Piccolo Corpo
Recensie

Piccolo Corpo (2021)

Mooie filmhuisfantasyfilm, waarin een jonge Italiaanse vrouw een queeste moet volbrengen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 33 sec
Regie: Laura Samani | Scenario: Laura Samani, Elisa Dondi & Marco Borromei | Cast: Celeste Cescutti (Agata), Ondina Quadri (Lynce), e.a. | Speelduur: 89 minuten | Jaar: 2021

Piccolo Corpo is eigenlijk een soort fantasyfilm. Met een heldin met een queeste, die haar over zee en over bergen, door duistere wouden en door donkere grotten voert. Maar dan met het tempo en in de stijl van de filmhuisfilm, en met een doel dat je eerder zou kunnen verwachten in 'serieuze' literatuur in plaats van populaire fantasy-boeken.

Agata maakt haar lange, moeilijke en gevaarlijke reis namelijk niet om een ring in een vulkaan te gooien. Het kistje dat ze de hele tocht bij zich draagt en beschermt, bevat geen magische wapens of schatten. Haar verhaal begint niet met een jonge, kloeke heldin die verlangt naar avontuur, maar met de geboorte van haar eerste kind.

De baby wordt echter doodgeboren. Agata wil haar dochter een naam geven, maar dat mag niet van de vroedvrouw. Want volgens de katholieke kerk in het Italië van het jaar 1900 kan een doodgeboren kind niet gedoopt worden, en pas dan mag een naam gegeven wordt. Geen doop betekent ook dat Agata haar kindje nooit in de hemel zal terugzien na haar eigen overlijden. Het naamloze meisje is voor eeuwig en altijd tot het vagevuur verdoemd.

Dan hoort ze op gefluisterde toon dat er een bedevaartsoord is waar doodgeboren baby's voor één ademhaling tot leven gewekt kunnen worden, net genoeg om gedoopt te worden. Maar niemand op het eiland waar ze woont wil haar helpen, dus graaft ze op een nacht zelf het kistje met het lichaam van haar dochter op, en vertrekt ze in een bootje naar het vaste land.

Daar ontmoet ze de androgyne Lynche, die er een beetje uitziet zoals Frodo in de Lord of the Rings-filmreeks, maar zich af en toe meer als een Gollum gedraagt. Samen beleven ze een avontuur door wilde bossen, tegen struikrovers, door een mijnschacht waar volgens de overlevering vrouwen niet levend uitkomen en door de bergen waar Lynche vandaan komt.

Het Italiaanse landschap waar ze doorheen trekken, wordt regelmatig heel mooi in beeld gebracht. Soms haast pittoresk, hoewel meestal vooral de wildernis en onherbergzaamheid nadruk krijgen. Ze komen ook verschillende lokale 'volkeren' tegen, waar sommigen hun eigen dialect spreken, dat Agata niet verstaat of spreekt.

Dit past bij het fantasy-aspect, maar ook bij het Italië van toen én van nu. In bijna alle regio's van Italië worden nog lokale dialecten gesproken, waarvan sommigen haast een andere taal lijken. Het onderstreept dat Italië tussen de val van het West-Romeinse Rijk in de vijfde eeuw en de eenwording in 1860 uit een hele hoop (stad)staten, landjes en rijken heeft bestaan.

Agata houdt haar emoties zoveel mogelijk in. Ze is zo doelgericht dat ze er geen ruimte of energie voor heeft. Daarom houdt Piccolo Corpo de emoties tot het einde grotendeels op afstand. Tot aan de ontroerende apotheose, waarin het fantasy-element samenkomt met katholieke mystiek. De fantasy blijft met beide benen op de grond, terwijl het geloof en de 'echte wereld' zoals wij die kennen net iets fantastischer worden.