Paul Schipper heeft zich opgewerkt bij Apollo, lees Spotify, en staat op het punt om als 'senior playlist curator' de oversteek naar Londen te maken. Een logische carrièrestap voor de biseksuele twintiger uit de provincie met een hoge prestatiedrang, en een boost voor zijn vastgeroeste relatie met Tessa. Wanneer Pauls promotie onverwachts op losse schroeven komt te staan, belandt hij in een kortstondige identiteitscrisis die zich voltrekt gedurende een zomerse dag en nacht in Amsterdam. Met zijn gehaaste, maar herkenbare speelfilmdebuut Goodbye Stranger stort regisseur Aaron Rookus een flinke lading zelfspot uit over de hoofdstad.
Gekleed in een lila visnettanktop en met een uitgestreken gezicht baant Paul zich een weg door de Amsterdamse straten. Hij heeft weinig oog voor de mensen om hem heen en gedraagt zich best wel als een klootzak. Vooral zijn naaste omgeving moet het ontgelden. Tijdens een etentje met zijn West-Friese ouders die het onderscheid tussen tapas en shared dining maar lastig vinden, weet hij hen herhaaldelijk op de ziel te trappen. Terwijl pa trots aan Tessa een filmpje uit de oude doos laat zien, foetert Paul hem uit over diens oubollige muzieksmaak, blind voor de onvoorwaardelijke liefde van zijn vader. Het ongemak snijdt lekker.
Dat Pauls tocht zich afspeelt over een etmaal houdt de vaart er goed in. Hij duikelt van de ene sketch over yuppig Amsterdam in de andere, met als uitsmijter het afscheidsfeest met een hoog kumbaya-gehalte van Carlijn en Jim, die voor vrijwilligerswerk naar Peru vertrekken. Voor veel jongvolwassenen zal het schouwspel een gevatte combinatie van herkenning en zelfspot zijn. Dan staat Paul opeens oog in oog met ex Dido, wiens debuutroman Goodbye Stranger over hun stukgelopen relatie net is uitgekomen.
Door het vluchtige script worden bijrollen weinig uitgediept. Met name Dido komt er karig vanaf. Jammer, want de luchtigheid waarmee Pauls biseksualiteit doorgang vindt in het plot is verfrissend. Tessa die Paul tijdens een wandeling schaamachtig bevraagt over zijn voormalige seksleven met Dido is daar een komisch voorbeeld van. Zij is overigens het enige personage dat naast Paul wel enigszins de ruimte krijgt. De chemie tussen Claire Bender en Martijn Lakemeier levert de beste momenten op.
Rookus bouwt ruimte in voor aanstekelijke muziek en probeert in te spelen op hedendaagse problematiek. Bijvoorbeeld door een terugkerende klimaatactivist in het verhaal te verwerken, maar deze momenten voelen wat geforceerd aan. Hoewel de aanlokkelijke speelduur van slechts eenentachtig minuten uitnodigt om Goodbye Stranger tussen de terrasjes door te pakken, had Rookus best meer tijd mogen nemen om deze maatschappelijke thema's meer tanden te geven.
Goodbye Stranger is dan ook een luchtige allemansvriend geworden. Een film met een knipoog over een Amsterdam waar schijnbaar iedereen in pasteltinten rondloopt. Het heeft weinig om het lijf en is soms wat clownesk, maar dat is ook precies de charme. "Het leven is geen taart," aldus Paul. Hadden we allemaal maar zulke diepgaande inzichten in slechts vierentwintig uur.