Hugo
Recensie

Hugo (2011)

De hooggespannen verwachtingen worden volledig waar gemaakt: Hugo is pure filmmagie voor filmliefhebbers van alle leeftijden.

in Recensies
Leestijd: 4 min 1 sec
Regie: Martin Scorsese | Cast: Asa Butterfield (Hugo Cabret), Chloë Grace Moretz (Isabelle), Ben Kingsley (George Méliès), Sacha Baron Cohen (Stationschef), Ray Winstone (Oom Claude), Emily Mortimer (Lisette), Christopher Lee(Monsieur Labisse), e.a. | Speelduur: 126 minuten | Jaar: 2011

Martin Scorsese is een grootheid in de filmindustrie. Niet alleen heeft hij een groot aantal klassiekers op zijn naam staan, maar tevens vertoont zijn werk een ongekende verscheidenheid. Waar veel regisseurs zich beperken tot enkele genres, heeft Scorsese zich inmiddels vrijwel het hele scala eigen gemaakt. Van psychologische thriller (Shutter Island) tot maffiafilm (Goodfellas) en van documentaire (Shine a Light) tot historisch drama (The Last Temptation of Christ; Scorsese toont zich een meester in alles. Toen bekend werd dat hij aan de familiefilm Hugo werkte, was dan ook niet de vraag óf het een goede film zou worden, maar hoé Scorsese dit voor hem onbekende genre zou benaderen. De gekozen invalshoek werkt magistraal en het is ondenkbaar dat de film in een andere vorm dezelfde impact zou hebben.

Na de dood van zijn vader neemt Hugo zijn intrek in een treinstation in het Parijs van de jaren dertig. Daar gebruikt hij de vaardigheden die hij van zijn vader en oom heeft geleerd om de klokken lopende te houden en andersoortige raderwerken te maken of te repareren. Zijn belangrijkste bezit is een ‘automaton’, een mechanische pop die de laatste connectie met zijn vader is. De betekenis van het voorwerp wordt hem pas duidelijk als hij op één van zijn avonturen een oude man en zijn peetdochter tegen het lijf loopt. Naarmate Hugo meer te weten komt over de man en zijn relatie tot de pop, ontdekt hij ook meer over de prachtige wereld van film.

Wat moeten de distributeurs gedacht hebben toen ze besloten Hugo pas op 16 februari in de Nederlandse bioscopen te laten verschijnen? Hugo is doordrenkt van de kerstsfeer en voelt dus een klein beetje achterhaald aan. Hoewel expliciete verwijzingen naar het feest nergens zijn te bespeuren, ademt de film dezelfde Charles Dickens-sfeer als Oliver Twist en Kruimeltje en roept sterke associaties met kerst op. Hugo kent een warme ambiance met volle kleuren, prettige personages en een algehele luchtigheid, wat het een erg fijne kijkervaring maakt. Dat de film zich vrijwel geheel binnen een treinstation afspeelt, is geen probleem. Het station is prachtig vormgegeven met voldoende variatie aan locaties binnen de omheining, waardoor de film visueel blijft prikkelen.

Dit gevoel wordt versterkt door uitstekende toepassing van het 3D-effect. Waar in veel films de derde dimensie slechts een extraatje is, weet Scorsese er optimaal gebruik van te maken. Indrukwekkende tracking shots en sterk gebruik van beelddiepte maken Hugo een feest voor het oog. In eerste instantie lijkt het effect te contrasteren met de wijze waarop de film terugblikt op het prille begin van de cinema. Naarmate de film vordert wordt echter duidelijk dat het Scorseses doelstelling juist versterkt. Hugo toont de oorsprong van het geliefde medium en de visuele aantrekkingskracht die het teweegbracht. Tijdens Hugo’s zoektocht passeren de eerste films van de gebroeders Lumière, George Méliès en Charlie Chaplin de revue, wat vooral bij kenners een gevoel van nostalgie zal opwekken. Tegelijkertijd is Hugo zelf een stukje filmmagie dat op effectieve wijze de betoverende kracht van cinema demonstreert. Ook als je geen filmgeschiedenis hebt gestudeerd, is dit een feest voor de zintuigen en inspireert het wellicht eens een kijkje te nemen in de archieven van wat ooit beschouwd werd als een visueel foefje dat geen commerciële waarde had.

Naar punten van kritiek moet hard gezocht worden. Sommigen zullen de film als te kinderlijk beschouwen, met karikaturale personages en oppervlakkige dialogen. Daarnaast kan gesteld worden dat het plot wat miniem en voorspelbaar is. Dit past echter allemaal binnen de wereld die Scorsese heeft gecreëerd. Hugo heeft geen behoefte aan diepgaande gesprekken of een episch verhaal, het is een film die de kijker vooral plezier moet schenken. Voor hoogstaande intellectuele cinema moet je je heil elders zoeken. Dit is visueel overdonderende filmmagie die op narratief vlak fascineert in haar eenvoud. Daarbij toont Scorsese zich wederom een meester van het shot. De beelden zijn stuk voor stuk kunstwerkjes.

Met elf Oscarnominaties zijn de verwachtingen hoog voor het uiteindelijke aantal beeldjes dat Hugo zal ontvangen. Hoeveel nominaties de film echter ook weet te verzilveren, de kwaliteit staat buiten kijf. Wat je normaliter als marketinggezwets mag beschouwen, is in dit geval de waarheid: Hugo is een film voor jong en oud. Jonge kijkers kunnen genieten van de mooie beelden, grappige personages en het avontuurlijke plot, terwijl ouderen eraan herinnerd worden wat film zo’n prachtig medium maakt. Het is moeilijk voor te stellen dat iemand zonder grote glimlach de bioscoopzaal zal verlaten. Hugo is een prachtige allegorie voor de magische werking van film, die niemand die het medium een warm hart toe draagt, mag missen.