Het contact tussen de inmiddels zesenzeventigjarige fotografe Irina Ionesco en haar dochter Eva wordt onderhouden in de rechtszaal. Moeder en dochter spreken elkaar namelijk al jaren enkel en alleen bij monde van hun advocaten. Oorzaak van het familieconflict zijn de smakeloze artistieke uitspattingen van moeder Ionesco die leidden tot het verliezen van de ouderlijke macht. Ionesco genereerde naam, faam en schande in de jaren zeventig. Dochter Eva was haar muze en dat was nu juist het probleem. Eva was nauwelijks een tiener toen haar moeder pikante plaatjes van haar eigen kind schoot en deze zelfs verkocht aan de Playboy en Penthouse. Het Franse culturele establishment was in shock. Het riep de terechte morele vraag op waar de vrijheden van kunst ingesnoerd moesten worden.
Met Eva is het nog best goed gekomen. Ze volgde een opleiding als actrice, speelde in talloze producties en kwam vier jaar geleden met haar eerste korte film als regisseur. Eva Ionesco heeft begrijpelijkerwijs het verleden nooit kunnen loslaten. Haar ervaringen met haar moeder worden autotherapeutisch verwerkt in haar speelfilmdebuut My Little Princess, in ons land omgedoopt tot [/i]Im Not a F**king Princess[/i]. Deze titel dekt wellicht beter de lading. Dit autobiografische drama roept naast de kwestie wat nog kunst mag heten de vraag op wie hier nu de prinses uit de titel is. Het antwoord lijkt de egoïstische moeder die de onschuld van haar dochter verkocht voor eigen artistieke genoegdoening en succes.
Isabelle Huppert kroop in de huid van Irina Ionesco, hier voor de gelegenheid Hannah genoemd. Ze leeft samen met haar Roemeense moeder en haar dochter Violetta (in wie we dus Eva herkennen). Hannah is kunstenares en voortdurend de hort op. Ze komt regelmatig met vreemde mannen aanzetten. Ze kijkt alleen om naar haar dochter als het haar uitkomt. De fotografe denkt naar eigen zeggen slechts in beelden en niet in moederschap en verantwoordelijkheden. De jonge Violetta gaat, hunkerend naar liefde, graag mee in de spelletjes van haar grillige moeder. Het begint met onschuldige verkleedpartijtjes, zoals wel meer moeders en dochters doen. Maar Hannah richt steeds vaker een camera op haar kind, dat geniet van al deze plotselinge aandacht. Ze overschrijden geleidelijk een gevaarlijke grens.
Het is flink wennen en zelfs afzien om een stijlvolle actrice als Huppert in de rol van losbandige kunstenares te zien. Haar vertolking wil maar niet echt overtuigen, waarbij het ingewikkelde karakter van haar personage en de gevoelige thematiek ook niet bepaald meewerken. Huppert worstelt zichtbaar met haar overdreven en complexe personage. De ontwikkelingen tussen moeder en dochter zijn zo onvoorstelbaar dat je bijna zou geloven dat de boel wel flink aangedikt zal zijn. Het exacte waarheidsgehalte laat zich lastig vaststellen, want het is natuurlijk een onmogelijke opgave voor Ionesco om objectief haar eigen levensverhaal te verfilmen. Het valt de filmmaakster echter te prijzen dat ze zelfs het expliciete intact heeft gelaten. Zo erg dat het uiterst ongemakkelijk en stuitend wordt. Keerzijde is wel dat Ionesco weinig nuanceert. Interessante subthemas als Violettas eenzame positie op school en de rol van de grootmoeder komen hierdoor in de verdrukking.
Het gevoel dat Ionesco bij haar publiek achterlaat is een goede vertaling van de controverse die halverwege de jaren zeventig in het Franse artistieke milieu woedde. Debutante Anamaria Vartolomei is betoverend en net als haar personage opvallend rijp en volwassen. Maar Violetta blijft een kind dat bescherming en geborgenheid van een ouder nodig heeft; een aspect dat voortdurend door Vartolomeis naturelle spel doorschemert. Im Not a F**king Princess eindigt met een schokkende onthulling waaruit haast voorzichtig mag worden gedestilleerd dat Ionesco wellicht nog een greintje begrip voor haar moeder kan opbrengen.