Wanneer het aankomt op hoofdpersonages in de wereld van de tienerliteratuur, is het vaak niet ongebruikelijk dat er een buitenbeetje centraal staat. Misschien weten zij makkelijker sympathie op te wekken, of kunnen we ons nu eenmaal beter identificeren met de muurbloempjes en alternatievelingen uit de samenleving. Ook Hazel en Gus, de hoofdpersonages uit John Greens bestseller The Fault In Our Stars, zijn alles behalve doorsnee tieners. Hazel kan nergens heen zonder haar zuurstoftank, terwijl Gus na een operatie door het leven gaat met een beenprothese. Samen vormen zij een ongebruikelijk liefdeskoppel.
Volgens de zestienjarige Hazel zijn er twee manieren waarop een verdrietig verhaal verteld kan worden. De eerste mogelijkheid is de makkelijke, van een flinke suikerlaag voorziene versie waarin alles goed kan komen met een romantisch nummer van Peter Gabriel. Hoewel het een mooie versie is, ligt de waarheid vaak net iets anders. Als longkankerpatiënt bestaat haar leven vooral uit doktersbezoeken en op de bank hangen met reality-tv-series. Erger nog zijn de kleffe supportgroepen die ze van haar ouders moet bezoeken. Totdat Hazel de iets oudere en zelfverzekerde Gus leert kennen. De operatie die hem zijn kanker heeft doen overleven kostte hem een been, maar desondanks is Gus van plan om het maximale uit zijn leven te halen.
Hoewel de beginnende relatie tussen de twee misschien niet al te veel verschilt van de gemiddelde opbloeiende tienerromance - urenlang aan de telefoon praten tot je bijna in slaap valt; continu je mobiel in de gaten houden, wachtende op dat ene smsje - zorgt het gegeven dat we hier met twee (ex-)kankerpatiënten voor een nieuwe, verfrissende blik. Aan de ene kant uit zich dat in oppervlakkige gesprekken over de zogenaamde cancer perks, zoals auto mogen rijden met een handicap, maar tegelijkertijd maakt het ook meer diepgaande kwesties los bij de hoofdpersonen. Kun je namelijk nog wel een relatie met iemand aangaan in de wetenschap dat je er zelf over een paar jaar misschien niet meer bent?
Ondanks het zware thema blijft de toon van de film de eerste helft nog redelijk luchtig. Dat is mede te danken aan de scherpe, spitsvondige dialogen en de hier en daar aangename humor (let vooral op Gus scènestelende vriend Isaac, die heerlijk op dreef is na het uitgaan van zijn relatie), maar vooral aan de sterke chemie tussen de twee hoofdrolspelers. Hoewel Gus misschien wel een haast iets té perfecte prins op het witte paard lijkt, ga je als kijker graag mee in zijn onophoudelijke optimisme en enthousiasme.
Naast de opbloeiende liefdesrelatie heeft het verhaal voor de kijker toch een extra doel nodig om naartoe te werken. Deze is aanwezig in de vorm van Hazels favoriete boek An Imperial Affliction, een boek over een medepatiënte met een nijpend open einde. Na een lange correspondentie met de schrijver reizen Hazel en Gus via de stichting Make-a-Wish naar Amsterdam af om uitsluitsel over de gebeurtenissen na het einde van het boek te krijgen. Het levert een aantal romantische momenten op in voor ons bekende locaties, met als hoogtepunt een lange klim in het Anne Frank Huis, maar de ontmoeting met schrijver Peter van Houten (een korte, maar sterke bijrol van Willem Dafoe) loopt uiteindelijk toch iets anders dan verwacht.
Door het lange toeleven naar de trip naar Amsterdam en de ontmoeting met Van Houten, lijkt het echter alsof de film al iets te vroeg zijn hoogtepunt beleeft. Van de aanwezigheid van Willem Dafoe en de Nederlandse Lotte Verbeek als zijn assistente had in ieder geval wat meer gebruik gemaakt mogen worden. Na thuiskomst gooit de film het ineens over een serieuzere boeg en lijkt regisseur Josh Boone vooral het maximale uit elke aangrijpende scène te willen melken. Emotionele climaxen volgen elkaar in rap tempo op en worden veelal onderstreept met een gevoelig indierock deuntje.
Cynici zullen Boones aanpak waarschijnlijk snel bestempelen tot een gemakkelijke, enigszins manipulatieve manier tot tranentrekken. In zekere zin is The Fault In Our Stars dan ook een ultieme jankfilm: het soort romantisch drama om met een doos chocola en een flinke voorraad zakdoekjes mee voor de tv te kruipen en het even flink op een huilen te zetten. Hoewel deze omschrijving niet geheel onjuist is, doet zij de film toch tekort. Het is namelijk het sterke acteerwerk van Shailene Woodley dat het eindresultaat naar een hoger niveau tilt. Haar bijdrage is oprecht en overtuigend en maakt dat The Fault In Stars zijn geloofwaardigheid nergens verliest.