Europa is in oorlog. De fascisten rukken steeds verder op richting Frankrijk, waar de Duitse Georg (Franz Rogowski, bekend van Victoria en Happy End) niet langer veilig is. Hij ontvlucht Parijs en vertrekt naar Marseille om daar te proberen op de boot richting Mexico te komen. Op het stampvolle consulaat verwarren ze hem met de gevierde Duitse schrijver Weidel; Georg heeft immers door omstandigheden diens visum en manuscript. Omdat het zijn kansen op een plek op het schip verhoogt, gaat Georg mee in de identiteitswissel. Maar toen had hij Weidels mysterieuze echtgenote Marie (Paula Beer, uit Frantz), nog niet ontmoet.
Op het eerste gezicht doet Transit, de nieuwe film van de Duitse Christian Petzold (Barbara, Phoenix) denken aan een postapocalyptische film met een onzichtbare vijand; een niet nader benoemde oorlog in modern Frankrijk, zoals ook Michael Haneke liet zien in Le Temps du Loup (2003). Maar langzaamaan vertelt de plechtige voice-over over andere dingen dan wij zien in dat contemporaine decor, waar Georg zich beweegt tussen het chaotische consulaat, de sociale huurflat van Noord-Afrikaanse vrienden en zijn groezelige hotelkamer. De voice-over rept over zuiveringen, razzia's en kampen. De Duitser als vijand. Begrippen die aan de Tweede Wereldoorlog herinneren. Maar wat de kijker ziet is de Kafkaëske, totaal willekeurige en onmenselijke administratieve rompslomp van het leven van de vluchteling. Die Duitsers zijn vooralsnog niet in beeld; het is de collaborerende Franse overheid die Georg en andere onderduikers achternazit.
Transit is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Joods-Duitse Anna Seghers, een boek dat zij in 1944 in ballingschap schreef. Seghers vluchtte zelf uit de Franse hoofdstad, via Marseille naar Mexico en haar boek is een van de weinige oorlogsromans die tijdens de Duitse bezetting geschreven is - en daarom een klassieker. Naast de eerdergenoemde inspiratiebron Franz Kafka brengt Transit ook het oude Hollywood en met name Hitchcock in herinnering, alsmede film noir en het traditioneel theater. Dat zit 'm in de toneelmatige herhaling van personages, locaties en handelingen, de onmiskenbare wetmatigheden van de spionagefilm, het manuscript van de schrijver dat als een rode draad door het verhaal loopt, en de gedragen, ogenschijnlijk alwetende verteller die de gedachten en de motivaties van de personages benoemt in de voice-over. Petzold bedient zich van de klassieke kunsten, zowel wat vorm als thematiek betreft. Zijn film gaat over liefde, oorlog, identiteit en ontheemding. Maar het belangrijkste thema is dat van menselijkheid. Het gaat om medemenselijkheid en om het gevoel er als mens toe te doen. Van beide is nauwelijks sprake in het oeuvre van Petzold.
Door de stijlkeuzes krijgt de film een zweem van kunstmatigheid en iets conceptueels. Dit gekunstelde, gecombineerd met het abstract gehouden conflict en de onzichtbare vijand, zorgt ervoor dat Transit, ondanks de verschrikkingen, nergens grimmig of indringend wordt. Met name het personage van Marie, dat als een mysterieuze femme fatale in regenjas regelmatig opduikt om weer even plotseling te verdwijnen, blijft schetsmatig. Zij is eerder een idee dan een mens.
Door deze klassieke oorlogsroman te verfilmen in hedendaags Marseille, de Zuid-Franse havenstad waar Georg een vluchteling is tussen andere, Afrikaanse en Arabische, illegalen, creëert Petzold een bespiegeling op de huidige politieke en sociale situatie in Europa. Transit reflecteert niet alleen op het verhaal van Seghers en dat van andere slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar bovenal op de gespannen verhoudingen binnen de EU met betrekking tot de huidige vluchtelingenproblematiek en de opkomende nationalistische en fascistische sentimenten. Ondanks de afwezigheid van moderne media, speelt Transit nadrukkelijk in het nu. En in dat heden waar onhoudbare conflicten sluimeren en oorlog op uitbreken staat, gaat voor het gros van de bevolking - de Fransen zelf - het leven gewoon door. Men sluit de ogen voor de vluchtelingen; voor de nieuwen, de eerderen en de eeuwigen.
Bij aankomst in de havenstad, waar hij na een nacht in een goederenwagon terecht is gekomen, is de illegale Georg helemaal op zichzelf aangewezen. Zo verduidelijkt de voice-over: "Het ergste was niet dat ze hem aankeken omwille van zijn vieze kleren en vuile gezicht, maar het feit dat ze hem juist geen blik waardig gunden." En zo draagt de aanvankelijk afstandelijk aandoende aanpak uiteindelijk juist bij aan de emotionele betrokkenheid - en het ongemakkelijke gevoel - bij de kijker, die zich geconfronteerd ziet met zijn eigen neiging tot wegkijken.