In het jaar 2000 kwam regisseur David Twohy met Pitch Black, een scifithriller met een bescheiden budget die dankzij een degelijk script en beklemmende setting prima te verteren was. De film bracht daarnaast ook Vin Diesel de definitieve doorbraak in zijn carrière als actiester. Voor het vier jaar latere vervolg The Chronicles of Riddick werd een stuk groter uitgepakt, maar in blockbusterformaat viel zijn personage opeens veel minder in de smaak onder de critici. Vervolgens bleef het, met uitzondering van twee succesvolle videogames en een korte animatiefilm lange tijd stil rondom de franchise. Dankzij bemoedigende opbrengsten uit de dvd-verkoop en de aanhoudende vraag onder de fans, keert de geliefde spierbundel na negen jaar afwezigheid dan toch terug op het witte doek. De tondeuses en slaapmaskers kunnen dus weer met een gerust hart tevoorschijn worden gehaald, want Richard B. Riddick is terug!
De eerste minuten dat Vin Diesel in beeld verschijnt, lijkt er bijna niks meer over van de bekende actieheld. We treffen een zwaar gehavende en bebloede Riddick aan te midden van een brandende woestijn op een verlaten planeet. Gieren plukken aan zijn ledematen en ook een hongerige roedel hyenas heeft het op de kale spierbundel voorzien. Terwijl hij met moeite aan zijn belagers probeert te ontkomen, geeft Riddick middels voice-overs en flashbacks uitleg over de geschiedenis voorafgaand aan zijn benarde situatie, waarmee tegelijkertijd ook een voorlopig punt wordt gezet achter het inmiddels alweer negen jaar openstaande einde van The Chronicles of Riddick. Twohy keert de gebeurtenissen uit het vorige deel niet volledig de rug toe, maar lijkt toch duidelijk aan te geven een andere richting in te willen slaan met de serie.
Een korte survivaltocht en een paar puppycursussen later, krijgt Riddick het aan de stok met twee rivaliserende huurlingenbendes. De ene bende, aangevoerd door een lepe en hufterige Spanjaard, maakt jacht op Riddicks hoofd om een vette geldsom te kunnen vangen, terwijl de andere leider nog een persoonlijk appeltje met hem te schillen heeft. Terwijl de twee bendes voortdurend met elkaar in de clinch liggen over het vangen van de prooi, ligt er in de woestijn een veel grotere gevaar op de loer. Riddick zelf valt weer terug in de rol waarin we hem eigenlijk het liefste zien. Op de achtergrond, als een roofdier wachtend in de schaduw, jagend op zijn prooi. Een ouderwets kat-en-muisspelletje waarbij de held zelf soms minutenlang van het scherm verdwenen is, maar toch continu een gevoel van dreiging van zich uit laat gaan. De Riddick zoals we hem leerden kennen in Pitch Black.
In vele opzichten zou je dit nieuwste deel dan ook eigenlijk als een opgepoetste herhalingsoefening van Pitch Black kunnen zien. Een eenvoudig en vrijwel identiek plot, Riddick terug in de rol zoals we hem kennen en vrijwel identieke personages. Net als in de vorige twee delen is er weer plaats gemaakt voor een stoere vrouwelijke vechtersbaas (dit keer niet onverdienstelijk vertolkt door Katee Sackhoff) en een gelovige die dienst doet als moraal kompas. Het is tegelijkertijd de sterkte en de zwakte van dit nieuwste deel. Aan de ene kant levert het een lekkere rechttoe-rechtane actiefilm op met precies dezelfde elementen die het origineel zo sterk maakten, maar aan de andere kant bekruipt toch ook vaak het gevoel dat je dezelfde film aan het kijken bent.
Het nieuwste deel uit de franchise zou oorspronkelijk worden uitgebracht onder de noemer The Chronicles of Riddick: Dead Man Stalking, maar die titel werd uiteindelijk weer teruggebracht naar simpelweg Riddick. Voor de naamsverandering zal enerzijds ongetwijfeld gekozen zijn om associaties met zijn teleurstellende voorganger te verminderen en het bioscooppubliek niet af te willen schrikken met een hele lap tekst, maar de versimpelde titel is tegelijkertijd ook een mooie afspiegeling voor de nieuwe richting die de serie inslaat: minder poespas en weer terug naar de basis van de franchise. Twohy laat zien dat een stapje terug nemen soms juist een stapje vooruit kan zijn. De ouderwetse, badass Riddick is weer terug. En dat is eigenlijk best fijn.