Nadat ze haar sterstatus met de franchisefilms X-Men: First Class en The Hunger Games aanzienlijk heeft zien groeien, krijgt Jennifer Lawrence met House at the End of the Street voor het eerst sinds The Beaver weer eens de kans een normale tiener te spelen in een film met een bescheiden budget. Met haar naam en beeltenis prominent op de poster kan dit zowaar als haar eerste stervehikel worden beschouwd. Vrij opvallend gezien Lawrence' jonge leeftijd, maar hoe het ook zij: haar overtuigende hoofdrol redt een verder nogal doorsnee thriller van de vergetelheid. Een beter bewijs dat ze een gevestigde naam is, bestaat waarschijnlijk niet.
Haar hoofdrol is die van tiener Elissa, die met haar moeder vanuit Chicago naar een niet nader genoemd maar overduidelijk kleiner en bosrijker stadje verhuist. De vraag hoe een alleenstaande moeder de huur kan opbrengen voor een groot huis in een mooie omgeving wordt direct beantwoord: de woning kijkt uit op een huis waar in het verleden een gruwelijke moordpartij heeft plaatsgevonden (die het publiek al in de proloog heeft mogen aanschouwen). Dat deze situatie via het geroddel van een groep buren aan Elissa (en daarmee de kijker) wordt verteld, maakt een ietwat onhandige indruk maar daarmee laat de film wel leuk zien dat dit soort alledaagse gesprekken prima werken als bron van informatie.
Het eerste halfuur laat regisseur Mark Tonderai er geen enkele twijfel over bestaan dat House af the End of the Street tot het thrillergenre behoort: er hangt een naargeestige sfeer en er zijn geregeld schrikmomenten (grotendeels voorzien van belachelijk harde muziek). Vreemd genoeg lijkt hij het genre halverwege even te vergeten; de film neemt dan namelijk ineens de vorm aan van een tienerdrama. Niet erg, want de behoorlijke uiteenzetting van de personages houdt alles goed overeind. Zo heeft Elissa op het eerste gezicht een sterke band met moeder, maar geven veel opmerkingen er blijk van dat er genoeg oud zeer is waarop ze haar tienerboosheid kan botvieren. Daarnaast is het prettig is dat Elissa eerlijk is tegen haar moeder en in vrijwel alles open kaart speelt. Pas wanneer haar moeder haar vrijheid poogt in te perken, wordt ze een rebelse tiener die het niet zo nauw neemt met de waarheid.
Het is dit degelijk geschreven middenstuk waaraan de film uiteindelijk zijn kracht ontleent. Elissa is voor de verandering eens geen introvert buitenbeentje, maar gewoon een sympathieke tiener die prima kan aarden in een nieuwe omgeving. Een die slim genoeg is om de eikels van haar school op afstand te houden en empathisch genoeg om haar getroebleerde buurjongen Ryan een hart onder de riem te steken. Dat Elissa steeds meer geïnteresseerd raakt in deze eenzame ziel en daarbij (in tegenstelling tot de kijker) geen weet heeft van zijn duistere kant, zorgt voor een vrij aangename spanningsboog. Zodra het eindstuk zich aandient is het helaas een en al routine wat de klok slaat, maar omdat de twee hoofdpersonen in het uur daarvoor zeer behoorlijk zijn uitgewerkt, valt daar best mee te leven.