The Trip To Italy
Recensie

The Trip To Italy (2014)

Zomers tafelen met Steve Coogan en Rob Brydon levert naast een reeks oeverloze discussies wederom een flinke dosis kijkplezier op.

in Recensies
Leestijd: 2 min 43 sec
Regie: Michael Winterbottom | Cast: Steve Coogan (Steve), Rob Brydon (Rob), Claire Keelan (Emma), Rosie Fellner (Lucy), Marta Barrio (Yolanda), Timothy Leach (Joe), Rebecca Johnson (Sally) e.a. | Speelduur: 108 minuten | Jaar: 2014

Vier jaar na de droogkomische roadmovie The Trip mogen acteur Steve Coogan en komiek Rob Brydon in opdracht van The Observer weer uittrekken op een culinaire roadtrip. Zoals de toevoeging aan de titel al doet vermoeden, wordt dit keer La Bella Italia aangedaan. In een Mini Cooper doorkruist het tweetal het land van restaurant tot restaurant en wordt er weer volop gekeuveld over van alles en nog wat: poëzie, muziek, de liefde of hun carrières. Meer van hetzelfde dus, maar in dit geval is dat geen reden tot klagen.

Net als bij de eerste samenwerking tussen Coogan, Brydon en regisseur Michael Winterbottom is The Trip To Italy in feite gefilmd als een zesdelige reeks voor de BBC die voor de bioscoopversie is ingekort tot een kleine twee uur. Dat betekent dat er onvermijdelijk een hoop materiaal op de snijtafel gesneuveld is en de filmversie waarschijnlijk nóg ongestructureerder over zal komen dan de miniserie. Wederom dienen de restaurantbezoekjes als de enige leidraad in het verhaal, voor zover deze aanwezig is. Gelukkig zijn het vooral de verbale steekspellen tussen de twee hoofdpersonages waar het om te doen is.

En daarin stelt het tweetal nimmer teleur. Zet de cynische, ietwat zelfingenomen Coogan en de energieke grapjas Brydon aan een tafel en het duurt niet lang voordat er een roerige (en grotendeels geïmproviseerde) discussie op gang komt. Al in het eerste eethuis vliegen de vonken er vanaf in een heerlijke dialoog waarin Nolans The Dark Knight Rises en zijn slecht verstaanbare hoofdrolspelers genadeloos op de hak worden genomen. Tegelijkertijd proberen de heren elkaar ook continu op intellectueel gebied af te troeven en worden hier en daar de nodige steken uitgedeeld.

Aan de opzet is dus niet al teveel veranderd, al zijn er wel wat minieme veranderingen in de hoofdpersonen te bespeuren. Coogan is in de loop der jaren een stukje milder en minder losbandig geworden, terwijl Brydon meer internationale interesse geniet - zowel op zakelijk als romantisch gebied. Daarnaast is de verandering van locatie ook een welkome afwisseling. De zomerse Italiaanse landschappen en fraaie steden brengen onmiddellijk een aangenaam ontspannen vakantiegevoel teweeg en worden begeleid met poëtische bijdrages uit het werk van Percy Bysshe Shelley of Lord Byron. Met het achterlaten van het mistroostige Engelse platteland lijken de wat meer op drama leunende elementen uit het eerste deel ook snel verdwenen te zijn, wat het plezier alleen maar ten goede komt.

Wel weer volop aanwezig zijn de hilarische imitaties uit de koker van Rob Brydon. Erg veel nieuwe namen zijn er niet aan zijn repertoire toegevoegd, maar het blijft nog altijd een genot om typetjes als Michael Caine, Al Pacino, Hugh Grant of Sean Connery voorbij te zien komen. Wellicht komt het uiteindelijk neer op het herhalen van hetzelfde trucje, maar het gaat vrijwel nooit vervelen. Evenmin als de rest van Winterbottoms film. De betiteling van The Godfather: Part II der komedies – waar de hoofdrolspelers zelf nog een kleine knipoog naar doen - zou teveel eer zijn, maar The Trip to Italy barst wederom van de typisch Britse tongue-in-cheekhumor om van te smullen.