Over smaak valt niet te twisten. Er is geen filmgenre waarvoor deze stelling meer opgaat dan bij komedie. De één ligt in een deuk van slapstick en houdt het niet meer als een cowboy naast een paard springt. De ander lacht liever om verbale humor en dan met name spitsvondige dialogen. De ploeg achter de ongelooflijk flauwe komedie The Babymakers probeert beide disciplines met elkaar te verenigen, maar schiet door in vooral veel smerigheid. Inzet van de strijd is een bevroren kwakje van een stel met een intense kinderwens. De mannelijke helft, Tommy, heeft jaren geleden lekker lopen cashen bij de spermabank, maar tobt eenmaal getrouwd en klaar voor het vaderschap met ultratraag zaad. Een homostel wil Tommys laatste voorraadje niet opgeven dus besluiten de eigenaar en zijn vrienden het maar te gaan jatten.
Schrijf voordat je met een vlaag van verstandsverbijstering besluit om naar The Babymakers te gaan met een groep vrienden tijdens het stevig indrinken (vereist!) vast elke spermagrap op die in je hoofd opkomt. Dikke kans dat alles wat je samen bedacht had ook daadwerkelijk voorbij komt. Maar dan nog erger. Deze mislukte komedie werd opgetuigd door Jay Chandrasekhar, die een jaartje of acht geleden verantwoordelijk was voor de bioscoopverfilming van The Dukes of Hazzard. Chandrasekhar heeft in deze zaadkomedie ook een flinke bijrol op zich genomen. Als de totaal geflipte Indiase gangster Ron Jon is hij de man met het plan die ervoor moet zorgen dat de spermaroof tot een succesvol einde wordt gebracht.
Dat hier sprake is van uiterst puberale poep- en pieshumor, nota bene uitgevoerd door een groep volwassen mannen zal voor weinig verrassing zorgen. Dit zou nog niet eens zon groot probleem zijn geweest als Chandrasekhar recht op zijn doel zou zijn afgegaan en niet barstte van de pretenties. Een gegeven dat feilloos had gepast in het straatje van Porkys en American Pie wordt echter overgoten met een mislukt Judd Apatow-sausje dat op dit moment populair is. Dit komt met name tot uitdrukking in de verhaalopbouw en de dialogen. Zo bekvecht Tommy heel wat af met vrouw Audrey, die op haar beurt weer het trage zaad van haar vent uitgebreid met haar vriendinnen bespreekt. Bij de mannen is het voornamelijk stoere praat. Op het vlak van de bromance wordt er ook nog even flink geknipoogd richting The Hangover.
Voordat de missie van de vriendengroep ingezet wordt moet er eerst nog flink ingeleid worden met de problemen die het stel heeft om zwanger te raken. Genante praktijken zijn het gevolg. Zo wordt er gemasturbeerd met als inspiratiemateriaal een foto van twee meloenen en wordt er zelfs seks met dieren, dat godzijdank niet in beeld verschijnt, tegenaan gegooid om het lef van de makers te onderstrepen. Amerikanen krijgen er misschien rode wangetjes van, wij Europeanen zullen er weinig van onder de indruk zijn. Naast alle open deuren onderneemt Chandrasekhar weinig pogingen om iets nieuws te doen met de traditionele, maar inmiddels hopeloos achterhaalde, man-vrouwverhoudingen, wat nou net op het verbale vlak het meeste vuurwerk had kunnen opleveren. Eenmaal op inbrekerspad in de spermabank is het spijtig genoeg een kwestie van tijd voor de hele vloer bezaaid ligt met het goedje en één van Tommys handlangers annex vrienden onderuit glijdt. Nee, over smaak valt inderdaad niet te twisten. Maar mag er een uitzondering gemaakt worden voor wansmaak?