Hitman: Agent 47
Recensie

Hitman: Agent 47 (2015)

Het maken van een geslaagde videogameverfilming blijkt nog altijd een lastige opgave.

in Recensies
Leestijd: 3 min 30 sec
Regie: Aleksander Bach | Cast: Rupert Friend (Agent 47), Hannah Ware (Katia), Zachary Quinto (John Smith), Thomas Kretschmann (Le Clerq), Ciarán Hinds (Litvenko), e.a. | Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2015

Al sinds het uitbrengen van Super Mario Bros. in 1993 is Hollywood nog steeds naarstig op zoek naar zijn eerste alom geprezen gameverfilming. In die meer dan twintig jaar durende periode is geen enkele film gebaseerd op een videogame voorbijgekomen die gemiddeld genomen een positieve ontvangst bij de critici wist te bemachtigen. Op financieel gebied zijn daarentegen wel een aantal successen aan te wijzen. Zo draait de Resident Evil-reeks al jaren sterk mee, en ook de twee Tomb Raider-films met Angelina Jolie deden het niet verkeerd in de bioscopen. Het in 2007 verschenen Hitman deed de kassa’s eveneens aardig rinkelen ondanks een magere kritische ontvangst. Een vervolg leek een logische gedachte, maar verbazingwekkend genoeg besloot men om de franchise een kleine acht jaar later maar te rebooten. Hitman: Agent 47 bewijst dat dit geen al te beste zet was.

Desalniettemin is het niet moeilijk om de aantrekkingskracht van het hoofdpersonage uit de langlopende spellenreeks te herkennen. De zwijgzame, kille huurmoordenaar is met zijn kale hoofd, streepjescode tattoo, strakke maatpak met bloedrode stropdas en leren handschoenen immers een opvallende verschijning. Oorspronkelijk was het acteur Paul Walker die in deze reboot de rol van het iconische personage op zich zou nemen, maar na diens overlijden werd het stokje overgenomen door Rupert Friend. Geen verkeerde keuze, want als er dan toch een klein lichtpuntje gevonden moet worden tussen de rommel, dan is het wel het bij vlagen best aardige spel van Friend. Het stijve Britse accent is misschien een beetje onwennig, maar wanneer de acteur zijn mond dichthoudt maakt zijn ijzig koude blik een hoop goed. Het is duidelijk dat Friend goed gekeken heeft naar Anthony Hopkins' vertolking van Hannibal Lecter, want op het knipperen van zijn ogen kun je hem maar zelden betrappen.

In tegenstelling tot Agent 47 boeit zijn vrouwelijke doelwit Katia een stuk minder. De aantrekkelijke jongedame raakt verwikkelt in een matig uitgewerkt en volstrekt oninteressant plot rondom het Syndicate, de organisatie waar de superagenten als 47 vandaan komen. Hoewel ook Katia over een aantal speciale talenten blijkt te beschikken, wordt haar bijdrage voornamelijk beperkt tot een hoop gejammer in de vermoeiend lange tussenposes tussen het schietwerk. Hierin worden veelal de empathische vermogens van haar belager aan de kaak gesteld, waarbij Katia tot vervelens toe hamert op het feit dat mensen emoties hebben en keuzes kunnen maken. Het is duidelijk dat scenarist Skip Woods – die in de laatste jaren met o.a. X-Men: Origins, de A-Team-reboot en A Good Day to Die Hard vrijwel uitsluitend rommel aflevert – hierbij totaal voorbijgaat aan hetgeen Agent 47 juist zo interessant maakt. Het is immers een gewetenloze, fabrieksgeproduceerde moordenaar die louter geprogrammeerd is om orders op te volgen.

Voor de doorsnee actieliefhebber zal dit echter een worst wezen, mits er maar flink wat explodeert en aan gort wordt geknald. Helaas zijn de actiescènes bij debuterend regisseur Aleksander Bach in onervaren handen. Hoewel een paar geinige moorden en stunts voorbijkomen, wordt het merendeel van de actie om zeep geholpen door een slordige montage en zwalkend camerawerk. Bovendien gaat dit alles vaak nog eens gepaard met een lange aaneenschakeling van hopeloos gedateerde clichés. Het zijn er zoveel dat je ze met een checklijstje af zou kunnen gaan. Zo is er een overmatig gebruik van achterhaalde slowmotioneffecten die nog stammen uit de tijd van de eerste Matrix, wordt de generieke rockmuziek aan het begin van iedere vechtpartij volop aangezwengeld en kramen slechteriken naar hartenlust dooddoeners uit van het niveau “Wij zijn niet zo verschillend, jij en ik!”. Heel enerverend zijn deze schietscènes doorgaans ook niet, in de meeste gevallen staat Agent 47 met twee pistolen in zijn hand als een lethargische ballerina rondjes te draaien tot de laatste schurk erbij neervalt.

Voor een reboot doet Hitman: Agent 47 dan ook allesbehalve fris aan. Zelfs een jaar of tien geleden zou deze film nog achterhaald aan hebben gevoeld. Dat is jammer, want het gevoel overheerst dat er van het bronmateriaal meer te maken valt. Laten we hopen dat de adaptaties van Warcraft en Assassins Creed er volgend jaar wél in slagen om de negatieve trend te doorbreken.