Met zijn geslaagde bewerking van X-Men gaf Bryan Singer in 2000 de stripverfilming een nieuwe boost. Vele superhelden maakten daarna de overstap naar het witte doek, maar Singer legde de lat nog hoger. Met X2 maakte hij een vervolg dat nog altijd als één van de hoogtepunten binnen het genre geldt. Na onenigheid met de studio vertrok Singer naar Warner Bros. om een andere superheld nieuw leven in te blazen. Zijn Superman Returns verscheen in hetzelfde jaar als X-Men: The Last Stand, geregisseerd door Brett Ratner. Beide films stelden flink teleur. Ook de spin-off X-Men Origins: Wolverine kon niet aan de verwachtingen voldoen. Maar met de prequel X-Men: First Class en Wolverines tweede soloavontuur leek de serie weer op het juiste spoor te zitten. Singer produceerde beide delen en stond met Days of Future Past voor het eerst in tien jaar zelf weer achter de camera van een X-Men-film. Kan hij de stijgende lijn doorzetten?
In Days of Future Past is de oorlog die Magneto al in het eerste deel voorspelde eindelijk begonnen. Sterker nog, met het aantal mutanten gedecimeerd tot een handjevol, lijkt de strijd al gestreden. Onder de weinige overlevenden zijn Professor X en Magneto. Opgejaagd door Sentinels, robots ontworpen om mutanten op te sporen en te vernietigen, bedenken zij een laatste, wanhopig plan: ze sturen Wolverine terug in de tijd om de allesvernietigende oorlog te stoppen voordat hij kan beginnen.
Singer baseerde het verhaal op de gelijknamige tweedelige strip uit 1981. Vanwege hun paradoxale aard zijn films over tijdreizen vaak moeilijk te vatten, maar Singer vermijdt deze valkuil door het verband tussen de toekomst en het verleden duidelijk te stellen. Daarentegen maakt hij wel een rommeltje van de continuïteit van de filmserie. Door het samenbrengen van twee generaties X-Men lijkt hij het gat tussen de verschillende delen te willen dichten, maar daarmee maakt hij er ook weer nieuwe bij. Met veel verwijzingen naar de voorgaande delen laat hij zien goed op de hoogte te zijn, maar hij lijkt willekeurig te kiezen wat tot de canon behoort. Desondanks is het een bijna nostalgisch plezier de bekende gezichten uit de serie terug te zien, hoe klein hun rollen ook zijn.
Het merendeel van het verhaal speelt zich af in de jaren zeventig. Opnieuw vinden de X-Men zich te midden van een cruciaal moment in de wereldgeschiedenis: de nadagen van de Vietnamoorlog. Een slimme zet, want het illustreert hoe universeel de worsteling voor vrijheid is en hoe ver beide kanten kunnen gaan om deze te verdedigen. Het is een dilemma waar de personages lang mee worstelen.
Door de gebeurtenissen in First Class is de band tussen Charles en Erik gespannen en voelen ze zich door elkaar verraden. Net als in zijn voorganger is de wisselwerking tussen McAvoy en Fassbender de grote kracht van Days of Future Past. Maar waar de vreedzame Charles de toekomst met angst tegemoet ziet, is Erik vastberadener dan ooit. Het zijn volwassen themas, waarmee de film zich onderscheidt van het gros van superheldenfilms dat de afgelopen jaren is verschenen.
Waar een oorlog broeit ontbreekt het niet aan actie. De openingsscène zet keihard de toon en laat een dreigend toekomstbeeld zien dat als een schaduw over het verhaal hangt. In de actiescènes vallen vooral de nieuwkomers op. Zo is er Blink, een mutant die wormgaten kan creëren, wat een aantal inventief bedachte actiescènes oplevert. Maar het is Quicksilver die de show steelt. De razendsnelle puber mag dan een kleine rol hebben, met Peters grappige optreden heeft hij al een flinke voorsprong op zijn evenbeeld uit het volgend jaar te verschijnen The Avengers: Age of Ultron. Dit alles maakt van Days of Future Past niet alleen de beste uit zijn reeks, maar zelfs één van de betere superheldenfilms. Blijf ook nog even zitten tot na de aftiteling, waarin het vervolg al wordt geïntroduceerd. Deze X-Men: Apocalypse moet in 2016 verschijnen en dat kan niet snel genoeg komen.