Het is triest om te concluderen, maar de twee keer dat er in Le Grand Soir even gegniffeld kan worden, probeert er iemand zelfmoord te plegen. Het zijn de enige momenten waarop deze zwarte komedie een beetje prikkelend en venijnig wil worden. De rest van de futloze film wordt gevuld met te lang uitgesponnen grappen en bloedvervelende personages.
Beddenverkoper Jean-Pierre is de eerste die er een einde aan wil maken. In een vlaag van zelfdestructie heeft hij het de dag ervoor compleet verpest op zijn werk, waardoor hij nu met een lege portemonnee op straat staat. Zijn zelfmoordpoging mislukt, dus sluit hij zich maar aan bij zijn anarchistische broer Benoît, de - naar eigen zeggen - oudste punker die er nog in Europa rondloopt. Het komt er op neer dat de twee als een stel pubers over straat zwerven, rotzooi trappen en mensen op de zenuwen werken, alles onder het mom van ultieme vrijheid. Dat daar zonder inkomen ook wanhopig bedelen bij komt kijken, lijkt daar voor de broers geen afbreuk aan te doen.
Ieder normaal denkend mens snapt dat dit duo gewoon vreselijk naïef is. Moeten we als kijker dan toch meeleven omdat ze alle grip op de realiteit kwijt zijn? Daar lijkt het de regisseurs Gustave de Kervern en Benoît Delépine in ieder geval niet om te doen. Maar waar gaat het ze dan wel om? Als deze film de boodschap moet overbrengen dat geld niet gelukkig maakt, slaan de makers de plank faliekant mis. Al dat rondzwerven en scheef aangekeken worden is nou niet bepaald een uitnodigend alternatief.
Laten we het dus houden op de gedachte dat het regisseursduo een absurdistische satire wilde maken. Een film met gechargeerde situaties waarin je de hoofdpersonen mag uitlachen om hun stommiteiten. Met dit verhaal zou dat waarschijnlijk wel een behoorlijk eentonige komedie opleveren, maar goed, een beetje lachen is nooit weg. Helaas zit ook dat er niet of nauwelijks in. De makers tonen bar weinig creativiteit in hun grappen en als de kijker dan toch naar een glimlach neigt, draait het gebrek aan timing het moment weer volledig de nek om. Komisch bedoelde scènes worden veel te lang opgerekt, waardoor ze uitgaan als een nachtkaars.
Wat overblijft, is een film over twee vijftigers met hanenkammen die de samenleving overhoop schoppen. In de realiteit zou de politie waarschijnlijk ingrijpen, hier kunnen ze blijkbaar doen wat ze willen. Zit daar dan misschien nog een beetje maatschappijkritiek in verstopt? Kleine kans dat het je nog iets kan schelen na afloop.