Waar wij Nederlanders opgroeien met Jip & Janneke en Nijntje, krijgen de Zweedse kinderen Alfons Åberg. Sinds de jaren zeventig zijn er al tientallen boekjes verschenen met korte avonturen, geschreven voor de jongste doelgroep. En er is een goed bekeken televisieserie. Verrassend is het dus niet dat er nu ook een bioscoopfilm over het jonge knulletje is gemaakt.
In ons eigen land zagen we al hetzelfde gebeuren met tal van kinderavonturen. Vooral de films naar de boeken van Annie M.G. Schmidt zullen bij de meesten wel een belletje doen rinkelen, maar ook Nijntje kreeg vorig jaar een avontuur van speelfilmlengte. En eerder dit jaar waren de kattenvriendjes Pim & Pom in de bioscoop te zien in een vertederende animatiefilm, mooi gemaakt in de stijl van de bekende Fiep Westendorp-tekeningen. Bij ons hebben zulke films waarschijnlijk dezelfde charme als Hocus Pocus met Alfons Alfrink in Scandinavië. Ouders die met hun kinderen naar de bioscoop gaan, hebben op die manier ook nog een fijne, nostalgische zit.
Maar in Nederland kennen wij Alfons Alfrink niet of nauwelijks, dus kijkt deze animatiefilm meer weg als doorsnee tekenfilm. Desalniettemin zal dit laagdrempelige avontuur bij de doelgroep ongetwijfeld goed in de smaak vallen.
In dit verhaal, gebaseerd op een boekje uit 1987, wil het jonge hoofdpersoontje dolgraag een hondje hebben, maar zijn vader vindt dat geen goed idee. Zon dier vergt veel aandacht en verantwoordelijkheid, daar is Alfons nog te klein voor. Maar het ventje geeft niet meteen op. Dan maar geen snoep meer kopen van zijn zakgeld. Hij zal net zo lang sparen tot hij geld genoeg heeft om een trouwe viervoeter te kunnen kopen.
Dat valt natuurlijk vies tegen met dat kleine beetje zakgeld, maar wanneer Alfons op straat een oude man tegenkomt die kan goochelen, ziet hij een nieuwe mogelijkheid. Misschien dat hij wel een hond uit zijn hoge hoed kan toveren.
Hocus Pocus met Alfons Alfrink is helemaal afgestemd op het perspectief van de kleinste kijkers en dat levert een aantal aandoenlijke momenten op. Hoe de kleine Alfons bijvoorbeeld met een denkbeeldig vriendje praat (die als twee druppels water op hem lijkt), over kwesties die voor hem - en het jonge publiek - heel gewichtig zijn.
Alles is versimpeld in dit kinderfilmpje. Dat is zelfs terug te zien in de animatiestijl. De Noorse regisseuse Torill Kove, die een Oscar won voor haar korte film The Danish Poet, baseerde zich op de originele tekeningen, die er vaak uitzien alsof ze niet alleen voor maar ook door kinderen zijn gemaakt. Sommige details, zoals een kraan of keukengerei, zijn niets meer dan een paar zwarte lijntjes. Eenvoud is waar het hier om gaat. Kovill voert dat consequent door, wat voor kleine kinderen een fijne tweeënzeventig minuten op zal leveren.