The Last King of Scotland
Recensie

The Last King of Scotland (2006)

Forest Whitaker eist in elk shot de aandacht op als de charmante maar moorddadige en paranoïde dictator Idi Amin en is tegelijk charmant en angstaanjagend.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Kevin McDonald | Cast: Forest Whitaker (Idi Amin), James McAvoy (Nicholas Garrigan), Kerry Washington (Kay Amin) e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2006

In de westerse cinema gebeurt het zelden dat een verhaal dat zich op Afrikaanse bodem afspeelt vanuit het perspectief van een zwarte vrouw of man wordt verteld. De hoofdpersoon is bijna altijd een blanke, die meestal ook nog eens uit West-Europa of Noord-Amerika komt. Anders wordt er vanuit westerse landen geen geld uit het laatje getrokken om de film te financieren. Deze postkoloniale blik op Afrika wil nog wel eens clichématig uitpakken, maar levert soms uitstekende films op, zoals het recente The Constant Gardener of zoals nu The Last King of Scotland.

In The Last King of Scotland worden de verschillende kanten van de zwarte Oegandese dictator Idi Amin belicht vanuit het oogpunt van een blanke Europese buitenstaander. Amin was een legende in zijn tijd, een charismatische en charmante lolbroek die zowel in Oeganda als daarbuiten direct geliefd was en geloofd werd, toen hij in 1971 door een militaire coup de macht greep en een betere toekomst en snelle verkiezingen beloofde. Maar die verkiezingen bleven uit tijdens zijn acht jaar durende dictatuur, en van die betere toekomst kwam ook niks terecht. Naarmate de jaren zeventig verstreken kwamen naast de vriendelijke uitstraling en clownerie ook steeds meer de paranoia, bloeddorst en moordlust van Amin naar voren.

In een soortgelijke volgorde worden hoofdpersoon Nicholas Garrigan en het filmpubliek, inclusief degenen die bekend zijn met de gruweldaden van de dictator, verleid en op sleeptouw genomen door Amin. Pas later blijkt hoe gevaarlijk strak dat touw om de hals zit als de kinderlijke paranoïde moordenaar ook zijn andere gezicht laat zien. Helaas houdt de vereenzelviging van de kijker met de protagonist geen stand, omdat Garrigan een aantal onwaarschijnlijke en domme keuzes maakt. De uiteindelijke reden waarom hij zich afkeert van Amin is daardoor ietwat stupide en werpt een flinke smet op de laatste akte van de verder uiterst effectieve en enerverende thrillerplot.

Nicholas is een jonge Schotse dokter die naar het voor hem willekeurige Oeganda vertrekt om met zijn medische kennis mensen in nood te helpen. Als hij daar aankomt heeft Amin net zijn coup gepleegd en niet veel later ontmoet hij de charismatische dictator in eigen persoon. De mannen maken indruk op elkaar en Amin vraagt Nicholas zijn persoonlijke dokter te worden. Na verloop van tijd wordt het advies van de Schot steeds belangrijker voor de gewelddadige dictator.

In eerste instantie lijkt alles mooi voor Nicholas: Amin lijkt een aimabele, vrolijke slimme man die het beste voor heeft met Oeganda. En met Nicholas, getuige de feestjes en het vrouwelijk gezelschap die bij de nieuwe positie horen. Maar als een minister verdwijnt nadat Nicholas tegen Amin heeft gezegd dat hij de ambtenaar met een blanke Engelsman zag praten, is alles toch niet zo koek en ei als de dokter dacht. Hij probeert in eerste instantie zijn ogen te sluiten voor de wreedheden van de dictator, maar hij wordt gedwongen zijn kop uit het zand te halen als zijn eigen leven in gevaar komt.

De plot mag dan wat zwakker worden, de acteerprestatie van Forest Whitaker ontstijgt alles en iedereen. Hij straalt als Idi Amin zo’n energie en charisma uit, dat het onmogelijk is om niet door zijn personage gefascineerd te raken. Whitaker maakt van Amin niet een afgetekend monster of een man die enkel een goede en een slechte kant heeft, maar iemand in wie de kinderlijke charmeur en de levensgevaarlijke moordenaar versmolten zijn.

Het feit dat enkele bewoners van een dorp waar hij in de film een speech geeft, dachten dat de echte Amin was teruggekeerd, spreekt boekdelen. En dat lag heus niet aan de uiterlijke gelijkenis, want zoveel lijkt Whitaker niet op Idi Amin. Ook het feit dat Whitaker overal prijzen voor hoofdrollen wint, onderstreept de kracht van zijn prestatie, want in absolute tijd is hij zeker drie keer zo kort in beeld als James McAvoy. Regisseur Kevin McDonald mag héél erg blij zijn dat zijn speelfilmdebuut door zo’n magnifieke acteur naar een hoger plan is getild. Daardoor is het een zeer degelijke, meeslepende thriller geworden met enkele gebreken in de plot. The Last King of Scotland is echter alleen al door die formidabele performance ruimschoots de moeite waard.