Nightmare Alley
Recensie

Nightmare Alley (2021)

Het mentalisme in de jaren dertig en veertig brengt in Guillermo del Toro een opvallend cynische kant naar boven.

in Recensies
Leestijd: 3 min 15 sec
Regie: Guillermo del Toro | Scenario: Guillermo del Toro, Kim Morgan | Cast: Bradley Cooper (Stanton Carlisle), Rooney Mara (Molly Cahill), Cate Blanchett (Dr. Lilith Ritter), Toni Collette (Zeena the Seer), Willem Dafoe (Clem Hoatley), e.a. | Speelduur: 149 minuten | Jaar: 2021

Guillermo del Toro schuwt het bovennatuurlijke niet in zijn films. Het rijke oeuvre van de Mexicaanse cineast wordt bevolkt door geesten, monsters, vampiers en tal van andere wezens die een basis hebben in folklore. Best verrassend dus dat hij in zijn nieuwste film geheel aan de realistische kant blijft, temeer omdat deze zich voor een groot deel afspeelt in de Amerikaanse kermiswereld van de jaren dertig.

De meeste kermisattracties waren destijds niet mechanisch van aard, maar fysiek: wilde dieren en vreemde mensen. Daarvoor werd de associatie met het bovennatuurlijke maar al te graag opgezocht. Aan de niet of nauwelijks opgeleide bezoekers viel namelijk wel wijs te maken dat onalledaagse verschijningen of slim uitgewerkte trucs konden worden toegeschreven aan iets onverklaarbaars. Voor Del Toro dus schot voor open doel om dergelijke mythologisering à la Carnivàle liefderijk door te trekken naar het fantasygenre.

Toch wordt al snel duidelijk dat Del Toro wat bedenkingen heeft over de kermispraktijken van weleer. Vooral de freakshows blijken niet bepaald zijn goedkeuring te hebben. Bij het zien van een zogenaamde 'geek' (een gekooide man die wordt tentoongesteld als een monsterlijke verschijning) dringt zich dan ook direct de associatie op met het gevangen wezen uit The Shape of Water. Net als in die film is er empathie voor de gevangene en weinig sympathie voor degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn.

Onze ingang in deze kermiswereld is Stanton Carlisle, die zich min of meer bij toeval naar binnen werkt. In het eerste shot zien we hem nog met een lijk slepen dat hij vervolgens in brand steekt, maar voor de rest is hij een geheel onbeschreven blad. De eerste paar minuten komt er zelfs geen enkel woord uit en heeft hij voor zijn interacties genoeg aan zijn lichaamstaal. Dat verandert gaandeweg, maar het tekent enigszins wat voor vlees we in de kuip hebben.

Stanton raakt geïntrigeerd door het werk van waarzegster Zeena, die haar publiek dingen vertelt die ze niet zou kunnen weten, maar dankzij een goed doortimmerd systeem moeiteloos uit haar mouw schudt. Gewoon een kwestie van de juiste afleiding creëren en goed je slachtoffer lezen. Al deze trucs zijn te leren en de charmante Stanton blijkt een snelle leerling. Zodra hij zich het systeem meester heeft gemaakt, keert hij de kermiswereld de rug toe om met zijn nieuwverworven waardigheden de elite van New York te bespelen.

In deze tweede helft wordt snel duidelijk dat geloof in het paranormale waar hij op inspeelt weinig te maken heeft met intelligentie of opleidingsniveau, maar vooral met een diepgewortelde behoefte aan troost. Stantons geveinsde communicatie met overledenen wordt op een zeker moment vergeleken met de voldoening die mensen halen uit een wekelijkse kerkdienst, wat niet geheel onredelijk lijkt. Een subplot benadrukt echter dat zijn toneelstukjes verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Daarmee toont Del Toro zich opvallend cynisch voor een cineast die meestal hoop weet te vinden op onverwachte plekken. Maar het onderstreept zijn ethos: het is prima als fabels hoop bieden wanneer we weten dat ze niets anders zijn dan fictie, maar het wordt een andere zaak wanneer ze als waarheid worden verkondigd. Stanton is zich daar waarschijnlijk ook in enige mate van bewust, maar zijn succes is te verslavend om dit te erkennen.

Zoals vaker beschikt Del Toro over een cast vol grote namen, maar nog meer dan voorheen rust zijn film op de schouders van zijn hoofdrolspeler. Bradley Cooper zet als Stanton Carlisle misschien wel zijn beste rol tot nu toe neer. Regelmatig zoekt hij de grenzen van de sympathie op, maar hij raakt de kijker nooit volledig kwijt. En reken maar dat het knettert wanneer hij tegenspel krijgt van Cate Blanchett die zich van haar meest Marlene Dietrichste kant mag laten zien.