Fantastic Beasts and Where to Find Them
Recensie

Fantastic Beasts and Where to Find Them (2016)

Naast een spectaculaire beestenjacht door de straten van New York is deze spin-off een aangename uitbreiding op het nog altijd tot de verbeelding sprekende Potter-universum.

in Recensies
Leestijd: 4 min 52 sec
Regie: David Yates | Cast: Eddie Redmayne (Newt Scamander), Katherine Waterston (Porpentina Goldstein), Dan Fogler (Jacob Kowalski), Alison Sudol (Queenie Goldstein), Colin Farrell (Percival Graves), Carmen Ejogo (President Seraphina Picquery), Samantha Morton (Mary Lou Barebone), Ezra Miller (Credence Barebone), Johnny Depp (Gellert Grindelwald), Jon Voight (Henry Shaw Sr.), Ron Perlman (Gnarlack) e.a. | Speelduur: 133 minuten | Jaar: 2016

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Met de verfilming van de tweede helft van The Deathly Hallows in 2011 leek het einde van een tijdperk te zijn aangebroken, waarin vele millennials verknocht raakten aan de avonturen van de jonge tovenaarsleerling Harry Potter. Na enkele literaire uitstapjes naar andere genres - onder haar eigen naam en het pseudoniem Robert Galbraith - besloot Rowling toch weer leven in het Potter-universum te blazen. Eerder dit jaar met het korte verhaal en bijkomstige West End-toneelstuk The Cursed Child, nu ook op het witte doek met de start van de spin-offreeks Fantastic Beasts and Where to Find Them, waarvoor Rowling zelf het script voor haar rekening nam. Gelukkig is er in de tussentijd nog niks van de magie verloren gegaan, want van meet af aan voelt de terugkeer in de bekende toverwereld al als een warm bad.

Voor een nieuwe franchise die uiteindelijk maar liefst vijf films zal moeten beslaan, lijkt het bronmateriaal - een kleine encyclopedie vol fabelachtige wezens - op het eerste gezicht vrij summier. Een belemmering is dat echter niet, aangezien het Rowling des te meer vrijheid geeft om met de schrijver van het boek, de rondreizende zoöloog Newt Scamander, aan de slag te gaan. Aanvankelijk komen we niet veel te weten van de mysterieuze dierenvriend die met een merkwaardige koffer vol verrassingen in het New York van de jaren twintig aan land stapt. Behalve dat hij vroeger van Zweinstein werd afgetrapt en enkele banden heeft met een aantal bekende personages. Wanneer zijn meegereisde beestenentourage echter op hol slaat, krijgt Scamander het al snel aan de stok met de plaatselijke Dreuzels en het Magische Congres van de Verenigde Staten.

De verandering van tijd en locatie geeft de ruimte om flink uit te breiden op het bekende universum, waar voorheen altijd binnen de perken van het Verenigd Koninkrijk gewerkt werd. Zo worden we al snel geïntroduceerd aan een hele rits aan nieuwe creaties en personages, die stuk voor stuk aardig worden ingevuld door de cast. Eddie Redmayne is aanstekelijk als de wat wereldvreemde, doch charmante Scamander die als een soort magische Freek Vonk door de straten van New York heen banjert. Hij wordt bijgestaan door Porpentina Goldstein, een plaatselijke ex-Schouwer die weer in de gratie probeert te komen bij haar werkgever, en de goedaardige lobbes Kowalski, een aandoenlijke Dreuzel die vanaf een heerlijk chaotische openingsscène in een bank pardoes wordt meegesleurd in Scamanders doldwaze beestenbende.

Aardig om te zien is hoe de zaken er aan de andere kant van de oceaan er net even wat anders aan toegaan. In de eerste plaats bijvoorbeeld in de terminologie - zo worden de Dreuzels in Amerika bijvoorbeeld No-Maj genoemd, kort voor 'no magic' - maar belangrijker nog op het gebied van toverbeleid, met name het strikte omgangsverbod tussen magische en niet-magische personen. Tegelijkertijd staat er ook een kleine beweging van Dreuzels op die overtuigd is van de aanwezigheid van tovenaars en hekserij in de ban wil doen. Nu schuwt Rowling doorgaans niet om hier en daar een parallel naar de echte wereld door te trekken, maar het is aardig om te zien hoe maatschappelijke kwesties als segregatie, onderdrukking en intolerantie - zeker in het huidige politieke klimaat van Amerika uitermate relevante onderwerpen - aan bod komen. Hier en daar valt zeker een link te leggen met recente ontwikkelingen.

Het geeft de spin-offreeks meteen wat gelaagdheid mee, maar in de essentie dient dit eerste deel vooral als een opstartpunt waarin we geïntroduceerd worden aan een nieuwe wereld, vol nieuwe wezens, locaties en soorten magie. Gelukkig is het een groot plezier om vol verbazing in de ene na de andere nieuwe vondst van Rowling gegooid te worden, waar ook in de vormgeving weer veel detail in is gestoken. Het zou zonde zijn om alle verrassingen op voorhand te verklappen, maar houd alvast een oogje open voor de bijdehante vogelbekdierachtige Nifflers en de wandelende tak Pickett met een hoge aaibaarheidsfactor.

Ook de aankleding en soundtrack zijn wederom dik orde. Van de sets en de kostuums tot de muzikale score: onder leiding van David Yates - bij wie de serie sinds Order of the Phoenix in betrouwbare handen is - voelt alles even vertrouwd aan als altijd. Het tijdsbeeld van de 'roaring twenties', inclusief feestelijke galajurken en swingende jazz-elementen, verandert daar weinig aan. Een kritiekpuntje is dat de film meer dan de Harry Potter-films terugvalt op CGI ten faveure van praktische effecten, ook al zien de computergeanimeerde effecten er voor het merendeel goed verzorgd uit. De grote finale dreigt enigszins in dezelfde valkuil te vallen als vele van de hedendaagse (superhelden)-blockbusters: een golf van grootschalige stedelijke destructie door een ietwat halfslachtig uitgewerkte, gezichtsloze vijand.

Desalniettemin slaagt dit eerste deel glansrijk in zijn opzet. Het vormt een aanstekelijke introductie tot de nog onontdekte delen van Rowlings toverwereld, met genoeg nieuwe hersenspinsels voor zowel de vaste fanschare als de complete nieuwkomers om van te genieten. Hoewel de film genoeg aanknopingspunten overlaat voor de vervolgen - waarin we hopelijk meer te zien krijgen van bijvoorbeeld Johnny Depps Grindelwald of wellicht de Amerikaanse toverschool Ilvermorny - is het prettig dat Rowling en Yates van dit eerste deel een onderhoudend, op zichzelf staand avontuur hebben weten te maken. Wat dat betreft doet Fantastic Beasts precies wat een elke goede avonturenfilm zou moeten doen: het prikkelt de nieuwsgierigheid om nieuwe plaatsen en wezens in dit universum te ontdekken. Een ding is zeker: met Scamander als reisleider en Rowling achter de schrijftafel liggen er nog een hoop verrassingen in petto.