Voor een film waarvoor zowel pers als publiek destijds niet enorm warmliepen, blijkt The Purge uit 2013 een opvallend lange adem te hebben. Er kwamen twee vervolgen (die zowaar verbetering boden ten opzichte van het eerste deel) en vanaf het najaar kunnen we een televisieserie verwachten over de jaarlijkse nacht waarin alle criminaliteit is toegestaan. Dat lijkt een prima eindstation voor de reeks, maar omdat men het bioscoopsucces nog niet beu is, krijgen we eerst nog even een prequel te verwerken. Trilogieafsluiter Election Year eindigde immers met het hoopvolle vooruitzicht dat de Purge zou worden afgeschaft en dus moeten we voor meer straffeloos bloedvergieten terug in de tijd. Niet dat dit voor de kijker veel uitmaakt; de eerste Purge is vrijwel hetzelfde als alle andere edities, inclusief verspilde potentie.
Het enige grote verschil is dat de allereerste editie kleinschaliger is. Het betreft namelijk een pilot die plaatsvindt op Staten Island, het district van New York dat qua oppervlakte niet groter is dan Texel maar een inwoneraantal heeft van bijna een half miljoen. Dat dit eiland als proeflocatie is gekozen vanwege zijn representativiteit voor de rest van het land, lijkt nogal uit de lucht gegrepen. De getoonde bevolking bestaat louter uit etnische minderheden met een lage sociale status, van wie een groot deel zich inlaat met drugshandel of andere criminaliteit. Het oogt in ieder geval niet als een plek waar de politie vaak langskomt, dus een nacht waarop de autoriteiten niet thuisgeven en iedereen op zichzelf is aangewezen, zou niet bepaald als een volledig nieuwe situatie hoeven worden beschouwd.
Eenieder die zijn leven wil behouden doet er goed aan het eiland een nachtje te verlaten, maar daar is iets op bedacht: wie blijft krijgt van de overheid een vergoeding die velen maar al te goed kunnen gebruiken. De toelage is zelfs nog wat groter bij actieve deelname aan de 'festiviteiten'. Waar eerdere Purge-films enigszins toonden tot welke gruweldaden mensen in staat zijn wanneer ze worden gevrijwaard van gerechtelijke vervolging, lijkt dit deel te willen ingaan op wat mensen zonder geld zoal bereid zijn te doen om hun financiële situatie enigszins te kunnen verbeteren. Maar zoals vaker in deze filmreeks wordt met dit potentieel interessante gegeven bijzonder weinig gedaan. De enigen die echt aan het moorden slaan, zijn degenen die dat zonder Purge waarschijnlijk ook wel zouden doen.
Zo is het moeilijk te geloven dat iemand die permanent stijf staat van de agressie zich 364 dagen per jaar zou inhouden omdat hij bang is voor gerechtelijke vervolging. En wat te denken van een drugsbaron die zijn concurrent poogt af te maken, waarna laatstgenoemde hem juist een kopje kleiner maakt? Is daar nou echt een Purge voor nodig? Drugscriminelen trekken zich over het algemeen bijzonder weinig aan van heersende wetgeving als het aankomt op het beschermen van hun machtsstatus. Het invoeren van de Purge op het geportretteerde Staten Island is haast alsof je voetgangers expliciete toestemming geeft om bij het oversteken van de straat tussen middernacht en zonsopgang het rode licht te negeren. Leuk, maar dat gebeurde toch al wel.
De situatie lijkt enigszins op scherp te worden gezet wanneer leden van de Ku Klux Klan het eiland onveilig komen maken. De insteek daarvan is dat de lokale zwarte bevolking deze indringers straffeloos overhoop mag knallen, maar het plot zit echte bevrediging hierbij flink in de weg. Hun reactie is namelijk niets anders dan zelfverdediging en onder de witte kappen zitten geen hatelijke rednecks, maar gewoon militaire huurlingen die door de overheid zijn gestuurd om de arme bevolking wat uit de dunnen. Was het niet veel boeiender geweest als juist een groep beschaafde zwarte mensen zou besluiten de nacht te benutten om voor eens en altijd af te rekenen met al hun racistische buren? Maar helaas, The First Purge heeft hetzelfde probleem als zijn drie voorgangers: in plaats van te verkennen hoe dun ons laagje beschaving eigenlijk is, wordt constant duidelijk verschil gemaakt wie de goeden en de slechten zijn.
James DeMonaco, die de vorige drie delen schreef en regisseerde, staat ditmaal enkel als schrijver en producent op de aftiteling. Zijn gaandeweg steeds beter wordende regie wordt node gemist, want opvolger Gerard McMurray blijkt niet bepaald bedreven in actie, satire of acteursregie. Ter illustratie van dat laatste: zelfs de altijd innemende Marisa Tomei loopt er flink verloren bij als wetenschappelijk geïnteresseerde initiatiefneemster van het project, die op zeker moment zowaar mag proberen het klassieke "What have I done?" op geloofwaardige wijze uit haar mond te krijgen. The First Purge is een zielloze film die niets te melden heeft wat de vorige delen niet al beter wisten te zeggen, en dat waren al geen schoolvoorbeelden van messcherpe satire. Het is te hopen dat men voor de televisieserie wat nieuwe ideeën heeft bewaard, want bij de films lijkt de rek er inmiddels aardig uit te zijn.