In the Earth opent met een situatie waar iedereen inmiddels vertrouwd mee zal zijn: een dodelijke pandemie waarin we onze huidige wereld kunnen herkennen. De eerste kennismaking tussen de hoofdpersonages gaat aldus gepaard met mondkapjes, desinfectiegel en anderhalve meter afstand. Biologisch wetenschapper Martin moet in een door de overheid overzien bosgebied een collega bijstaan in haar onderzoek naar bijzonder vruchtbare grond. Buitenstaander Martin ontdekt de lokale folklore en dan wordt snel duidelijk dat er iets niet in de haak is.
Angst zaaien bij de kijker is een moeilijke opgave. Ben Wheatley slaagt hierin door meerdere bronnen van angst te omarmen en in te zetten. Door het gebruik van verschillende vormen van horror ontstaat er een mengelmoes die continu met het verwachtingspatroon speelt. In grote delen van de film hangt een onderhuidse spanning geheel in de geest van The Blair Witch Project, die vervolgens glansrijk overgaat in snoeiharde bodyhorror. Het is een ambitieuze cocktail die verrassend goed smaakt.
Dat In the Earth is opgenomen in vijftien dagen met een laag budget en een klein team, valt er niet aan af te zien. Wheatleys regie straalt zelfvertrouwen uit en hij weet zelfs gemakkelijk te switchen tussen genres. Horror voert de boventoon, maar vlagen van drama en zelfs wat humor zijn eveneens aanwezig. Wat dit zelfvertrouwen ook bijstaat is de verhaalvertelling. Er is een verrassende wetenschappelijke en biologische laag te vinden in de gebeurtenissen die zich ontrafelen. Lagen die veelal worden genegeerd in films omtrent folklore. Het getuigt van durf bij de regisseur.
In the Earth neemt zijn tijd om de spanning goed op te bouwen. Gaandeweg duiken wat psychedelische trekjes op, die steeds meer escaleren en uiteindelijk uitmonden in iets wat overeenkomsten kent met een fout gelopen lsd-trip. Het zorgt voor een toenemende mate van ontvreemding die op een goede manier doet denken aan Annihilation. Dankzij de hectische, indringende muziek van Clint Mansell spat de hectiek van het beeld.
Het sublieme acteerwerk van Joel Fry weet van Martin een overtuigend personage te maken. Hij voorziet het personage van een gevoelige gelaagdheid en schittert ook tussen de regels door wanneer we het alleen met een blik moeten doen. Zijn pad kruist dat van de dakloze Zach, waarmee vertolker Reece Shearsmith een intrigerende mix van amicaal en creepy weet te serveren. Zijn indringende intensiteit wordt opgevolgd door luchtige grapjes en gesprekken. Precies zo'n man die je niet in een bos wilt tegenkomen. Wat begint met een beschaafde ontmoeting, verschuift al snel naar iets heel anders.
Dit alles bij elkaar klinkt als een hele opgave en dat is het soms ook. Af en toe neemt Wheatley te veel hooi op zijn vork, waardoor de film op momenten, vooral in de laatste akte, onder zijn eigen gewicht bezwijkt. De regisseur wil gewoonweg te veel bereiken in te korte tijd, waardoor te weinig aandacht overblijft voor de ontknoping, die daardoor een gehaaste indruk maakt. Desondanks kauwt Wheatley zijn einde niet voor, maar laat hij menig vraag onbeantwoord. Niet op een flauwe manier, maar op een wijze die ervoor zorgt dat de film nog een tijdje nazindert.
Door zijn ingetogen stijl weet In the Earth aansluiting te vinden bij de huidige trend van artistieke horrorfilms als Hereditary en Midsommar. Hoewel Wheatley niet kan tippen aan de kwaliteit van die Ari Aster-films, weet hij voldoende zijn eigen niche te vinden. In the Earth voldoet prima wanneer je net wat meer verwacht dan de geijkte horrorfilmclichés. Als er al niet genoeg redenen waren om niet alleen het bos in te gaan, dan is er met het nieuwste project van Wheatley nog een bijgekomen.
In the Earth is te zien bij Amazon Prime Video.