Jurassic World: Dominion
Recensie

Jurassic World: Dominion (2022)

Deze afsluitende Jurassic World is een heerlijke prehistorische traktatie met glansrollen voor de oude rotten uit 1993.

in Recensies
Leestijd: 3 min 45 sec
Regie: Colin Trevorrow | Scenario: Emily Carmichael en Colin Trevorrow | Cast: Chris Pratt (Owen Grady), Bryce Dallas Howard (Clair Dearing), Laura Dern (Elli Satler), Sam Neill (Alan Grant), Jeff Goldblum (Ian Malcolm), Isabella Sermon (Maisie/Charlotte Lockwood), DeWanda Wise (Kayla Watts), Campbell Scott (Lewis Dodgson), BD Wong (Dr. Henry Wu), Omar Sy (Barry Sembène), e.a. | Speelduur: 146 minuten | Jaar: 2022

Het beeld dat we vandaag de dag van dinosauriërs hebben is in grote mate bepaald door de moderne Spielberg-klassieker Jurassic Park. De wetenschap is inmiddels een stuk verder met de kennis over de reptielen, al mogen ze de filmmakers bedanken voor de toegenomen interesse en financiering van hun onderzoeken. De filmmakers zijn maar deels meegegaan met de nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zo is bekend dat veel dino's veren hadden, de tyrannosaurus rex een stuk logger was en de velociraptor een stuk kleiner dan in de films.

De digitale technieken hebben ook niet stilgestaan. Op YouTube is een ruim vijf minuten durende video te zien die aanvoelt als natuurdocumentaire die miljoenen jaren geleden is geschoten. Regisseur Colin Trevorrow had het bedoeld als proloog van Jurassic World: Dominion, maar heeft het er uiteindelijk toch uit gelaten. Wel laat hij in de uiteindelijke intro weten dat het Jurassic Park-experiment nu toch echt flink wel uit de hand is gelopen.

De mens heeft leren leven met de ontsnapte dino's. Kleine reptielen lopen langs het strand, pterosauriërs hebben hun nesten in de wolkenkrabbers van New York gebouwd, stegosaurussen lopen door de straten en triceratopsen grazen op de weilanden. Biosys, een multinational met natuurlijk alleen maar goede bedoelingen, is in de Italiaanse Dolomieten een reservaat begonnen en ontfermt zich over de wereldwijde dinopopulatie. Ze zijn echter vooral geïnteresseerd in Maisie Lockwood, een meisje dat een kloon is van haar eigen moeder, een overleden wetenschapster uit de tijd van Jurassic Park.

Maisie woont in de bossen van de Verenigde Staten bij Owen en Claire, die elk zo hun eigen manier hebben gevonden om met de dinosauriërs om te gaan. Als Biosys ook nog eens verantwoordelijk lijkt te zijn voor het uitsterven van wereldwijde landbouwgewassen en de voedselketen dreigt te verstoren is het tijd voor actie. Niemand minder dan Laura Dern, Sam Neill en Jeff Goldblum zijn opgetrommeld om hun iconische rollen opnieuw invulling te geven. Het blijft gelukkig niet bij cameo's, want het drietal heeft volwaardige hoofdrollen.

Er is dus een boel aan de hand in dit derde en afsluitende deel van de Jurassic World-reeks. Zelfs met ruim tweeënhalf uur op de klok lijkt het proppen te worden om zo veel plot en zo veel personages de ruimte te geven. Het is dan ook opvallend hoe lekker alles en iedereen op zijn of haar of hun plek valt. De verhaallijnen van de oude en de nieuwe garde verlopen grotendeels afzonderlijk, maar grijpen wel voortdurend in elkaar. Zelfs nieuwe personages, zoals de stoere Kayla Watts en de toch wel erg op Steve Jobs gelijkende CEO van Biosys, krijgen ruim baan en een volwaardige invulling.

Je zou haast ook nog vergeten dat deze reeks toch vooral om de dino's draait, maar Trevorrow zet ze eigenlijk voortdurend in als ze het verhaal verder helpen, of simpelweg garant kunnen staan voor flitsende actie. Net zoals de prehistorische reptielen een plek in het dagelijkse leven hebben verworven, vormen ze een logisch en functioneel onderdeel van deze rampenfilm. Trevorrow gooit er ook nog wat stof tot nadenken tegenaan, maar wrijft het zijn publiek niet voortdurend onder de neus.

Uit alles blijkt dat de filmmakers een enorme liefde hebben voor de klassieker uit 1993, wat tot uitdrukking komt in shots die een-op-een ontleend zijn aan Spielbergs meesterwerk. Het is geen goedkoop kopieergedrag, maar een hommage aan een film die baanbrekend was in het gebruik van computereffecten en 'old school' animatronics. Dit laatste element heeft Trevorrow ook niet geschuwd. Het is duidelijk dat soms poppen van slapende of langzaam bewegende dino's zijn gebruikt, maar er gaat juist een ongekende charme vanuit.

Wat de makers ook heel goed doen is het tonen van diversiteit. Niet omdat het woke is, maar omdat het een goede afspiegeling is van de maatschappij. Je moet niet onderschatten hoe belangrijk het is dat steeds meer bioscoopgangers zichzelf herkennen in de personages op het scherm. Het is daarnaast heerlijk om de oude club met veel plezier hun rollen opnieuw te zien innemen. Dominion is een waardige afsluiter van een tweede dinotrilogie, die hopelijk niet de laatste zal zijn. Het staat garant voor een avondje onvervalste actie en avontuur. Ook wel eens lekker.