Van een beetje publiciteit is geen enkele filmstudio ooit vies geweest, zelfs niet als het negatieve aandacht betreft. Vraag het maar aan Mel Gibson. Om Darren Aronofsky's relaas van het verhaal van Noach, zijn ark en de zondvloed was een heleboel te doen. Drie verschillende versies werden aan een gelovig publiek in de Verenigde Staten vertoond, zonder medeweten van de regisseur. Geen enkele versie kon de goedkeuring van de christenen wegdragen. Het verhaal van aartsvader Noach komt ook voor in de Koran en Torah, al is het hier minder gedetailleerd. Ook enkele moslimlanden deden Aronofsky's spektakeldrama al bij voorbaat in de ban. Aronofsky, die hier uitpakt met een voor zijn doen veel te grootschalige speelfilm, had het waarschijnlijk nooit en bij niemand goed kunnen doen. Zijn versie van het geloofsverhaal is een twijfelachtig compromis van Bijbel, filosofische inslag en een hele grote dikke duim.
Bulderend en met veel bravoure start Aronofsky's Noah op. Met de eerste woorden van Genesis waarin er in den beginne niets was en God, hier steevast aangeduid als 'De Schepper' of 'Hij', in zes dagen de aarde in elkaar knutselde. En daarmee ook de mens, met al zijn zonden en gelazer. De duivel in slangengedaante, Eva die de verboden vrucht plukte en haar zoon Kaïn die zijn broer Abel van kant maakte; het zijn beelden die te pas en te onpas in Noachs hoofd en dus in Aronofsky's visie opduiken. Kaïn plantte zich voort als de verdorven tak van de mensheid. Seth, de derde nakomeling van de eerste mensen stond juist voor de goedheid van de mens. Uit hem komt jaren later Noach voort die al als jong jochie wees wordt en het in zijn eentje moet zien te rooien.
God is klaar met het gedonder met de mens en besluit tot een grote schoonmaak. In een aantal dromen en visioenen krijgt de volwassen Noach door dat hij de man is die het plan van de Schepper moet uitvoeren. Er is enkel nog een zetje van grootvader Methusalem nodig voordat bij Noach het kwartje valt. Met vuur brand je alles plat, maar met water reinig je de aarde, zo is de veronderstelling. Samen met zijn vrouw, zijn drie zoons Jafet, Cham en Sem en de gewonde vondeling Ila besluit Noach zijn roeping en lot te volgen door een enorme houten ark in elkaar te knutselen. Hij krijgt hierbij hulp van versteende reuzen en stuit op tegenstand van Kaïns nakomeling, de fictieve Tubal-cain.
Aronofsky heeft er niet louter een religieuze hervertelling van willen maken, al gaat hij wel aan de haal met traditioneel godsdienstige thema's als schuld, boetedoening en vooral Noachs besef en schuldgevoel jegens zijn schepper. Er wordt veel tijd geïnvesteerd in Noach als vader. Vrouw Naameh hangt er zelfs maar een beetje bij; een weinig geëmancipeerde keuze. Blijkbaar is Noach nogal wat tijd gegund om het immense vaartuig samen met de reuzen te bouwen. Na een flinke sprong in de tijd heeft Noachs oudste zoon Sem het aangelegd met Ila. Veel valt er niet van haar te verwachten, want de jonge vrouw is onvruchtbaar. Aanvankelijk wil de aartsvader, naast de vele diersoorten die aan boord vliegen, kruipen en springen, ook de menselijke soort voor ondergang behoeden. Hij twijfelt voortdurend aan dit besluit en dat is dan ook waar Noah, de vrije biopic, begint te zwabberen.
Er moeten eigenlijk vrouwen worden geregeld voor de andere twee zonen, maar de tijd begint te dringen en als de zondvloed zich aandient is het gezin er eigenlijk helemaal niet klaar voor. Het karakter van de titelfiguur begint dan vreemde kapriolen uit te halen. Noach verandert van plichtsgetrouwe dienaar en liefhebbend familieman in een fundamentalistische godsdienstwaanzinnige. Het is weliswaar een gewaagde karakterontwikkeling, maar de uitwerking ervan laat door de drastische kentering veel te wensen over. De sympathie voor Noach ebt in snel tempo weg, zonder dat je echt je vinger op de omslag kan leggen. Dit alles wordt overgoten door een esoterisch en soms zelfs zweverig sausje, dat associaties oproept met Aronofksy minst geslaagde project, The Fountain. Wel weer gewaagd is de betoverende en beeldende wijze waarop de schepping en evolutie met elkaar verzoend worden.
Noah is een combinatie van rampenepos, familiedrama en thriller. Er wordt van alles bijgesleept om het moment van de grote goddelijke schoonmaak zo dramatisch mogelijk in te leiden. Dit wordt gecompleteerd door desolate woeste landschappen die in IJsland werden geschoten en een overdaad aan computereffecten. Als drama over een man, zijn familie en zijn missie weet Aronofsky door toedoen van zijn uitmuntende cast nog wel te overtuigen, al laat de karakterontwikkeling veel te wensen over. Als visueel spektakel is het zelfs uitermate wervelend en meeslepend.