Je kunt een poging ondernemen bij de koffieautomaat, maar je leert je collega's pas echt goed kennen als je je met ze laat opsluiten. Niet voor niets is een bezoekje aan een escape room, waarbij je aanwijzingen moet vinden en raadsels moet oplossen, een populair bedrijfsuitje. Dat het niet helemaal ongevaarlijk is bleek onlangs toen vijf Poolse meisjes het leven lieten na een brand in een escape room. Het zorgde ervoor dat de release van horrorfilm Escape Room in sommige landen werd uitgesteld.
Het risico is dat een escape room op het grote scherm al snel uitloopt op martelporno, waarbij het bloed in het rond spuit en de ledematen bij bosje worden afgehakt door moordzuchtige stellages. Een voorbeeld hiervan is te vinden op Netflix, waar een Escape Room uit 2017 te vinden is. Dat het ook anders kan en niet hoeft uit te draaien op een kloon van Saw bewijst de poging van Adam Robitel.
Dat er bij Robitel zelfs geen druppel bloed vloeit en ook het aantal schrikmomenten nihil is, is een ongekende prestatie. De scenaristen hebben daarnaast pogingen ondernomen om met originele, niet compleet inwisselbare personages op de proppen te komen die je niet al na tien minuten een pijnlijke dood toewenst. Escape Room blijft een genrefilm, dus verwacht geen meesterlijke karakterschetsen, maar de personages hebben nog wel iets opvallends gemeen. Ze zijn allemaal door een sadist geselecteerd omdat ze ooit als enige een ramp hebben overleefd. Wie heeft statistisch gezien de hoogste overlevingskans?
De zes vreemden, onder wie een timide studiebol, een ware escaperoomfanaat, een oorlogsveteraan en een succesvol aandelenhandelaar, worden gedumpt in een wachtruime die meteen al de eerste kamer blijkt te zijn. De beloning bij een succesvolle vluchtpoging is tienduizend dollar. De regels zijn simpel: probeer te ontsnappen naar een volgende ruimte door op zoek te gaan naar aanwijzingen. Het is geen verrassing dat het hier niet om een sympathiek spelletje gaat, maar dat de Houdini's in spe een strijd leveren tegen onder meer de elementen en de tijd.
Dit blijft gedurende de eerste akte best spannend, vooral als blijkt dat eenmaal gevangen de sardientjes in blik samen moeten werken om uit hun benarde positie te geraken. Robitel vaart op suspense en niet op gorigheid en presenteert ons een serie vermakelijke ontsnappingskamers waar flink wat manuren aan timmerwerk in is gaan zitten. De slachtoffers wekken niet meteen een gevoel van afkeer op en je gunt ze zelfs een veilige weg uit.
Tot zo ver het goede nieuws, want de klad komt er na een half uur in. Want ook Escape Room vervalt in de vele clichés van het genre. De regie is rechttoe rechtaan, maar Robitel vond het net als zo vele vakbroeders nodig de soundtrack vol te plempen met een voortdurende dreigende brom die een onaangenaam opgejaagd gevoel opwekt. Bovendien heeft hij in de openingsscène een vooruitblik gegund op de allerlaatste kamer, waardoor je geduld wordt getart. Je weet immers al een beetje waar het op uitdraait.
Dan wordt het plichtmatige konijn uit de hoge hoed getoverd en word je ook nog even op het verkeerde been gezet. Een betreurenswaardige stijlbreuk die bovendien vrij overbodig is. Escape Room voelt op momenten ongebruikelijk origineel aan, maar houdt deze inventiviteit niet vol. Ook bewijst hij dat tijdig afkappen een kunst is, getuige het op een vervolg hintende slot.