Big Hero 6
Recensie

Big Hero 6 (2014)

Disneys meest ontroerende film sinds The Lion King.

in Recensies
Leestijd: 2 min 42 sec
Regie: Don Hall en Chris Williams | Cast (stemmen): Ryan Potter (Hiro), Scott Adsit (Baymax), Daniel Henney (Tadashi), James Cromwell (Robert Callaghan), Damon Wayans Jr. (Wasabi), e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2014

Rouwverwerking is een veelvoorkomend filmthema. Logisch, want iedereen krijgt ermee te maken dus spreken verhalen die er treffend mee omgaan een breed publiek aan. Het is echter zeldzaam dat het zo vloeiend met een spannend en vrolijk avontuur wordt vermengd als in Big Hero 6.

Deze nieuwste animatiefilm uit de Disneystudio gaat over de veertienjarige Hiro, een jongen die met zijn zelfontworpen robotje meedoet aan gevechten in donkere steegjes van het futuristische San Fransokyo. Zijn oudere broer Tadashi vindt het maar niets en moedigt hem aan om iets nuttigs uit te vinden, zodat hij een prestigieuze universiteit kan binnenkomen. Dat lukt, de professor is direct onder de indruk, maar op de avond van de presentatie slaat het noodlot toe. Het schoolgebouw vliegt in brand en Tadashi rent naar binnen om de professor te redden. Ze komen allebei niet meer naar buiten.

Hiro - die ook al geen ouders meer heeft en bij zijn tante woont - raakt in zichzelf gekeerd, totdat hij per ongeluk een uitvinding van zijn broer activeert. De geavanceerde Baymax is geprogrammeerd als robot in de gezondheidszorg en merkt meteen dat er iets mis is met Hiro. Hij downloadt informatie om hem te helpen, maar resultaat blijft uit. Intussen ontstaat al wel heel snel een band tussen de jongen en de zorgzame, koddige machine. Niet vreemd, want Tadashi heeft hem volgestopt met zijn eigen kennis.

Via de kunstmatige intelligentie van Baymax blijft Hiro’s broer dus nog voor een deel in leven. Daarmee heeft deze film wel iets weg van Extremely Loud and Incredibly Close, waarin een jongetje na 11 september een speurtocht probeert te voltooien die zijn omgekomen vader voor hem uitzette. Belangrijk verschil is dat de hoofdpersoon in Big Hero 6 een echte relatie kan opbouwen (of voortzetten) met het aandenken. In het eerste half uur zorgt dat voor vertederende en hele geestige momenten, waardoor een sterke basis wordt gelegd voor de rest van de film.

Spanning en spektakel volgen wanneer het duo erachter komt dat Hiro’s uitvinding voor de universiteit is gestolen door een gevaarlijke schurk. Met zijn hoge technische kennis programmeert de jongen nieuwe vaardigheden in zijn robot om de strijd aan te kunnen gaan. Oud-collega’s van Tadashi springen intussen ook bij om te helpen.

Zo ontstaat een komisch en flitsend avontuur, sterk neergezet met sensationele vliegsequenties, waarbij uitstekend gebruik wordt gemaakt van de 3D. Nog knapper is dat het rouwverwerkingsdrama - waar nauwelijks nadruk op wordt gelegd - toch continu blijft meespelen. Dat Baymax er nieuwe commando’s bij krijgt is functioneel voor het verhaal, maar bewijst ook dat Hiro onbewust weer langzaam op zijn eigen benen gaat staan. En het clubje dat samen een team van superhelden vormt, is in feite ook nog steeds een groep vrienden die steun zoekt bij elkaar.

Op onopvallende, maar prachtige wijze weet Big Hero 6 die thematiek in een verhaal vol actie en plezier te stoppen. Dat komt tot een hoogtepunt in de meesterlijke finale. Het onderliggende drama wordt perfect rondgemaakt, in een adembenemende sequentie die misschien wel de meest ontroerende is die een Disneyfilm ooit heeft gehad.