In het water van de Atlantische Oceaan zwemt een haai en deinen zeeplanten met de stroming mee. Ineens glijdt een duikbril voorbij en wordt de rust van de stille onderwaterwereld verstoord. Met een mes snijdt de indringer vakkundig een grote, kleurrijke schelp uit de rotsen. De zeeslak gaat eruit, de schelp zakt eenzaam terug naar de bodem van de oceaan. Dat Zuid-Afrika de vangst van deze bedreigde diersoort heeft teruggeschroefd, is alleen maar positief. Toch? De gevolgen voor de vissersgemeenschap in Hawston blijken desastreus.
Regisseur Heinrich Dahms is geboren in Zuid-Afrika en woont inmiddels in Nederland. In de documentaire geeft hij een stem aan een kleine vissersgemeenschap in het zuidwesten van zijn geboorteland. Liefdevolle kerkliederen en beelden van het mooie landschap aan de oceaan situeren het dorpje Hawston in een landschap van hoop en positiviteit, maar de realiteit is bikkelhard. Zo vertelt Genine met een blik vol pijn over de mysterieuze dood van haar zoon Steven, worstelt Sherman met de harde wetten op zee en verlangt Ellen naar een nieuw leven zonder haar verslaafde man. Vervallen huisjes en een klok zonder wijzers duiden op armoede. Een armoede die is ontstaan doordat de grote vissersbedrijven de zaken hebben overgenomen. Een armoede die alsmaar toeneemt en zijn slachtoffers tot illegale praktijken dwingt. Ze moeten wel, om eten op tafel te zetten. Als ze niet meer op zee kunnen gaan, hebben ze niets meer.
De schatkist aan de Zuid-Afrikaanse kunst is de abalone, een schelp met een zeeslak die in China niet alleen een delicatesse maar ook een afrodisiacum is. Hoe gevaarlijk het is om die bedreigde diersoort te vangen, blijkt wanneer Sherman de zee op pad gaat. Het begint rustig, maar wordt al snel serieus als de politie een meedogenloze achtervolging inzet en niet vies blijkt te zijn van een kogeltje hier en daar. Ineens wordt duidelijk waarom Genine de autoriteiten tot een tweede autopsie van haar zoon dwingt. Is dat geweld terecht? Sherman vindt van niet."Jullie noemen ons stropers omdat jullie stropers van ons hebben gemaakt."
Het is gemakkelijk om terug te grijpen op cijfers en argumentatie, om een verhaal te maken over ethische dilemmas, over natuurbescherming versus werkgelegenheid. Maar dat is niet Dahms stijl. Hij zet simpelweg een schijnwerper op een klein dorpje vol verhalen, hij geeft een podium aan mensen die anders niet worden gehoord. Dahms talent is groot, want de hoofdrolspelers gaan zo natuurlijk met de camera om dat het haast wel geschreven lijkt ze vertrouwen de regisseur zelfs hun grootste geheimen toe.
Het geheel is dan ook intrigerend. Stukje bij beetje vallen de puzzelstukjes in elkaar en is het plaatje van het leven in Hawston compleet. Dat er iets moet veranderen, is duidelijk. Want, zoals Ellen vertelt: "als je eenmaal in de goot zit, haalt niemand je er meer uit."