The Lodge
Recensie

The Lodge (2019)

Indrukwekkende horrorfilm van Oostenrijks regisseursduo stemt somber.

in Recensies
Leestijd: 2 min 35 sec
Regie: Severin Fiala, Veronika Franz | Scenario: Sergio Casci, Severin Fiala, Veronika Franz | Cast: Richard Armitage (Richard), Riley Keough (Grace), Alicia Silverstone (Laura), Jaeden Lieberher (Aidan), Lia McHugh (Mia), e.a. | Speelduur: 108 minuten | Jaar: 2019

Vijf jaar geleden maakte het Oostenrijkse regisseursduo Severin Fiala en Veronika Franz indruk met de debuutfilm Ich Seh, Ich Seh, een bevreemdend horrordrama over een cosmetisch geopereerde vrouw die herenigd wordt met haar griezelige tweelingzoons in een afgelegen villa. Met een groter budget en een paar bekende acteurs mochten Fialla en Franz het in Amerika proberen. Het levert een film op die toegankelijker én beter is dan zijn voorganger.

Er zijn van die films die je onmiddellijk bij je lurven grijpen en The Lodge is daar één van. In een van de eerste scènes zien we een moeder zich abrupt van het leven beroven nadat ze te horen heeft gekregen dat haar man Richard haar verlaat voor een jongere vrouw. Een halfjaar later zijn kinderen Aiden en Mia nog in hevige rouw gedompeld, als Richard vindt dat de tijd is aangebroken om hun kersverse stiefmoeder Grace te ontmoeten.

Om de kinderen en Grace gelijk goed aan elkaar te laten wennen, neemt hij ze mee naar een afgelegen chalet om daar gezamenlijk kerst te vieren. Tot overmaat van ramp laat hij de drie eerst een aantal dagen alleen, want hij heeft nog werk te doen in de stad. Maar hoezeer Grace ook haar best doet om de kinderen te behagen, gezellig wil het niet worden. Wat niet helpt, is dat de kinderen op de hoogte zijn van haar sinistere achtergrond: Grace overleefde op twaalfjarige leeftijd als enige de collectieve zelfmoord van een sekte die door haar vader werd geleid.

Van ongemakkelijk wordt het al gauw onheilspellend wanneer het chaletje ingesneeuwd raakt, contact met de buitenwereld onmogelijk blijkt en er allerlei spullen op mysterieuze wijze verdwijnen - inclusief de antipsychotica van Grace. Als kijker krijg je ondertussen maar weinig hoogte van de personages. Is Grace die archetypische, gemene stiefmoeder of zijn deze beschadigde kinderen zelf ook niet helemaal lekker?

Wie Ich Seh, Ich Seh gezien heeft, zal een hoop herkennen. Opnieuw zien we twee kinderen zich tegen een moederfiguur keren in een afgelegen huis. Maar waar die vorige film eerder artistiek dan eng was, is The Lodge conventioneler van opzet en daardoor spannender. Fiala en Franz spelen met de clichés die je kent uit al die andere griezelfilms die zich afspelen in afgelegen blokhutten en vertellen tegelijkertijd een aangrijpend verhaal over rouw en trauma.

The Lodge past in een trend van films die huiveringwekkende horror met psychologisch drama weten te combineren, zie bijvoorbeeld het werk van Ari Aster. In de openingsscène zijn de gelijkenissen iets te treffend; die truc met dat poppenhuis lijkt bijna rechtstreeks gejat uit Hereditary. Maar de humoristische toets die Aster in zijn films aanbrengt, ontbreekt hier volledig. Naarmate het verhaal vordert, wordt het almaar verstikkender, tot je bijna snakt naar de aftiteling. Misschien is dat de Oostenrijkse touch. Het is dat strenge dat ook de films van landgenoten Ulrich Seidl en Michael Haneke kenmerkt. Dit is griezelen op zijn allersomberst.