Na vele beloftes van Michael Bay om de Transformers-franchise te overhandigen aan een nieuwe regisseur, bleven Hasbro en Paramount hem maar overhalen om terug te keren. Ondanks de regen aan kritiek haalden zijn films immers miljarden binnen, totdat The Last Knight 'slechts' zeshonderd miljoen verdiende (een halvering en het kleinste bedrag in de serie). Transformers 6 werd geannuleerd, Bay werd vrijgelaten en de zoektocht naar een vervanger begon. Opvallend genoeg koos men voor Travis Knight, van het fenomenale doch financieel geflopte Kubo and the Two Strings.
Men had geen grotere tegenpool kunnen vinden. Bay heeft de fantasie van een puberaal jochie en ziet vuurballen, vrouwelijke vormen en stuiterende camera's als een kunstvorm. Knight is meer een aandachtige nerd en fan van het eerste uur. Hij propt de film vol personages, referenties en stijlelementen uit 'G1', oftewel de Transformers uit de jaren tachtig. Evengoed is hij duidelijk geïnspireerd door populaire films uit dat tijdperk en kopieert hij kalme camerabewegingen, schattige buitenaardse wezens en aandoenlijke humor van zijn regie-idolen. Het moge duidelijk zijn dat Hasbro hier kiest voor een soft-reboot, die de tijdlijn enigszins intact houdt, maar het puberale imago volledig omtovert naar een familievriendelijk avontuur.
Voor oude Transformers-fans is dit een droom die uitkomt. De setting van de jaren tachtig, de scènes op Cybertron en de grotere focus op de titulaire robots doen het hart sneller kloppen. Zo maakt een zekere straaljager een indrukwekkende entree en kent zijn ontwerp een perfecte balans tussen de ouderwetse blokkerigheid en de moderne auto-onderdelenpastiche uit de blender. Autobots zijn niet langer een soort wandelende Chevrolet-reclames met een onzinnige oneliner of een Frans accent in een paar seconden schermtijd. Knight zet hen in als daadwerkelijke personages in plaats van veredelde special effects. Decepticons hebben ditmaal zelfs hersencellen en weten mensen geloofwaardig te bespelen om hén te helpen in plaats van de Autobots. Het enige aspect waar Knight voor Bay onderdoet, is het gebruik van praktische effecten zoals zijn welbekende vuurwerkexplosies, maar dit wordt gecompenseerd met gedetailleerd en subtiel animatiewerk in de robots zelf.
Mocht je liefhebber zijn van alle bombastische Transformers-films van de afgelopen jaren, dan is Bumblebee waarschijnlijk ietwat schokkend, hij is namelijk nogal schattig. Zijn achtergrondverhaal moet het gemis van een stem in andere films verklaren en daarbij kiest men voor een verhaal dat erg lijkt op E.T. of andere buitenaardse-wezens-in-je-huis-verhalen. Het is uiterst aandoenlijk en prachtig geanimeerd wanneer Bumblebee ongemakkelijk door een deurpost kruipt of een colablikje probeert te aaien; laat die GIF'jes maar komen. Gelukkig weet Hailee Steinfeld al deze schattigheid goed te combineren met wat menselijkheid en geloofwaardige reacties op haar nieuwe gele huisdier. Af en toe kruipt er wat geforceerde grappigheid binnen. John Cena heeft redelijk wat charisma, maar hij is net niet geloofwaardig als een serieuze soldaat die reageert op 'first contact'. Verder zijn Charlies familieleden en haar potentiële vriendje net iets te gewoontjes.
Qua stijl is Bumblebee bijna perfect en bevat alle ingrediënten voor een leuke familiefilm met een volwassen randje, maar men speelt het te veilig om het echt fantastisch te maken. Zo worstelt Charlie met een persoonlijk trauma en is Bumblebee net ontsnapt aan een oorlogssituatie. Er zijn indrukwekkende en gewelddadige scènes rondom Bumblebee, maar dit wordt nooit mooi gekoppeld aan het thema van trauma, zijn letterlijke beschadiging of de Decepticon die hij uiteindelijk moet trotseren. Dit is de 'triple changer' Shatter, wiens stem wordt ingesproken door Angela Bassett. In tegenstelling tot eerdere films wordt de stem van zo'n kaliber acteur eens niet verkwanseld aan een sullig bijpersonage, maar er had nog meer ingezeten. Met iets bruter geweld, dramatischer filmwerk en wat verbanden tussen een aantal specifieke scènes had het zomaar een emotioneel verhaal kunnen worden dat je echt raakt. Alle ingrediënten zijn aanwezig, maar helaas lijken de filmmakers ergens in het proces die volwassenheid bewust te hebben vermeden.
Desalniettemin is Bumblebee met gemak de beste Transformers-film van allemaal, dankzij prachtige animatie, competente schurken, een aantal zinderende actiescènes en een consistente toon. Voor fans is het een feest en voor families een uitermate schattig avontuur dat prima past in de kerstweken. Toch is de film nog niet zo iconisch als de films waaraan hij refereert. Ook zal de toon wennen zijn voor Bay-fans die inmiddels gewend zijn aan scheldende robots die als hondjes tegen de benen van de hoofdpersonen oprijden. Het leek een onmogelijke taak om de onbezonnen films van Michael Bay om te toveren naar een magische familiefilm, maar het is Travis Knight aardig gelukt. Hij heeft geluisterd naar de kritiek en pakt dat ene Spielbergiaanse element uit de film van 2007 dat wel werkte: 'the boy and his car'. Hij bouwt daarmee een prima overbruggende film die een nieuwe reeks films opzet, met Transformers als hoofdpersonen in plaats van special effects.