De tegenstellingen tussen Agathe en Patrick zijn nauwelijks te turven. Zij is de chique directrice van een prestigieus kunstinstituut, woont in een luxe appartement bij Parc du Luxembourg met haar man die uitgever is; ze is kattig, maar ook gereserveerd. Hij is een Belgische klusjesman, een alleenstaande vader en proleet eerste klas zonder vaste woning, die zich nergens voor schaamt en alles roept wat er in hem opkomt. De zoons van Agathe en Patrick lijken bij hun geboorte haast verwisseld. Agathes zoon Adrien kan namelijk niet zo goed meekomen op school en een hoge studie lijkt er voor hem niet in te zitten. Patricks zoon Tony is juist de bolleboos die het met de juiste financiële middelen nog eens best ver zou kunnen schoppen.
De directrice en de klusjesman komen voor het eerst met elkaar in aanraking tijdens een schoolvergadering. Agathe ziet het liefst de beroepentest voor de scholieren afgeschaft, omdat het een verkapte IQ-test is en zoonlief zo wel eens door de mand zou kunnen vallen. Patrick maakt zich tijdens de bijeenkomst liever druk om de maaltijden die zijn zoon krijgt voorgeschoteld. Groot is dan ook de verbazing van beiden als blijkt dat Tony en Adrien met elkaar bevriend zijn, waar ze achterkomen als Patrick zijn zoon komt ophalen bij Agathes riante optrekje. Voordat Agathe er erg in heeft, domineert Patrick haar complete leven. Zelfs manlief François kan het best goed met de proleet vinden.
Mon Pire Cauchemar (wat zich laat vertalen als Mijn Ergste Nachtmerrie) is het nieuwste project van Anne Fontaine, die eerder de biopic [/i]Coco Avant Chanel[/i] in de bioscopen bracht. Het belangrijkste thema zijn niet de botsende persoonlijkheden van Agathe en Patrick, maar in feite het ingedutte saaie huwelijk dat de kunstdirectrice met haar man heeft. Patrick doet zijn stinkende best om een woning voor hem en zijn zoon te regelen. Hij probeert daarbij sociaalwerkster Julie te beïnvloeden, maar merkt daarbij op dat zijn charmes niet meer werken bij vrouwen met een IQ van boven de tachtig. Hij zorgt er echter wel voor dat Julie in aanraking komt met Agathes man François en haalt zo een heel huwelijk overhoop.
Het eerste uur van Fontaines lichtdramatische komedie wordt uitgetrokken om de vele verschillen en misverstanden tussen Agathe en Patrick bloot te leggen. Dit leidt tot hilarische taferelen, al lukt het Fontaine, die tevens tekende voor het scenario, maar niet om in deze lange aanloop haar twee hoofdpersonen realistisch neer te zetten. Patrick is een voorspelbaar stripfiguur dat met zijn onbehouwen gedrag makkelijk de lachers op zijn hand weet te krijgen, vooral als hij in aanraking komt met Agathes kunstminnende vriendjes. Agathe is een chagrijnige en pinnige vrouw die alles onder controle wil hebben, maar gaandeweg moet inzien dat niet alles en iedereen te beïnvloeden valt. Maar ook Julie is tweedimensionaal door haar houtje-touwtje-instelling en manier van leven.
Het onwaarschijnlijke duo wordt uitstekend gespeeld door Isabelle Huppert en Benoît Poelvoorde, beide acteurs met wie je toch makkelijk een verdiepingsslag zou moeten kunnen maken. Dat doet Fontaine pas als ze aan het armzalige huwelijk tussen Agathe en François toe komt. De komedie verdwijnt hierdoor naar de achtergrond en Mon Pire Cauchemar slaat opeens een meer dramatische toon aan. Juist doordat ze haar twee hoofdpersonen zo stereotiep in de grondverf heeft gezet, neem je ze niet helemaal meer serieus als ernstigere zaken zich aandienen. Pogingen om tijdens deze scènes nog wat humor toe te voegen, bijvoorbeeld als Agathe op bezoek gaat bij de broer van Patrick die een dubieuze club runt, doen hierdoor geforceerd aan.
Ondanks de merkwaardige balans tussen humor en drama is Mon Pire Cauchemar een innemende, vlotte komedie geworden. Dit heeft Fontaine grotendeels te danken aan de inspanningen van Huppert en Poelvoorde, die hun matig uitgewerkte personages nog wat karakter en een geheel eigen dynamiek hebben weten mee te geven. Ze had alleen een duidelijke keuze moeten maken tussen humor en drama.