Nog één feestje om het leven te vieren. Nog één feestje ter ere van je broer, vader, oom die waarschijnlijk binnenkort overlijdt aan kanker. Nog één keer vieren dat hij er nog is, maar niemand weet voor hoe lang. Tótem draait om dit ene feestje en alle gevoelens die daarbij komen kijken.
Tótem wordt verteld vanuit het perspectief van Sol, de zevenjarige dochter van Tonatiuh, de man voor wie het feest is. De film draait om de voorbereiding en de avond zelf. De film laat daarnaast zien hoe Tonatiuh zich met veel pijn klaarmaakt voor zijn verjaardag. De vraag of hij wel naar het feest wil, hangt in de lucht. Is het feest voor hem of meer voor de familie? Dit soort complexe vraagstukken behandelt Tótem, maar er is geen duidelijk antwoord. Dat maakt het een boeiende film.
Het resultaat is een intiem portret van een familie die een blij masker opzet om er een feestelijke avond van te maken, maar die zich eigenlijk stilletjes voorbereidt op het onvermijdelijke overlijden van Tonatiuh. De familie voelt hecht en realistisch door de chaotische voorbereiding van het feest. Er zitten veel herkenbare details in. Een voorbeeld is Lucia, de zus van Tonatiuh, die haar zoon meerdere keren moet voordoen hoe je goed moet stofzuigen, zodat hij het tapijt ook echt schoonmaakt en er niet alleen maar overheen aait.
Het geluid van de film accentueert deze chaos. De stemmen van alle familieleden lopen door elkaar. Het is nooit stil in het huis. Er wordt gegild door de kleine kinderen, er worden kussens naar elkaar gegooid, iemand laat iets vallen. Hierdoor bouwt de spanning op. Gaat het organiseren van het feest wel lukken en blijft het gezellig?
Af en toe laten de familieleden hun maskers zakken en geven ze uiting aan hun rouwgevoel. Een mooi voorbeeld is een gesprek tussen twee zussen en een broer van Tonatiuh die, waar de kinderen bij zijn, de medische behandeling van Tonatiuh bespreken. Dit doen ze echter in geheimtaal zodat de kinderen woorden zoals chemotherapie niet te horen krijgen en op die manier niet door hebben wat er eigenlijk aan de hand is en hoe ernstig het is.
Het is een hartverscheurend perspectief op hoe je als familie met verlies om moet gaan, terwijl het dagelijks leven gewoon doorgaat. Dit soort kleine momenten maken de film niet alleen realistisch, maar geven Tótem een stille en ontroerende kracht.
Sol weet echter heel goed wat er aan de hand is en is de enige die echt verdriet laat zien. De volwassenen om haar heen drukken het allemaal weg en het is geweldig hoe de acteurs de balans tussen geluk en diepe bedroefdheid communiceren.
De cinematografie benadrukt dit gevoel. Het beeld is bijna vierkant en daardoor vullen de gezichten van de acteurs het doek. Het gebruik van close-ups zorgt er in sommige scènes zelf voor dat de andere personages op het scherm vervagen. De film voelt vertrouwelijk en intiem.
Toch draait Tótem niet alleen om verdriet en rouw. Er zitten ook genoeg grappige momenten in, zoals Tonatiuh die eindelijk klaar is voor het feest, maar dan toch weer terug moet omdat hij in zijn broek heeft gepoept. Deze momenten zijn bitterzoet. Het verdriet blijft als een donderbui boven de film hangen. Toch brengen deze scènes de nodige verlossing om even op adem te komen, waardoor de film niet verstikkend is.
Het indrukwekkende Tótem zit vol met herkenbare en ontroerende momenten. De film verbeeldt op prachtige wijze hoe elk familielid op zijn of haar manier omgaat met naderend verlies en hoe een kind dat stilletjes observeert.