Onze Natuur, het Wilde België
Recensie

Onze Natuur, het Wilde België (2022)

Onze zuiderburen hopen het succes van Nederlandse natuurfilms zoals De Nieuwe Wildernis te kunnen kopiëren.

in Recensies
Leestijd: 2 min 37 sec
Regie: Dick Harrewijn, Pim Niesten en Maria Lise Van Lente | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2022

Het traditionele beeld van de natuurdocumentaire is een inkijkje in de flora en fauna van verre oorden. Een olifant op de Afrikaanse savanne, een kolonie keizerpinguïns op de Zuidpool of pandaberen in de bamboebossen van China spreken nou eenmaal meer tot de verbeelding dan een simpele huismus. Dat dichter bij huis ook een boel moois en interessants te spotten valt, bewees het onvolprezen De Nieuwe Wildernis wel, dat de Oostvaarderplassen aandeed.

Docu's over leven in de stad, waterrijke gebieden en het onderaardse volgden. Net als bij vakantie in eigen land doemde de vraag van de makers op waarom we ver weg moeten gaan, terwijl er nog zo veel bij ons in de buurt te zien en te ontdekken valt. Ook onze zuiderburen hebben het licht gezien. In Onze Natuur, het Wilde België onderzoekt een trio van filmmakers al wat leeft in ons buurland. Het staat garant voor soortgelijke oogstrelende filmbeelden, maar mist een duidelijk focus wat betreft diersoorten of habitat.

Deze ambitieuze natuurdocumentaire opent met de wedergeboorte van een vliegend hert. De keversoort is na het stadium van larve verworden tot een pop waaruit het volwassen dier zichzelf bevrijdt. Nadat het insect is opgedroogd doet het zijn naam eer aan door het luchtruim te kiezen. Vervolgens zappen we naar ontwakende eekhoorns, een eierleggende voorn en ijsvogels die elkaar het hof maken. De commentaarstem van acteur Matteo Simoni praat het leven en gedrag van de diersoorten aan elkaar.

Dit leidt soms tot tenenkrommende beschrijvingen, vooral wanneer Simoni wat dynamiek in de beelden aan probeert te brengen door menselijke eigenschappen toe te dichten aan de geportretteerde dieren. Niet over elke soort valt evenveel te vertellen, dus het onvermijdelijke gevolg is dat de docu van de hak op de tak springt. De dieren maken allemaal deel uit van een ecosysteem, een gegeven dat de makers volstrekt links laten liggen. Ze benoemen alleen de bouwstenen van het complexe systeem.

Waar De Nieuwe Wildernis grotendeels de mens buiten beschouwing liet, stippen de Belgen de symbiose tussen mens en natuur wel enigszins aan. De dieren hebben zich geschikt naar de invloed van de mens op hun leefomgeving, of het nu hagedissen zijn die als exoten langs het treinspoor leven of zwaluwen die zich hebben gevestigd in zandafgravingen. Ook wordt de stad zelf bezocht, bijvoorbeeld wanneer een vos een vuilniszak openrijt of ooievaars een vuilnisbelt als fastfoodrestaurant gebruiken.

De schitterend geschoten beelden spreken ontegenzeglijk sterk tot de verbeelding. Bijvoorbeeld wanneer het vliegend hert het gevecht met een mannelijke soortgenoot aangaat om een vrouwtje te veroveren. Bombastische muziek maakt het drama compleet. Dat de geluidseffecten enigszins gemanipuleerd worden deert weinig, daar maken de meeste natuurdocumentaires zich schuldig aan.

Het grootste euvel van Onze Natuur, het Wilde België is dat het weinig nieuws onder de zon biedt. Zo sterk wijkt het Belgische landschap niet af van het onze. Het ontbreken van een centraal thema maakt het geheel fragmentarisch en onsamenhangend. De rode draad dat alles binnen de landsgrenzen van het Belgische koninkrijk is gefilmd, waar de introtekst prat op gaat, is onvoldoende. Je kunt ook te uitgebreid zijn. Zeker en vast.