Hoewel de Transformers-films de bankrekening van regisseur Michael Bay met de nodige miljoenen hebben laten groeien, hebben ze zijn reputatie als filmmaker niet veel goed gedaan. Nu werd Bay voor 2007 toch al niet door pers en kritische kijkers op handen gedragen, maar met de drie absurd lange films vol onoverzichtelijke actie, raciale stereotypen, expliciet seksisme en schaamteloos gewapper met de Amerikaanse vlag leek hij er haast op uit te zijn alle vooroordelen over zichzelf te bevestigen. Het overdonderende succes maakte de films echter een schoolvoorbeeld van alles wat er momenteel mis is met Hollywood. Bay lijkt dat in te zien en gooit het met zijn nieuwste films over een iets andere boeg. Voor de eerste keer opereert hij buiten het actiegenre en heeft daarvoor slechts een fractie van zijn gebruikelijke budget ter beschikking, maar dat betekent niet dat hij zijn vaste trademarks achterwege laat. In tegendeel.
Ik heb veel films gezien. Ik weet wat ik doe! roept Daniel Lugo vroeg in de film nog vol overtuiging, maar ook de minder verstokte filmkijker kan zien dat de fitnessinstructeur met criminele aspiraties en zijn twee net zo opgepompte kompanen geen flauw idee hebben waar ze mee bezig zijn wanneer ze een rijke zakenman ontvoeren. Lugo is dan ook niet het allergrootste licht: geïnspireerd door films als Scarface en Rocky, gedreven door een zelfhulpgoeroe die onderscheid maakt tussen doeners en niet-doeners en met een rotsvast geloof in fitness, meent Lugo met de ontvoering zijn eigen American Dream na te jagen. De ironie die hem echter volkomen ontgaat, is dat hij geen selfmade man is maar iemand die rijkdom verwerft door dit simpelweg van een ander af te pakken, om uiteindelijk à la Scarface in diens eigen huis te gaan wonen.
Pain & Gain brengt fitness als allegorie voor de Verenigde Staten. Een land dat volgens Lugo begon als een verzameling van magere koloniën maar door veel hard werk (en mogelijk wat kunstmatige hulpmiddelen) een supermacht werd. Maar dat succes heeft zijn keerzijdes (zo is een van Lugos partners in crime door de vele steroïden impotent geworden) en leidt tot megalomane ideeën: een maatschappij die doorgaans de aantrekkelijke mensen het snelst beloont en voorhoudt dat de American Dream voor iedereen is weggelegd, zorgt bij de drie volledig afgetrainde hoofdpersonen voor frustratie dat maatschappelijke waardering of materieel succes in hun geval uitblijft. In dat opzicht zegt Lugo weliswaar te geloven in fitness, maar vaker lijkt hij simpelweg een blinde volgeling van de machofantasieën die Hollywood hem voorhoudt.
Er is niets nieuws aan filmpersonages die zich laten inspireren door historische figuren, maar filmpersonages gebaseerd op echte mensen die zich hebben laten inspireren door filmpersonages zijn misschien wel het beste bewijs van de mediawerkelijkheid waarin we leven. Bewust van deze interessante twist wordt het waargebeurde verhaal van Pain & Gain gebracht in een postmoderne stijl die op aangename wijze speelt met conventies. Zo krijgt praktisch elk personage een eigen voice-over en zien we tegen het einde een absurd tafereel vergezeld gaan van de tekst Still based on a true story. Gelukkig blijft het heerlijk krankzinnige verhaal ondertussen goed overeind, zodat ook voor degenen met minder oog voor dubbele bodems genoeg te genieten valt.
Pain & Gain is gedrenkt in het type satire waar Paul Verhoeven in zijn Hollywooddagen het patent op had, maar dat je nooit zou verwachten van Michael Bay. Hij was immers degene die altijd aan de andere kant van het hek stond en zonder enige terughoudendheid of zelfbewustzijn als een olifant door de porseleinkast denderde. In dit geval ligt de stijl er echter zo ontzettend dik op dat het vrijwel onmogelijk lijkt dat hij volkomen blind is voor de verwerpelijke thematiek uit zijn eerdere films. Het meest opvallend is nog wel dat Bay ageert tegen het Hollywoodmachismo waar hij zelf jarenlang aan heeft bijgedragen, en daarvoor zijn gebruikelijke stijl niet verloochent maar juist ten volle benut. Werkelijk alle visuele trucjes uit eerdere films passeren de revue. De vraag dringt zich dan ook op of Bay zijn eigen stijl parodieert of dat hij simpelweg niets anders kan.
Pain & Gain laat zien dat Michael Bay mogelijk toch niet de leeghoofdige tiener in volwassen gedaante is die hij al die jaren leek te zijn. Hij blijkt immers zowaar in staat op boeiende wijze te stoeien met interessante themas als de schaduwzijde van de American Dream en de effecten van de door Hollywood opgedrongen machothematiek. Dat wil overigens niet zeggen dat Bays puberale neigingen zich ditmaal volledig laten onderdrukken, want op het gebied van humor gaat hij daarmee nog een paar keer stevig onderuit. Maar het is een hele vooruitgang ten opzichte van zijn Transformers-films. Misschien heeft hij dan toch meer in zijn mars dan wat hij met zijn bigbudget-producties steeds heeft laten zien. Misschien. Helaas grijnst aan de horizon Bays vierde Transformers-film ons alweer toe.