Point Break
Recensie

Point Break (2015)

Deze remake van de actiehit uit 1991 ziet er weliswaar spectaculair uit, maar meer is niet automatisch beter.

in Recensies
Leestijd: 3 min 27 sec
Regie: Ericson Core | Cast: Luke Bracey (Utah), Édgar Ramirez (Bodhi), Ray Winstone (Pappas), Teresa Palmer (Samsara), Matias Varela (Grommet), Clemens Schick (Roach), e.a. | Speelduur: 114 minuten | Jaar: 2015

De drang van Hollywood om populaire filmreeksen uit de jaren tachtig en zelfs negentig te remaken, rebooten of opeens weer te vervolgen mag niet aflatend genoemd worden. Niets lijkt meer heilig en al helemaal niet als er een fris jeugdig filmpubliek kan worden aangeboord. Het nieuwste slachtoffer van deze recycledrang is Point Break, de avonturen-actiefilm van Kathryn Bigelow uit 1991 met Keanu Reeves en wijlen Patrick Swayze in de hoofdrollen. De versie uit 2015 volgt naast dezelfde personages met dezelfde namen grotendeels hetzelfde stramien, aangevuld met de nieuwste camera- en computertechnieken en overgoten met een laf sausje van idealisme en kleffe liefde. De tweede speelfilm van cameraman Ericson Core is een aaneenschakeling van scènes waarin stoere overzelfverzekerde hipsters onmogelijke capriolen uithalen om elkaar de loef af te steken. Het is veel meer vorm dan inhoud.

Als excuus om de waaghalzen extreme sporten te laten beoefenen is een verhaaltje opgetrokken over een getraumatiseerde jonge FBI-agent die infiltreert in een clubje Robin Hoods die banken beroven en de lefgozers uithangen. In de spectaculaire aftrap verliest Johnny Utah zijn beste maatje tijdens een wilde stunt op een motorfiets middenin de woestijn. Hij besluit het rustiger aan te doen en zich aan te melden bij de FBI. Daar lijkt het erop dat hij het niet in zich heeft om een goede agent te worden. Hier komt verandering in als Johnny een patroon herkent in de gewaagde sportacties van ene Bodhi. De club rondom het ego en het charisma van Bodhi zet een kraak in een wolkenkrabber, ontsnapt per parachute en strooit de buit in de vorm van dollarbiljetten uit over een arm Mexicaans dorp. Utah herkent de acties van de groep als de uitvoering van de beruchte Osaki 8, acht baanbrekende opdrachten bedacht door een Japanner, waarvan de vervolmaking het summum van lef en uithoudingsvermogen lijkt. Omdat Utah zelf ook niet bang is uitgevallen, besluit hij undercover te gaan en het vertrouwen van Bodhi te winnen.

Toegegeven, het camerawerk en de stunts die Core ons voorschotelt, zijn uiterst spectaculair. Of het nu om het bedwingen van huizenhoge golven of het zweven tussen de bergtoppen van de Alpen is, Point Break anno nu is actie in de overtreffende trap. Core weet zelfs aardig te overtuigen met de digitale effecten die hij af en toe heeft bijgevoegd en de camera’s die overal weten te komen. Het mag allemaal zeer smakelijk in beeld worden gebracht, deze remake is niet meer dan een aaneenrijging van hoogtepunten op het actievlak en dieptepunten wat betreft verhaal- en karakterinvulling. Je kunt je afvragen of een actielustig publiek zit te wachten op prachtig uitgewerkte, gelaagde personages, maar Core heeft ook niet de gulden middenweg proberen te zoeken. Net als bij de actie is hier sprake van een overdaad aan uiterlijke schijn. De groep waarbinnen Utah infiltreert houdt van wilde feestjes, met geld smijten en alles draait om de buitenkant. Als Bodhi dan opeens op een bergtop gaat zitten uitleggen dat het volbrengen van de Osaki 8 haast leidt tot een onnavolgbare innerlijke rust en een extreme staat van zen, dan is het wel heel lastig om de lachspieren in bedwang te houden. Afgezien van de tenenkrommende clichés die Bodhi's mond verlaten, staat deze levenshouding haaks op waar we al die tijd naar hebben zitten kijken.

Met zijn Point Break verliest Core uiteindelijk steeds meer geloofwaardigheid. Hij presenteert ons naast een overbodig zijplot in de vorm van een liefdesverhaaltje personages met wie het moeilijk meeleven is en die al helemaal niet op sympathie kunnen rekenen. Dit geldt zelfs voor de hoofdfiguur, die apathisch wordt ingekleurd door de Australische ex-soapie Luke Bracey. Het enige gewicht in de schaal komt van Ray Winstone, maar de Brit is gedegradeerd naar de zijlijn als influisteraar voor Utah. Zolang het leeuwendeel van de acteurs in dit actievehikel zijn mond houdt valt het allemaal nog wel te pruimen, maar zodra er een poging wordt gedaan het geheel diepte en vooral zingeving mee te geven, gaat Core met zijn onnodige remake hopeloos de mist in.