Vanaf een bepaalde leeftijd begint ieder kind het zich af te vragen: waar komen die verdraaide baby's nou eigenlijk vandaan? Als het aan de makers van The Boss Baby ligt, mogen we het bekende verhaal over de bloemetjes en de bijtjes alweer vergeten. In de nieuwe animatiefilm van Dreamworks - van de makers van Madagascar - zien we hoe in een schattig ogende fabriek de nieuwe kleine mensjes van de lopende band komen rollen en na een geslaagde kieteltest door naar hun families worden gestuurd. Soms gaat echter iets mis en wordt een baby uit het middelmanagement eropuit gestuurd om in te grijpen. Het is een maf uitgangspunt, dat voor een klein anderhalf uurtje desalniettemin prima weet te vermaken.
Wanneer de naamloze Boss Baby in zijn nieuwe gezin terechtkomt, blijkt dat de vergelijking tussen de nieuwste gezinsuitbreiding en een baas niet uit de lucht is komen vallen. De jongste spruit hoeft het maar op een brullen te zetten en wordt op zijn wenken bediend, peigert zijn ouders (of beter gezegd: werknemers) dag en nacht af met zijn grillen, waarmee het zeven jaar oudere broertje plotseling buiten de boot dreigt te vallen. Het is een grappig gegeven dat even de illusie wekt dat we de Boss Baby enkel vanuit het vertekende perspectief van de fantasierijke Tim te zien krijgen, die plotseling alle aandacht van zijn ouders zal moeten delen met een nieuw gezinslid.
Heel even dan, want na enkele minuten wordt al snel duidelijk dat er niks mankeert met Tims waarnemingsvermogen. De Boss Baby is eropuit gestuurd door de top van de Babyfabriek om onderzoek te doen naar de nog schattigere concurrenten van de baby's: puppy's. Tim besluit zijn tijdelijke broertje met tegenzin te hulp te schieten, in de hoop dat hij snel weer terug wordt gezonden naar het bedrijf en Tim zijn plekje in huis niet langer hoeft te delen.
Vanaf dit moment geraakt de film weer in bekender vaarwater, maar heel erg stoort dat niet. De grappen zijn weliswaar van een wisselend niveau, met hier en daar een wat magere filmreferentie of flauw poepgrapje, maar de balans blijft gelukkig overwegend positief doorslaan. Heel af en toe is er zelfs ruimte voor een meer volwassen knipoogje dat over de hoofden van het jonge publiek gaat, maar ongetwijfeld door de ouders zal worden opgepikt. De grootste uitschieter is uiteraard Alec Baldwin, die zich aardig uitleeft als stemvertolker van de baby in het driedelige maatpak, die zijn leeftijdsgenoten ongegeneerd rond commandeert en een dispuut het liefst oplost door letterlijk met geld te strooien, maar ondertussen natuurlijk toch over een klein hartje blijkt te beschikken.
Ook op het gebied van animatie oogt The Boss Baby nergens al te bijzonder, maar weet men soms nog leuk te experimenteren met wat andere animatiestijlen in Tims fantasiebeelden en zelfs het gebruik van 3D is best aardig. Uit alles blijkt dan ook wel dat Dreamworks met hun animatiefilm over een gezinsleven een stuk minder ambitieus is dan concurrent Pixar bijvoorbeeld was met het enigszins vergelijkbare, maar duidelijk superieure Inside Out. Waar laatstgenoemde zijn originele uitgangspunt een gedurende de gehele film op meerdere emotionele lagen laat werken, kiest The Boss Baby er voornamelijk om te testen hoeveel grappen ermee gemaakt kunnen worden voordat tegen het einde nog een laagje sentiment aangebracht dient te worden. Na een klein anderhalf uur zul je ze waarschijnlijk allemaal wel gehad hebben, maar het blijkt precies voldoende om in de korte tijdspanne van de film te blijven vermaken.