zo verrassend dat Jessica Biel de show van deze veteranen steelt met het beste acteerwerk uit haar carrière tot nu toe. Met haar zwoele stem en sexy voorkomen past ze absoluut niet in het Britse hogere klasse milieu van de jaren twintig, en van dat contrast maakt ze op leuke wijze gebruik door een paar fijne stukjes komedie op te voeren. Maar ook met de dramatische kant van haar personage kan ze prima uit de voeten. Ben Barnes, die vorig jaar doorbrak als prins Caspian in de gelijknamige Chronicles of Narnia-verfilming, is ook fijn als de oppervlakkige jongeman die denkt dat het leven uit tennis en vossenjachten bestaat.
Een groot deel van de dialogen komt direct uit het toneelstuk van Coward en zijn kenmerkende scherpe humor is zo nu en dan te horen. Niet dat de film een volbloed komedie is, daarvoor zitten er toch te weinig grappen in. Het drama wordt daarentegen te weinig uitgewerkt om écht te raken, maar samen vormen de twee een aardige mix die heerlijk wegkijkt. De maffe bigbandmuziek is daarbij een zeer belangrijk element dat de film de nodige swing geeft. Niet alleen krijgen oude nummers van Coward een nieuwe versie, ook popnummers als Sex Bomb en Car Wash passeren de revue. Of je dat een geinige vondst of een tenenkrommende misstap vindt, hangt geheel van je eigen smaak af. Jessica Biel zingt overigens verdienstelijk het eerste en laatste nummer. Waar is al dat talent al die tijd verborgen gebleven?