Vele mensen dromen ervan om voor altijd jong te blijven, maar wie genoeg films rondom het thema onsterfelijkheid gezien heeft, weet dat het eeuwige leven niet altijd is waarvan men gedroomd had. Wanneer de negenentwintigjarige Adaline met haar auto in het water belandt en in een coma raakt, wordt zij door de plotselinge inslag van een bliksemschicht weer tot leven gewekt. Met als bijwerking dat de blonde schone geen dag meer ouder wordt. Het ongeluk vond plaats in de jaren dertig, maar wij ontmoeten de nog steeds even jonge Adaline pas in de eenentwintigste eeuw. Helaas blijken haar problemen vele decennia later nog steeds grotendeels romantisch van aard.
Als kwieke dame van honderdzeven lentes jong is Adaline gedwongen om eens in de zoveel jaar te verhuizen en een nieuwe identiteit aan te nemen. Dit om de argwaan van de Amerikaanse veiligheidsdiensten tijdens de communismeparanoia te vermijden. Dat zij na al die jaren nog steeds zoveel moeite neemt om zich schuil te houden is direct al een tikkeltje vergezocht, maar zal geaccepteerd moeten worden om in het plot mee te kunnen gaan. Op het moment dat de film opent werkt Adaline in het bibliotheek van San Francisco, een onopvallend baantje dat haar bij uitstek de ruimte geeft om middels oude archiefbeelden terug te duiken in het verleden.
Voor een jonge actrice zal het misschien een uitdaging zijn om een oude vrouw te vertolken, maar het moet gezegd worden dat Lively hier aardig in slaagt. Ondanks haar jeugdige uiterlijk weet ze regelmatig het gevoel te wekken dat er daadwerkelijk een oudere vrouw in beeld verschijnt. Waar regisseur Krieger vaak nog een beetje zoekende lijkt over hoe de onsterfelijkheid van zijn hoofdpersonage interessant kan worden toegepast, weet Lively dagdromend over de goede oude tijden vaak wel de juiste melancholische toon te raken. Dat de flashbacks zo nu en dan aan elkaar worden gepraat door een tamelijk oubollige trailerstem is zelfs nog wel te vergeven.
Helaas gaat dat alles vrij snel verloren wanneer Adaline een nieuwe liefde tegen het lijf loopt. Aan Michiel Huisman, naar wiens rol in Nederland nieuwsgierig werd uitgekeken, is dat niet echt te wijten. De acteur is charismatisch genoeg als de steenrijke geschiedenisliefhebber Ellis en spreekt inmiddels zo vlekkeloos Engels dat iemand die hem niet zou kennen waarschijnlijk niet eens zou vermoeden dat hij naar een Nederlander zit te kijken. Het is daarentegen wel jammer dat de film vanaf dit punt verandert in een wat meer standaard romance waarin de wel erg perfecte vrijgezel alles uit de kast trekt om zijn liefde te veroveren. Met het uitgangspunt wordt vervolgens weinig boeiends meer gedaan. Sterker nog, wanneer je het gegeven van onsterfelijkheid verwisselt met bindingsangst zou het nagenoeg dezelfde film op hebben geleverd.
Uiteindelijk moet je meer dan een uur van romantische dates, gezwijmel en zullen-ze-nou-wel-of-niet uit moeten zitten, voordat zich überhaupt een boeiende wending aandient. Harrison Ford maakt nog een verrassend optreden als Ellis vader, die ook een verleden met Adaline blijkt te hebben gedeeld. Hoewel Ford een veel warmere en innemendere rol aflevert dan we in de nadagen van zijn carrière van hem gewend zijn, verschijnt hij veel te laat ten tonele om de film nog van een voorspelbaar en zoetsappig einde te kunnen redden. Hoe elegant Kriegers film soms ook mag ogen, het resultaat is vooral slaapverwekkend.