Alex Cross is psycholoog en rechercheur bij moordzaken. Als hij na een brute moord op de plaats delict arriveert, weet hij meteen dat hij te maken heeft met één hevig gestoorde moordenaar. Een kunstzinnige moordenaar die kubistische tekeningen achterlaat als aanwijzing. Vanaf dat moment kan het kat- en muisspel beginnen.
Alex Cross staat bol van de slechte dialogen. Maar je weet pas echt dat het schip zinkende is als het publiek in de zaal in een deuk ligt erom. Dat moment dient zich aan wanneer Dr. Alex Cross een psychoanalyse maakt van Picasso. Het is een ogenschijnlijk diepgaande analyse gebaseerd op enkele luttele aanwijzingen. Het komt erop neer dat meneer de crimineel een sociopaat en een narcist is die iemand moet laten lijden. Maar die iemand kan eigenlijk iedereen wel zijn. Het is dan ook ongeloofwaardig dat Alex een baan aangeboden heeft gekregen bij de FBI om daar als psychoanalyticus aan de slag te gaan.
Wat nog ongeloofwaardiger is, is het gevecht tussen Alex en Picasso. Waar Picasso eerst wordt neergezet als gevaarlijke maniak die dood en verderf zaait alsof een heel arsenaal aan criminelen deze daden heeft verricht, stappen de makers daar net zo gemakkelijk weer vanaf en heeft Picasso ineens moeite met Dr. Alex Cross. De ongeloofwaardigheid zit hem zowel in het personage Alex Cross als in de acteerprestaties van Tyler Perry. Zijn personage is van huis uit psycholoog en wordt aangesproken met doctor. Een titel die wel heel intelligent klinkt, maar niet zo heldhaftig. Deze zogenaamd superintelligente kant wordt ook nog eens uitvergroot door zijn briljant bedoelde psychoanalytische constateringen. Daarnaast weet Tyler Perry simpelweg niet te overtuigen als actieheld. Jammer want met wat meer Rambo-uitstraling was het een stuk geloofwaardiger geweest dat Alex en Picasso aan elkaar gewaagd zijn. Ook John C. McGinley is totaal niet serieus te nemen als politiecommissaris. Hij is vooral bekend van zijn rol in Scrubs en weet die komische ondertoon in zijn acteren niet van zich af te schudden in deze film. Dan is er ook nog Edward Burns. De keuze voor hem is qua typecasting nog wel redelijk. Maar soms lijkt het alsof hij vergeet dat de camera's draaien en staat hij erbij te kijken alsof de acteurs gewoon de teksten aan het doorspreken zijn.
Is er dan helemaal niets positiefs te noemen? Je zou het bijna denken, maar Alex Cross heeft gelukkig een lichtpuntje genaamd Matthew Fox. Fox zet heel overtuigend een ziekelijk gestoorde huurmoordenaar neer. Voor de rol viel hij maar liefst twintig kilo af en bleef er niet meer over dan een dun velletje over wat spieren. Het lichtelijk akelige uiterlijk van Fox complementeert het psychotische brein van zijn personage. Zijn blik is soms angstaanjagend en zelfs de slechte dialogen weet Fox geloofwaardig eng over te brengen. Waarvoor dank, want zonder hem was de wens om de zaal te verlaten ondragelijk geweest.
Hoewel de film bedoeld is als serieuze actiethriller, heeft hij meer weg van een satirische versie ervan. Misschien juist omdat de makers het allemaal te serieus hebben genomen. De film is voorspelbaar, cheesy, ongeloofwaardig en zowel de dialogen als de meeste acteerprestaties zijn om te janken. Was de film daadwerkelijk als satire bedoeld, dan was het geen slechte geweest.