Portrait de la Jeune Fille en Feu
Recensie

Portrait de la Jeune Fille en Feu (2019)

De mooiste film van het jaar? Céline Sciamma maakt haar versie van het kostuumdrama, vol leven en prachtige beeldmetafoor.

in Recensies
Leestijd: 2 min 43 sec
Regie: Céline Sciamma | Cast: Noémie Merlant (Marianne), Adèle Haenel (Héloïse), Luàna Bajrami (Sophie), Valeria Golino(de gravin), e.a. | Speelduur: 119 minuten | Jaar: 2019

In een groot huis op een eiland woont een jongedame, die wordt uitgehuwelijkt aan een rijke knakker in Milaan. Maar hij wil haar eerst keuren, zonder dat hele eind te reizen. Een schilderes krijgt daarom de opdracht haar te portretteren. Maar er zijn obstakels. De jonge ex-kloosterlinge wil helemaal niet trouwen, net zoals haar tragisch overleden zus dat ook niet wilde. En een eerdere schilder is afgehaakt, omdat ze weigerde te poseren. Oftewel ze moet geschilderd worden in het geheim, en de kunstenares moet zich voordoen als haar chaperonne.

Mannen spelen geen rol van betekenis in Portrait de la Jeune Fille en Feu. Ze mogen blij zijn dat hun bestaan überhaupt wordt erkend. En juist dat pakt enorm mooi uit. Centraal staan namelijk vier vrouwen in het Bretagne van de achttiende eeuw: aanstaande bruid Héloïse, schilder Marianne, bediende Sophie en spaarzaam ook de van oorsprong Italiaanse gravin die opdracht geeft voor het portret. Het verhaal wordt vooral door de ogen van de kunstenares verteld. Het zijn haar herinneringen.

Terwijl ze samen het strand bewandelen, probeert de kunstenares haar subject stiekem te observeren voor een nachtelijke schilderpartij. Maar haar vluchtige blikken worden beantwoord. Ook al is er van alles wat hun onderlinge verhouding ernstig compliceert, één ding is vanaf het allereerste begin glashelder: Marianne en Héloïse voelen een connectie. En die groeit alsmaar dieper in de loop van de film. Merlant en Haenel spatten van het scherm, vooral op de momenten dat ze samen zijn. Ook als ze nauwelijks een woord wisselen.

Portrait de la Jeune Fille en Feu accepteert enige stijfheid van het kostuumdrama, maar ziet het nooit als een doel op zich. De personages mogen leven, opbloeien en zich gedragen als echte mensen. Oftewel: er is niet sprake van een constante beleefdheid die wordt gedicteerd door de vorm, maar van een interactie tussen mensen die evenwel nu hadden kunnen rondlopen. Sciamma heeft een talent om jonge vrouwen weer te geven op een manier waar iedereen zich mee kan identificeren, ook als ze tegen problemen aanlopen waar mannen geen weet van hebben.

De vrouw in brand is een steeds terugkerend beeldmotief. In de openingsscène wordt een schilderij getoond met dezelfde titel als de film, waarop een vrouw op een nachtelijk strand loopt met vlammen in de onderrand van haar jurk. De afbeelding beklijft, ook al is ze maar kort in beeld. De twee keren dat de verschijning van Héloïse in combinatie met vuur terugkeert, worden hierdoor extra adembenemend. En er zijn meer visuele vondsten die dit verder zo realistische en invoelbare verhaal een dikke laag beeldpoëzie meegeven.

Alles bouwt op naar een fenomenaal simpel, maar doeltreffend eindshot. Zo één dat meerdere minuten duurt en waarbij je alles wat in de film gebeurde nog een keer laat afspelen in je hoofd. De camera blijft intussen lekker lang hangen. Je kunt de film daardoor al laten bezinken, terwijl hij nog bezig is. Na films als Tomboy en Girlhood heeft Sciamma nog iets beters weten te pakken. Portrait de la Jeune Fille en Feu is misschien wel de mooiste film van het jaar.