Nadat Blonde van Andrew Dominik op Netflix werd gedropt, hoorde je her en der dat dit de laatste film zou zijn waarbij de streamingdienst vrij spel zou geven aan de regisseur. Menig filmliefhebber had het moeilijk met de markante regiestijl die eigen is aan de Marilyn Monroe-biopic wat aanleiding gaf tot gemengde, soms afwijzende gevoelens. In Bardo, False Chronicle of a Handful of Truths gaat men (gelukkig) nog een stapje verder zodat je kunt stellen dat dit halfgeslaagde meesterwerk van Alejandro González Iñárritu de meest gewaagde film is die ooit gedraaid is met Netflix-geld.
Voorlopig kan je deze bijna drie uur durende semi-autobiografische film nog op het witte doek bewonderen. Het kost je wel een bioscoopkaartje, maar dit visuele spektakel moet je echt op een groot scherm zien. Dat is natuurlijk niet de reden waarom deze film wel een bioscooprelease krijgt en andere Netflix-titels weer niet, wel omdat de streamingdienst hiermee opnieuw hoopt de Oscars te bereiken, en wie weet lukt dat wel want Bardo is niet alleen een ode aan het leven, maar ook aan de cinema, en dan vooral aan auteurscinema.
Het flamboyante schouwspel doet bij uitstek denken aan Federico Fellini. Niet eens zozeer vanwege het zwierige elan waarmee de film aanvangt, maar vooral omdat het overduidelijk is dat Iñárritu met Bardo zijn eigen Otto e Mezzo heeft willen maken, de klassieker met Marcello Mastroianni die een spiegel is van Fellini's leven. De bijna zestigjarige Mexicaanse filmregisseur blikt via het personage van Silverio Gacho op zijn manier terug op zijn eigen leven.
Silverio is een gevierd documentairemaker wiens werk enorm veel bijval heeft bij de Amerikaanse critici. De man kan daardoor genieten van roem en een verblijf in Los Angeles, voor vele landgenoten likt hij gewoon de kont van de Amerikanen. In eigen land heeft men enerzijds respect voor hem, maar anderzijds ook veel afgunst.
De documentairemaker vecht niet alleen tegen zijn eigen bevolking, maar ook zijn privéleven wordt overschaduwd door tragedies. Bardo toont het contrast van het leven; het geluk maar ook het verdriet. Je merkt het al, Bardo is niet meteen filmvoer voor de modale Netflix-kijker. Meer zelfs, de nieuwste van Iñárritu oogt in de verste verte niet als een Netflix-film en wie weet is dat wel de grootste hinderpaal. Anderzijds kun je er je voordeel uithalen dat deze titel weldra op televisie te zien zal zijn, want je hebt hem mogelijk niet meteen door. Niet omdat hij pretentieus is, maar wel omdat het een puzzel is die vrij moeilijk is te vormen na een eerste visie.
De soms wat langdradige, niet altijd veelzeggende dialogen vormen het zwakke gedeelte van de film. De regisseur van Birdman en The Revenant flirt met grote onderwerpen, maar qua woorden strandt hij wel eens in het niets. Een andere grote vijand is de lengte. Dat had de Mexicaan zelf ook door want nadat de film in première ging op het filmfestival van Venetië sneuvelden zo maar eventjes tweeëntwintig minuten.
Bardo is verplichte, maar zeker geen eenvoudige kost. Niet alleen helpt het om wat te weten over de Mexicaanse geschiedenis, maar ook de grote namen van de auteurscinema zijn expliciet aanwezig, met dank aan cameraman Darius Khondji die wederom verbluffend werk aflevert. Er is niet alleen de invloed van Fellini, maar ook het absurde surrealisme van Luis Buñuel is prominent aanwezig, en zelfs het mythische van Theo Angelopoulos. Bardo is zeker niet vrij van zonden, maar wel een titel die smeekt om het netvlies van iedere cinefiel die verder wil kijken dan wat Marvel wekelijks op je loslaat.