De regisseur die er in Taken 3 veertien losse shots in zes seconden over deed om Liam Neeson over een hek te laten springen, is terug. Olivier Megaton verfilmde de graphic novel The Last Days of American Crime en pakt er een ruime tweeënhalf uur voor uit. Want als je een misser begaat, kun je er maar beter vol voor gaan. De film heeft nauwelijks interne logica, geen sprankeltje lol en al helemaal niets te zeggen. Hoe weinig Netflix er ook voor heeft betaald, het is te veel.
Na twintig minuten film is er op zich iets gebeurd. Hoofdpersoon Bricke heeft wat lui vermoord, er is uitgelegd dat er in dit Amerika over vijf dagen een signaal wordt aangezet dat mensen ervan weerhoudt om misdaden te plegen, en ook weten we dat het broertje van beroepscrimineel Bricke dood is. Maar nog steeds is het eigenlijk volstrekt onduidelijk waar het verhaal nou over gaat. Zelfs met honderdvijftig minuten speeltijd is dit een te lange aanloop. Zeker omdat er geen enkele reden wordt gegeven om deze Bricke als held - of sympathieke antiheld - te omarmen.
Er kan eindelijk van een plot worden gesproken als Kevin Cash opduikt, oftewel Michael Pitt met zijn beste imitatie van Tygo Gernandt - minus de humor. Hij vertelt Bricke dat zijn broertje in de gevangenis is vermoord en geeft hem de optie om wraak te nemen, door een enorme bak geld te stelen op de avond waarop het antimisdaadsignaal live gaat. Extra stimulans voor de hoofdpersoon is Shelby, de verloofde van Cash, met wie hij al snel een bijzonder lichamelijke band ontwikkelt. Want dit is zo'n film waarin iedereen elkaar belazert.
Nou is er een hoop mis aan de film, maar de beste illustratie is de centrale premisse: dat curieuze signaal. Hoe werkt dat? De film doet niet zijn best om meer uit te leggen dan 'het rotzooit met je hersenchemie'. Als het wordt aangezet, bevriezen criminelen, vergelijkbaar met wanneer Professor X een van zijn aanvallen krijgt in Logan. Waarop richt het signaal zich dan? Geweten? Transgressie? Geweld? Het hoeft niet wetenschappelijk onderbouwd te worden, maar zeg iets om de werking een beetje aannemelijk te maken.
Het wordt potsierlijk als we scènes voorgeschoteld krijgen waarin dit signaal daadwerkelijk wordt aangezet. Bankrovers vallen stil, gevangenen die aan het knokken zijn zakken door hun knieën en saboteurs kunnen ineens niks meer. Maar degenen die geheime en dus overduidelijk illegale experimenten aan het uitvoeren zijn, blijven immuun? En de gevangenisbewaarders die niet-toegestane gevechten houden ook? Zelfs de bankbewaker die uit zelfverdediging iemand neerschiet is een tikkeltje raar. Het is zeker niet waarschijnlijk dat zij allemaal al een chip hebben die ze tegen het signaal beschermt, want waarom zou je die in de testfase al zo vrijgevig implanteren?
Op de eerste plaats is dit dus een erg luie film. En dat zou nog enigszins te vergeven zijn als hij genoeg amusementswaarde meekrijgt. Maar neen. Dat begint bij hoofdpersoon Ramírez die de hele film rondloopt met een grafkop alsof hij nergens zin in heeft. De enige motivatie om ons met hem te identificeren is de lange tijd die we aan hem vastzitten. Het Stockholm-syndroom als vertelstrategie. Dat werkt niet. En mensen lange tijd met een hoop geweren laten rondlopen maakt geen actiefilm. Het enige wat de film heeft is lengte, lengte waar niets mee wordt gedaan.
O ja. Sharlto Copley zit ook in The Last Days of American Crime, als de terneergeslagen politieagent Sawyer. Maar eigenlijk komen we er nooit achter wat hij in de film doet. Toch leuk voor hem dat hij weer iets mag spelen.