Toeval of niet, maar A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence is de tweede Zweedse film in korte tijd die menselijke gebreken blootlegt met gitzwarte humor. Nadat twee weken geleden het intelligente gezinsdrama Turist verscheen, is het nu de beurt aan regisseur Roy Andersson. Zijn karakteristieke vervreemdende stijl levert een compleet ander soort film op dan wat zijn landgenoot Ruben Östlund maakt, maar er zijn wel degelijk treffende gelijkenissen te vinden. Ook A Pigeon... is een intrigerende, onderzoekende film die de kijker sardonisch een spiegel voorhoudt.
Niets blijft verborgen met de stijl van Andersson. Zijn statische camera filmt in chirurgisch uitgemeten kaders met een diepe focus en strakke belichting. Daarmee is het aan de kijker om te bepalen waar hij zich op concentreert: het decor, de mensen en taferelen op de achtergrond of de situatie op de voorgrond. Net als in de voorgaande delen uit Anderssons Living-trilogie (Songs from the Second Floor en You, the Living) moet het publiek zelf actief op zoek gaan naar betekenis. Binnen het komische absurdisme zit namelijk ook altijd een serieuzere ondertoon. In het geval van Gouden Leeuw-winnaar A Pigeon... toont die hoe schrijnend - en grappig - het onvermogen van mensen is om hun leven te controleren, of om er betekenis aan te geven.
De toon is snel gezet met de stekende humor in de drie korte introductiescènes waar de film mee opent. Samen gaan ze over hoe verschillend er met de dood om wordt gegaan. In de eerste scène gaat een vrouw op de achtergrond nietsvermoedend door met koken terwijl haar man aan een hartaanval sterft. Het tweede fragment toont een familie die ongeduldig wacht op de laatste adem van een oud vrouwtje met kostbare bezittingen. En in de laatste scène wordt in een cafetaria gevraagd wie de maaltijd en het biertje van een overleden man wil hebben. Hij heeft er immers al voor betaald.
Lachwekkend ongemakkelijke situaties, maar intussen zit er steeds een kern van waarheid in. Op een aangedikte manier laat Andersson zien dat niemand zich een juiste houding kan aanmeten als de dood om de hoek komt kijken. Onder de dikke laag absurdisme zit herkenbaar gedrag dat op kan spelen wanneer iemand overlijdt. Scène nummer één gaat over ontkenning, nummer twee over profiteren, nummer drie over verwarring en ontregeling.
A Pigeon... gaat vervolgens verder als een serie losse sequenties die het beste als sketches bekeken kunnen worden, waarin met veel donkere humor existentialistische vraagstukken worden aangekaart. Verbanden zijn er soms wel. Een terugkerend element is bijvoorbeeld het droevige duo dat geld denkt te kunnen verdienen met de verkoop van fopartikelen. Komisch, omdat die business in Anderssons troosteloze universum - gevuld met asgrauwe en verlopen gezichten - een hopeloos idee is. En tragisch, als je bedenkt dat dit ook twee mannen zijn die vergeefs proberen om de samenleving te verbeteren en zo iets betekenisvols met hun leven te doen.
De geabstraheerde aanpak van Andersson is minder makkelijk te behappen dan die van Östlund, maar tegelijkertijd is dat ook meteen wat zijn film prikkelend maakt. Waar Turist met een razendknap scenario het publiek na afloop aan het discussiëren krijgt, geeft A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence zijn kijkers de ruimte om zelf met interpretaties te komen, en op die manier te laten nadenken over zijn eigen bestaan.