L'Amour des Moules
Recensie

L'Amour des Moules (2012)

Een fascinerende en gevarieerde documentaire van eigen bodem over alle aspecten van de mossel. Het doet je met andere ogen kijken naar het schelpdier.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Willemiek Kluijfhout | Speelduur: 73 minuten | Jaar: 2012

Al zijn ze zo'n tien maanden per jaar verkrijgbaar, een volkswijsheid zegt dat ze het lekkerst zijn als de 'r' in de maand zit. De ware mosselliefhebber zit het komende half jaar in ieder geval gebakken. Al zijn ze ook heerlijk gekookt of gefrituurd. Dat er veel komt kijken bij de mosselteelt en de daaraan verbonden (eet)cultuur, wordt duidelijk in deze lofzang op het schelpdier die de on-Hollandse titel L'Amour des Moules (de liefde voor mosselen) heeft meegekregen. Naast leuke wetenswaardigheidjes en prachtig gecomponeerde plaatjes zit de film vol originele en uiterst smakelijke invalshoeken. Regisseuse Willemiek Kluijfhout maakte de opnames verspreid over de periode van een jaar.

Haar veelzijdige documentaire afdoen als een promotiefilm voor de mosselvisserij is iets te gemakkelijk, al is het een zeer prettig neveneffect. Het zal de mosselconsumptie zeker ten goede komen. De motivatie voor Kluijfhout om dit, zoals ze het zelf noemt, mosselodyssee te maken is een persoonlijke. Haar grootouders woonden in het Zeeuwse Yerseke waar de enige mosselveiling ter wereld huist. In haar kindertijd gruwelde Kluijfhout van de schelpdieren, maar haar afschuw maakte door het filmen op mosselschepen plaats voor bewondering.

Deze druipt er dan ook vanaf. De haast microscopische opnames van op grote afstand van elkaar seksende mosselen is, hoe gek het ook klinkt, pure filmpoëzie. Het sluit aan op het relaas van een mosselkweekster die zich heeft verdiept in de groei en levensloop van de diertjes. Ze wordt met argusogen bekeken door de mosselvissers, die het door een waslijst aan voorschriften en milieueisen steeds moeilijker krijgen. Maar ook de culinaire kant komt aan bod. Zo uit sterrenchef Sergio Herman zijn liefde voor de mossel en zien we de moeizame pogingen van de Belgen om ondanks hun schamele kustlijn zelf mosselen te kweken. Onze zuiderburen zijn namelijk nog grotere mosselverorberaars dan wijzelf, al vinden de Hollanders dat de Belgische mossel qua grootte en kwaliteit niet kan tippen aan de onze. Tot slot wordt ook de kleinschalige mosselkweek in het Waddengebied gevolgd en wordt door onderzoekers een verklaring gezocht voor de wisselende kwaliteit en kwantiteit ervan.

Kluijfhout is op zoek gegaan naar de vele parallellen tussen de delicate mossel en de mens die hem kweekt en consumeert. Het is een wat geforceerde opzet die er gelukkig niet te dik bovenop ligt. De verbanden tussen de diverse invalshoeken worden vakkundig aaneengesmeed, bijvoorbeeld als in de slotakte nog een gynaecoloog wordt opgevoerd die op het eerste gezicht niets met mosselen te maken heeft. De toon die de regisseur bezigt is afwisselend en verfrissend. Van dromerig tot uitermate komisch, bijvoorbeeld als er een nieuwe Mosselkoningin moet worden gekozen. En van licht dramatisch tot watertandend. Het geheel wordt schitterend omlijst door de stemmige soundtrack gevuld met muziek van de Belgische accordeonist Tuur Florizoone.

Voor wie de smaak letterlijk en figuurlijk te pakken heeft: tegelijk met de documentaire verschijnt een smaakvol uitgevoerd boek met de titel L’Amour des Moules – Over Mosselen en Mensen.