Zo op het eerste gezicht is Christian Wolff een tamelijk suffe boekhouder die in een stoffig en deprimerend grijs kantoortje in het noorden van de VS probeert de cijfers van zijn cliënten op orde te krijgen. Maar Wolff, die over een flinke wiskundeknobbel beschikt, is ook een fan van creatief boekhouden. De accountant wordt verdacht van het gladstrijken van de boeken van grote bedrijven en heulen met de maffia. Zijn opdrachten ontvangt de cijfertjesman via de telefoon van een vrouw met een staccato Britse stem. Het ministerie van Financiën zit de accountant op de hielen. Het zal het laatste wapenfeit zijn van Ray King, hoofd financiële recherche die op het punt staat af te zwaaien en achter de geraniums te gaan zitten. King draagt, met enige vorm van chantage, analiste Marybeth Medina op om de jacht op Wolff te openen. Ondertussen ziet Wolff de bui al hangen en bijt zich vast in de jaarrekeningen van Living Robotics, een ogenschijnlijk net bedrijf dat grossiert in protheses.
Naar regie van Gavin O'Connor, de man achter het vechtdrama Warriors, is The Accountant een op momenten diffuse en confronterende achtbaanrit. Het hoofdpersonage vertolkt door Ben Affleck is grotendeels een mysterie. Vreemd genoeg start O'Connor wel met een proloog waarin we opvangen dat Wolff uit een lastige gezinssituatie komt. Hij lijdt aan autisme en wordt later door zijn moeder verlaten. Christian Wolff blijft over met zijn broertje Braxton en hun vader die hen op ruwe wijze leert te knokken voor hun bestaansrecht. Het moge geen verrassing zijn dat al deze elementen vroeg of laat terug zullen komen, maar deze achtergronden zeggen teleurstellend weinig over het handelen van Wolff in het heden. Hij lijkt een compleet andere man. De moeilijke jeugd van de boekhouder verdwijnt naar de achtergrond en wordt overschreeuwd door de klopjacht die op hem wordt geopend en zijn vermogens om vuurwapens ter hand te nemen.
De persoon Christian Wolff moet het kennelijk hebben van deze tegenstrijdigheden, maar boet hierdoor in aan geloofwaardigheid. Tijdens zijn klus bij Living Robotics slaat hij de handen ineen met de mooie collega-accountant Dana. Vanaf dat moment wordt het wel een heel ongeorganiseerd zooitje in deze actiethriller. O'Connor laat een stortvloed aan personages en invalshoeken op de kijker los, waarbij iedereen wel wat wil of te zeggen heeft. Hij lijkt het achter de hand te willen houden voor het geval het plot vast komt te zitten en om aan te geven dat het toch echt wel menens is in de boekhoudwereld waarin Wolff resideert. Zo komt een huurmoordenaar met de bijnaam 'The Assassin' roet in het eten gooien, plegen bijfiguren zelfmoord en zetten Wolff en Dana een vluchtpoging in. Het lijkt net als in het leven van de hoofdfiguur een voortdurende stroom van afleidingsmanoeuvres, waarbij je maar lastig de zaken op een rijtje kunt houden.
In zijn pogingen een goed geoliede en intelligente thriller af te leveren, slaagt de maker slechts deels. Vele grote namen maken hun opwachting, maar weten niet te verhullen dat het op strategische momenten een verwarrende exercitie is geworden. In een rustmoment meent King ook nog even in een uitvoerige monoloog zijn pupil Medina de hele zaak te moeten uitleggen, maar in plaats van duidelijkheid te creëren voegt scenarist Bill Dubuque er weer een extra laag aan toe. Dit alles staat dan weer in schril contrast met de ontknoping, die niet onverwacht aanhaakt bij de opening en de zaken op hun plek laat vallen. De onthullingen die hieruit volgen zijn tamelijk voorspelbaar. The Accountant kent goede vertolkingen van Affleck, Lithgow en J.K. Simmons, maar had meer focus en minder rookgordijnen kunnen gebruiken.